Snow H2:
Definitie: het proces van het gelijktijdig extraheren (opnemen) en construeren van betekenis
door interactie en betrokkenheid bij geschreven taal.
3 elementen (kunnen ook bij leerdoel 2)
- Lezer moet begrijpen
o Om te kunnen begrijpen moet een lezer over een breed scala aan capaciteiten
en vaardigheden beschikken:
Cognitieve capaciteiten (bv. aandacht, geheugen, kritisch analytisch
vermogen, inferentievermogen, visualiseringsvermogen);
Motivatie (een doel om te lezen, belangstelling voor de inhoud die
wordt gelezen, zelfvertrouwen als lezer);
Verschillende soorten kennis (woordenschat, kennis van domeinen en
onderwerpen, linguïstische en discourskennis, kennis van specifieke
begripsstrategieën).
o Naarmate een lezer begint te lezen en de activiteit afrondt die voorhanden is,
veranderen sommige kennis en vaardigheden van de lezer. Motiverende
factoren kunnen tijdens een succesvolle of een onsuccesvolle leeservaring in
positieve of negatieve zin veranderen. Een andere belangrijke bron van
veranderingen in kennis en capaciteiten is de instructie die een lezer krijgt.
Passende instructie bevordert het leesbegrip, dat op twee manieren wordt
gedefinieerd: begrip van de tekst die op dat moment wordt behandeld en
begripsvermogen in het algemeen. Het is voor leerkrachten om hun
inhoudelijke instructie te richten op het helpen van leerlingen om het materiaal
te begrijpen en om leerlingen te leren zelfregulerende, actieve lezers te worden
die een verscheidenheid aan strategieën hebben om hen te helpen begrijpen.
- Tekst moet begrepen worden
o De kenmerken van een tekst hebben een groot effect op het begrip. Tijdens het
lezen construeert de lezer verschillende representaties van de tekst die
belangrijk zijn voor het begrip:
Oppervlaktecode (de exacte bewoordingen van de tekst)
Tekstbasis (idee-eenheden die de betekenis weergeven)
Representatie van de mentale modellen die in de tekst zijn ingebed
o Teksten kunnen moeilijk of makkelijk zijn, afhankelijk van factoren die
inherent zijn aan de tekst, van de relatie tussen de tekst en de kennis en
vaardigheden van de lezer, en van de activiteiten waarbij de lezer betrokken is.
Naast de inhoud hebben ook de woordenschat van de tekst en de linguïstische
structuur, de discoursstijl en het genre een wisselwerking met de kennis van de
lezer. Wanneer te veel van deze factoren niet zijn afgestemd op de kennis en
ervaring van de lezer, kan de tekst te moeilijk zijn. Verschillende activiteiten
zijn beter geschikt voor sommige teksten dan voor andere.
- Activiteit waarin begrijpen een rol speelt
o Lezen wordt gedaan met een doel verwerken, en de gevolgen van het
uitvoeren van de activiteit. Voorafgaand aan het lezen heeft een lezer een doel,
, dat zowel van buitenaf kan worden opgelegd (bv. het voltooien van een
klasopdracht) als intern kan worden gegenereerd (een videorecorder willen
programmeren). Het doel wordt beïnvloed door een cluster van motivationele
variabelen, waaronder interesse en voorkennis. De oorspronkelijke doelen
kunnen veranderen naarmate de lezer leest. Als de lezer het opgedragen doel
niet volledig aanvaardt, kunnen intern gegenereerde doelen in strijd zijn met
het extern opgedragen doel. Dergelijke conflicten kunnen leiden tot onvolledig
begrip. De gevolgen van het lezen maken deel uit van de activiteit. Sommige
leesactiviteiten leiden tot een toename van de kennis waarover een lezer
beschikt. Een ander gevolg van leesactiviteiten is te weten komen hoe je iets
moet doen. Ten slotte hebben andere leesactiviteiten betrokkenheid als gevolg.
Kennis, toepassing en betrokkenheid kunnen gezien worden als directe
gevolgen van de leesactiviteit. Activiteiten kunnen ook andere gevolgen op
langere termijn hebben.
Vindt plaats in (socioculturele) context
Micro- en macro-ontwikkelingsaspecten:
3 fasen met lezen: pre-lezen, lezen en post-lezen. Elke fase wordt als microperiode gezien.
Macro: verandering over langere periode in begrip/kennis.
Te koppelen aan constructie-integratiemodel van Kintsch: pre-lezen = voorkennis en
ervaring die je al hebt. Dan ga je lezen en vergroot je je kennis. Post-lezen = wat je
van het lezen geleerd hebt voorkennis is volgende keer weer groter
Balanstheorieën:
Begrip & technisch lezen zijn beide belangrijk
- Theorie van Rumelhart: interactief model van leren
o Lezers lezen door te focussen op begrip en letterkenmerken. Invloed van
verschillende vormen van kennis die tegelijkertijd toegepast worden.
o Beschouwt lezen als verwerking van alle letters en woorden
o Begrip heeft invloed op herkennen van letters en woorden
- Theorie/model Kintsch: constructie-integratiemodel
o Verst ontwikkelde model over begrip
o Cyclus: voorkennis wordt geactiveerd invloed op begrip. Als er begrip is,
wordt kennis vergroot
o Constructie belangrijk: bij lezen gebruik je voor kennis en percepties over wat
er in de tekst staat om kennis te construeren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cvdael. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.27. You're not tied to anything after your purchase.