Hoofstuk 7.3
Het aandelenkapitaal van een onderneming is onderdeel van het eigen vermogen, het is
permanent vermogen. Een bedrijf komt aan dit vermogen door aandelen uit te geven. Een
aandeel is een bewijs van deelname in eigen vermogen van een nv/bv.
Bij aandelen heb je de nominale en de koerswaarde. De nominale waarde is het bedrag wat
op het aandeel staat. Meestal is de nominale waarde niet wat je moet betalen voor het
aandeel. De koerswaarde is de waarde die je voor het aandeel moet betalen. De
koerswaarde en de nominale waarde zijn dus vaak verschillend.
De emissiekoers is de koers waartegen beleggers nieuwe aandelen van de onderneming
kunnen kopen. Zo wordt het aandelenkapitaal van de onderneming vergroot.
Bij een spaarrekening loop je geen risico, maar het rendement is laag. Bij aandelen loop je
risico, maar meestal is je rendement wel hoger dan bij een spaarrekening.
Meenstal ontvangen de aandeelhouders een deel van de behaalde winst. Deze
winstuitkering noem je dividend. Meestal een bepaald bedrag per aandeel. Het komt ook
vaak voor dat een nv het dividend berekent als een percentage van de nominale waarde.
Stel je hebt 20% dividend beschikbaar en het aandeel is nominaal $25 waard dan is het
dividend per aandeel $5. Het dividendrendement is een percentage.
Dividend rendement = dividendbedrag / beurskoers x 100%
Het stijgen en dalen van aandelen heeft te maken et de economische ontwikkelingen
(= ontwikkelingen en geruchten die effect hebben op de koersontwikkeling van aandelen)
Het koers rendement is de koersverandering, die bereken je met de volgende formule;
(verkoopkoers – aankoopkoers) / aankoopkoers x 100%
Het totale rendement noemen we het aandelenrendement, de som van het
dividendrendement en het koersrendement. Dat berekenen we met de volgende formule;
(dividend + koersmutatie) / oude koers x 100%
Hoofdstuk 7.4
Obligatielening= een geldlenig op lange termijn die in kleine bedragen is opgedeeld.
Obligatie= een bewijs van deelneming in een geldlening (obligatielening).
Overheden en ondernemingen geven regelmatig obligatieleningen uit. Houders van hun
obligaties houden het innen van hun intrest en het aflossen van de obligatie over aan de
bank. Afzeggen van obligatie is meestal aan het einde van de looptijd. Op eerder af te lossen
moet je betalen.
Mantel= het officiële schuldbewijs waarop staat de inlener, de interest, looptijd en de
nominale waarde.
Couponblad= bestaat uit aantal bonnetjes die bij inleveren recht geven op de intrest.
Obligatiehouders kunne hun obligaties via de effectenbeurs verkopen. De beurskoers is de
prijs die op een beurs wordt betaald voor de obligatie. Dit is een percentage van de
nominale waarde. Dit is afhankelijk van gemiddelde marktrente, de inflatie en de
betrouwbaarheid. De verhouding tussen de nominale rente en de koers van de obligatie is
het couponrendement. Dit berekenen we met de formule;
intrestopbrengst / bepaalde koers x 100%
, het koersrendement is een koersverandering in een bepaalde periode uitgedrukt als
percentage van de beginkoers in die periode. Dit rendement zowel positief als negatief zijn.
Die berekenen we met de volgende formule;
(verkoopkoers – aankoopkoers) / aankoopkoers x 100%
Naast normale obligaties heb je ook nog converteerbare obligaties, dat zijn obligaties waarbij
je het recht hebt (meestal tegen betaling) je obligatie om te ruilen in aandelen.
Conversierecht is gunstig voordelig als de belegger zelf mag bepalen wanneer. De
conversieprijs is de prijs vanaf wanneer converseren gunstig is/ loont.
Door te beleggen is verschillende soorten effecten en de effecten te verspreiden over
verschillende ondernemingen, dat noem je risicospreiding.
Een beleggingsfonds is een fonds waarin beleggers met vergelijkbare beleggingsdoelen geld
inleggen om dit geld vervolgens te beleggen in een bepaalde mix van aandelen, obligaties,
contanten, vastgoed etc.
Als we sparen in vreemde valuta of aandelen en obligaties in vreemde valuta kopen, is er
naast het gewone risico ook valutarisico.
Hoofdstuk 7.5
Een optie geeft het recht aan de koper om iets te kopen of te verkopen teven een vooraf
vastgestelde prijs gedurende een bepaalde termijn of op een vastgestelde datum. Bij
aandelenopties betreft dat een bepaalde hoeveelheid aandelen van een bepaalde
onderneming. De koper van de optie betaald optiepremie, dus gewoon de prijs van de optie.
Optie schrijven= het verkopen van een optie, je ontvangt geld omdat je een ander het recht
geeft om te mogen kopen/verkopen.
Optie kopen= je betaald voor het recht op te mogen kopen/verkopen.
Je hebt 2 verschillende soorten stijlen opties, de Amerikaanse stijl en de Europese stijl;
Amerikaanse stijl= met uitoefeningsperiode
Europese stijl= met uitoefeningsdatum
Een optie geeft het recht op 100 aandelen te verhandelen. Met
opties kun je binnen een relatief kleine periode een hoog
rendement halen, maar het is ook risicovol.
Als je met iemand opties verhandeld hebben jullie allebei een
ander idee over hoe de aandelen zullen gaan, de een denkt
dat ze stijgen en de ander dat ze dalen bijvoorbeeld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisevermeule. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.