Bevat alle leerstof uit de lessen van Bronnenonderzoek (exclusief APA-boekje). Op volgorde van de lessen heb ik alle tentamenstof uit Blackboard hierin samengevat (Engelse bronnen zijn vertaald naar het Nederlands).
horizontaal lezen (lateral reading). Om nieuwe informatie te evalueren, moeten we
horizontaal lezen. Dat betekent dat je naar andere bronnen moet kijken voor de context.
wie maken Wikipedia-artikelen. Wikipedia’s content wordt vooral door vrijwillige
‘Wikipedians’ gemaakt en bijna iedereen kan het bewerken.
hoe je Wikipedia goed kunt gebruiken. De breedte van Wikipedia is het meest
belangrijk/handig. Het beschikt over informatie over heel veel verschillende onderwerpen.
Hoe je Wikipedia-artikelen kunt beoordelen op kwaliteit. Er zijn veel regels bij het
bewerken van een Wikipedia-pagina en alles wordt gecontroleerd, zo staat er geen
onterechte informatie.
Wikipedia geeft overzicht, maar is (zoals elke encyclopedie) geen bron om direct uit te
citeren. Wikipedia is niet altijd perfect en accuraat.
Wikipedia helpt je bij horizontaal lezen (lateral reading) m.b.v. bronverwijzingen
(citations). Uit bronverwijzingen/citaten kun je halen of de bron wel betrouwbaar is of niet.
Bronnen vinden via Wikipedia. Onderaan een Wikipedia-pagina vind je een heleboel
bronnen waar je weer informatie uit kan halen.
,Wat is het deep web?
Reguliere zoekmachines (zoals Google) indexeren niet alle websites, wat betekent dat deze websites
niet opgenomen worden in de zoekresultaten. Het deep web is het onderdeel van het wereldwijde
web dat niet toegankelijk is via zoekmachines. Deep web websites zijn veelal wel gewoon op te
vragen met een normale browser zolang men de juiste URL weet.
Wat voor websites vindt men op het deep web?
Er zijn tal van websites die niet te vinden zijn via zoekmachines. Het deep web is zo’n 400 tot 500
keer groter dan het ‘normale’ internet. Veel grote organisaties, bedrijven en overheden hebben
bijvoorbeeld gigantische databases online staan die alleen bereikt kunnen worden als men over de
juiste URL en inloggegevens beschikt.
Het dark web is een onderdeel van het deep web, maar is niet precies hetzelfde. Het dark web gaat
een stapje verder qua obscuriteit. Niet alleen worden pagina’s op het dark web niet opgenomen in
zoekmachineresultaten, het is ook onmogelijk om met een normale browser toegang te krijgen tot
dark webpagina’s. Een speciale browser die anonimiteit garandeert is vereist.
Het diepe web en open data
Open data= informatie die, vaak door overheidsinstanties, gratis wordt verstrekt. Ironisch genoeg is
veel van die open data slecht vindbaar voor zoekmachines, en dus onderdeel van het diepe web.
Het diepe web
Het diepe, of onzichtbare, web bestaat uit alle informatie die wel op het 'gewone' internet staat en
die je ook met een normale browser kunt bekijken, maar die je met zoekmachines niet kunt vinden.
Waar het op het dark web vaak om personen gaat die onzichtbaar willen blijven, gaat het bij het
diepe of onzichtbare web om informatie die onzichtbaar is omdat deze in een database staat: een
digitale kaartenbak of archiefkast. Zoekmachines kunnen daar meestal niet bij
Google heeft als beleid dat het geen pagina's opneemt in haar zoekindex als mensen niet gratis
kunnen doorklikken. Daarom zijn er pagina's die niet in de Google-index worden opgenomen, ook al
zijn ze voor Google wel gewoon zichtbaar.
Google vindt het prima dat websites een zogeheten 'soft paywall' hanteren. Dit zijn websites die je
het eerste aantal artikelen gratis laten lezen, en je daarna alsnog proberen te werven als abonnee.
Open data: wat is het en wat kan ik ermee?
Op het diepe web vind je veel databases met informatie en soms valt die informatie in de categorie
'open data'= de gegevens zijn vrij beschikbaar en je kunt er dus mee doen wat je wilt.
Veel open data zijn dan ook afkomstig van (semi-)overheden en bestuursinstellingen. Niet alle open
data zijn overigens onderdeel van het diepe web.
Iedere zoekmachine heeft een eigen gebruiksaanwijzing en eigen speciale opdrachten. Maar er zijn
ook overeenkomsten tussen zoekmachines. Zo kunnen ze allemaal worden bediend door het gebruik
van zogeheten booleaanse operatoren. Dit zijn opdrachten waarmee een zoekmachine kan worden
verteld iets wel of juist niet te doen, zorgt voor minder maar specifiekere resultaten.
- AND
AND vertelt een zoekmachine dat deze de woorden aan weerskanten van AND beide moet
meenemen in een zoekvraag. Goede zoekmachines, zoals Google, zoeken standaard met de
booleaanse operator AND. Die hoef je dus niet te typen.
- OR
OR is vergelijkbaar met AND; de opdracht werkt op de woorden links en rechts van OR. Wie
OR zoekt krijgt pagina’s waarop alleen het een of het ander staat, maar ook pagina's waarop
beide termen voorkomen.
OR is handig voor wie wil zoeken op verschillende spellingsvarianten van een woord of naam
en kan ook worden gebruikt om te zoeken naar de combinatie van een persoon en meerdere
onderwerpen.
Slechte zoekmachines zijn eraan te herkennen dat ze standaard met OR zoeken. Dit levert
meer zoekresultaten op, zodat het lijkt alsof de zoekmachine groter is dan in werkelijkheid
het geval is.
Google past kunstmatige intelligentie toe op je zoekopdracht. Op basis daarvan doet Google
een beredeneerde gok of je een zoekresultaat nuttig zult vinden, ook al voldoet het strikt
genomen niet aan je zoekopdracht.
- NOT
NOT vertelt de zoekmachine dat het resultaat een bepaalde term absoluut niet mag
bevatten. Hoewel het op het eerste gezicht nogal onzinnig lijkt om de zoekmachine te
vertellen waarnaar deze niet moet zoeken, is NOT erg handig om zoekresultaten uit te
dunnen. Binnen Google heet de operator NOT anders. Daar gebruik je het minteken. Dit plak
je aan de voorkant van het woord dat je wilt filteren.
Wildcards
Een wildcard is het symbool * en wordt gebruikt om een
ontbrekend of variabel gedeelte van een zoekvraag op te
vullen. Zorgt voor meer resultaten.
Wil je associatief zoeken in andere zoekmachines dan google, dan moet je die mogelijk helpen door
een ~ voor de zoekterm te zetten.
Je kan Google dwingen om bij de les te blijven door de zoekterm tussen aanhalingstekens te zetten.
Slim gebruik van Google
Ben je ook zo'n Google-gebruiker die nooit verder komt dan de suggesties die Google zelf aanlevert
zodra je halverwege het eerste woord van je zoekopdracht bent? Begrijpelijk. De kunstmatige
intelligentie van Google is dusdanig goed dat je voor huis-tuin-en-keukenzoekopdrachten genoeg
hebt aan de meedenkrobot.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mayatsx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.