Alternatieve voeding is een verzamelnaam voor verschillende voedingswijze die zowel variëren in gedachten
en concreet voedingsgedrag.
De gezondheidseffecten van alternatieve voedingswijzen hangen af van de richtlijnen. De richtlijnen van de
ecologische en antroposofische voeding lijken op die van de richtlijnen goede voeding.
Bij macrobiotische voeding zijn de gezondheidseffecten eigenlijk hetzelfde als de gevaren van veganistische
voeding.
Bij veel mensen wijkt de voeding af van de richtlijnen. En iedereen heeft een eigen opvatting, normen en
waarden over de voeding. Een nauwkeurige anamnese is essentieel.
Vroeger waren er andere producten alternatief dan nu. Voorbeelden van deze producten zijn:
Scharreleieren
Biologische melkproducten
Sojaproducten
Rijstwafels
Nederlanders zijn minder vlees gaan eten. Richtlijnen voor ecologische, antroposofische en macrobiotische
voeding zijn tegen genetische modificatie van voedsel. Genetische modificatie is niet toegestaan bij
producten die het EKO-keurmerk dragen.
Aanhangers van alternatieve voedingswijzen zijn meestal van mening dat fundamentele wijziging van de
normale instelling ten opzichte van natuur en de gezondheid noodzakelijk is.
Alle alternatieve voedingsrichtingen worden gekenmerkt door het afwijzen van de gewone landbouw
productiemethoden en door het gebruik van producten uit natuurvoedingswinkels. Dit zijn voornamelijk
onbewerkte producten. Alle alternatieve voedingsrichtingen bevatten geen suiker en witmeel, behalve het
vegetarisme. Daarnaast ook gemodificeerd voedsel wordt vermeden.
Het geven van borstvoeding is ook van belang.
Het vegetarisme is een aparte stroming, maar de ecologische antroposofische en macrobiotische voeding
wordt ook gepleit voor beperking van dierlijke producten.
Bij voeding spelen individuele ideeën, wensen en smaak verschillen altijd een belangrijke rol.
Geen van de ecologische, antroposofische en macrobiotische voeidng past in de categorie van
lactovegetariers of veganisten. En iemand die niet elke dag vlees eet is dus geen vegetariër. Veel stroming
worden met elkaar verward.
Soms is de verwarring begrijpelijk omdat er overlapping bestaat, maar bij antroposofische en macrobiotische
voeding sluit de menusamenstelling elkaar uit.
Geen van de stroming is homogeen.
Alternatieve geneeswijzen worden door een veel groter deel van de Nederlandse bevolking toegepast dan
alternatieve voedingswijzen. Bij het bespreken van alternatieve voedingswijzen en de gevolgen voor de
gezondheid moet onderscheid gemaakt worden in twee factoren:
Productwijze Reformproducten en producten van biologische teelt (EKO-keurmerk) zijn niet per
definitie ongezond
Voordelen van EKO-producten zijn:
Afwezigheid van bestrijdingsmiddelen
Lagere nitraatgehalte in groente door mindere bemesting
Keuze voor seizoen groenten
Geen additieven.
,Nadelen van het EKO-keurmerk kunnen zijn:
Geen conserveermiddelen waardoor het minder lang houdbaar is.
De andere factor is:
Voedingspatroon de effecten van alternatieve voedingswijzen zijn afhankelijk van de soort,
hoeveelheid en de combinatie van voedingsmiddelen.
Het vegetarisme is geen voedingssysteem maar een voedingsgedrag dat in verschillende voedingssytemen
voorkomt. Er bestaan verschillende vormen van vegetarisme:
Lactovegetariërs geen vis, vlees maar wel melkproducten
Veganisten - helemaal geen dierlijke producten
Het keurmerk van de Nederlandse vegetariërsbond laat zien dat er geen materiaal van gedode dieren in het
product is verwerkt. Het keurmerk staat los van de teeltmethode of verwerkingsmethode van
landbouwproducten.
Voor vegetarisme worden verschillende redenen genoemd:
Bezwaar tegen het doden van dieren ethisch
Bezwaar tegen dieronterende omstandigheden ethisch
Verspilling van grondstoffen om dierlijke producten te produceren ecologisch
Gezondheidsredenen
Rond 1900 kwam het vegetarisme op gang en de belangrijkste reden hiervoor waren gezondheidsredenen.
Nu zijn de belangrijkste argumenten dierenleed en gezondheid.
Een beperking van vlees heeft als gevolg lagere consumptie van verzadigd vet. Dit voordeel wordt alleen
bereikt wanneer er 50-75 g of vlees per dag wordt gegeten of 2-4 per week vlees te eten.
Het helemaal weglaten van vlees biedt geen gezondheidsvoordeel. Een vegetarische voeding staat dus niet
garant voor gezonde voeding.
Soms probeert met om medische-wetenschappelijke literatuur over voedingstoestand van alternatieve
gevoede kinderen en volwassenen te beoordelen. Dit is helemaal niet zo makkelijk en men stuit op een paar
problemen zoals:
Veel berichten over ondervoeding die in de medische literatuur zijn verschenen geven een
beschrijving van losse gevallen (case studies). Want de vraag is dan zijn de richtlijnen gevolgd maar
werken ze niet, of heeft de moeder van het kind de richtlijnen niet goed opgevolgd.
De meeste onderzoeken bij groepen kinderen zijn moeilijk te beoordelen als gevolg van
methodologische tekortkoming.
Het beperken van vis of vleesconsumpties enkele malen per week biedt geen gezondheidsrisico. Dit wordt
anders als er helemaal geen vis of vlees wordt gegeten. Er is een verhoogd risico op een tekort aan vitamine
B12. De behoefte aan vitamine B12 is verhoogd bij zwangere vrouwen en bij zuigelingen van vegetarische
moeders.
Het vermijden van vis heeft als mogelijk nadeel het missen van de n-3-vetzuren. Deze komen vooral in vette
vis voor. Ze hebben een potentieel gunstig effect op het voorkomen van hart- en vaatziekte en sommige
vormen van kanker. In principe is het lichaam in staat om deze vetzuren te maken uit alfa-linoleenzuur dat
voorkomt in raapzaadolie, raapzaad, noten en in sommige groenten.
De veganistische voeding geeft dezelfde risico’s als een strenge macrobiotische voeding.
De grootste risico’s vormen tekorten aan:
Eiwit
Calcium
Vitamine B12
IJzer
Mineralen
Vitamine B2
, De aandachtspunten voor de arts en diëtist zijn:
Het navragen van de consumptie van dierlijke producten
Denken aan een mogelijk gebrek van calcium en vitamine B door het ontbreken van melkproducten
Mogelijk tekort aan vitamine B12 en ijzer
Kinderen die geen vitamine D-suppletie krijgen hebben kans op rachitis.
Bij reformvoeding wordt er zo veel mogelijk de producten “natuurlijk” gelaten. Dus:
Zo min mogelijk voedsel bewerken
Het uitsluiten van additieven
Vermijden van dierlijke producten
Er bestaat bij reformvoeding geen algemene richtlijnen voor menusamenstelling.
Na de oogst worden reformproducten zo min mogelijk bewerkt. Dus ook geen conserveermiddelen etc.
De producten zijn meestal wel uit de gangbare landbouw afkomstig. Supermarkten hebben tegenwoordig
een assortiment aan reformproducten. Vroeger werden deze producten alleen in reformwinkels verkocht.
Typische reformproducten zijn:
Volkorengebak
Zemelen
Ruwe rietsuiker
Zilvervliesrijst
Diverse volle graanproducten
Koudgeslagen olie
Groenten-en vruchtensappen
Voedingsconcentraten
Voedingssupplementen
Er is in Nederland geen keur- of garantiemerk voor reformproducten. Duitsland kent dit wel.
De reformbeweging is vanuit Duitsland naar Nederland gekomen rond 1930. De belangrijkste reden was en is
nog steeds de gezondheid. Het wordt als gunstig gezien doordat de producten minder wordt bewerkt,
worden er meer vitamines behouden.
Reformvoeding is niet ongezond tenzij er niet aan de Richtlijnen Goede Voeding wordt gehouden.
Ecologische voeding is het synoniem voor duurzame voeding. Het doel is voeding die gezond is voor mens en
omgeving. Hierbij wordt dus rekening gehouden met:
Diervriendelijk geproduceerde voeding
Behoud van vruchtbare aarde
Eerlijke verdeling van de financiële opbrengst.
De voedingsrichtlijnen lijken veel op die van Richtlijnen Goede Voeding van het Voedingscentrum.
Er worden met name producten gekozen uit de biologische landbouw en met name plantaardige
voedingsmiddelen In mindere mate dierlijke producten. Het product wordt vaak volledig gegeten (schil etc.)
Er wordt vooral voeding gekozen uit de eigen regio en seizoen producten.
Daarnaast wordt er ook naar de verpakking gekeken of deze niet erg belastend is voor het milieu. En een
energiezuinige bereidingswijze.
Ecologische voeding kent globale richtlijnen voor de menusamenstelling. Hiervoor gebruikt met de schijf van
vier. Deze lijkt op de Voedingswijzer van het Voedingscentrum.
De schijf van vier bestaat uit de volgende vakken:
Vak 1 zetmeelrijke producten, volkoren granen, graanproducten, aardappelen. Deze vormen het
eerste hoofdbestanddeel van het ecologische menu. Er wordt voorkeur gegeven aan granen boven
aardappelen om dat deze een hogere eiwitgehalte hebben.
Vak 2 aanvullende producten zoals groenten en fruit. Het tweede hoofdbestanddeel van
ecologische menu. Voorkeur gaat naar producten uit het seizoen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FJ1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.