Eiwitten
- Proteïnen
- Bestaan uit aminozuren
• Aminogroep
• Carboxylgroep
o Zuurgroep
o Kan proton afgeven
• Restgroep
o Bepaald type aminozuur
o Bepaald karakteristieken
- Peptidebinding
• Tussen twee aminozuren
• Ontstaan van water
• Aan een kant nog een vrij amino- en carboxygroep
• Richting
o N-terminale kant
§ Naar buiten gericht bij celmembraan
o C-terminale kant
§ Naar binnen gericht bij membraan
- Polypeptideketen
• Meerdere aminozuren gekoppeld door peptidebinding
- Structuren
• Primaire structuur
o Ketting aminozuur-kralen
o Soort, aantal en volgorde aminozuren
o Peptidebindingen
§ Niet beïnvloedbaar door zoutconcentratie, pH of oplosmiddel
• Secundaire structuur
o pH-afhankelijk
o Specifieke rechtsdraaiende spiraalvorm
o α-helix
§ Intra-moleculaire waterstofbruggen
§ Tussen NH en C=O van 3 aminozuren verderop
o β-sheet
§ Vouwbladstructuur
§ Intermoleculaire waterstofbruggen
§ Tussen NH en C=O van ander eiwit
o Polypeptide met α-helix en β-sheet is mogelijk
• Tertiaire structuur
o Intra-moleculaire interactie tussen restgroepen
§ Sterk pH afhankelijk
§ Intra-moleculaire -S-S- bruggen (sterkst)
§ Zoutvormig
§ Waterstofbruggen tussen niet polaire groepen
1
, § Van der Waalskrachten tussen apolaire groepen
• Quaternaire structuur
o Complex eiwit (meerdere polypeptideketens)
o Zwakke intermoleculaire krachten
§ H-bruggen
§ S-S bruggen
DNA
- Informatiedrager
- Zit opgedraaid in cel
- Bestaat dubbele nucleotide streng (dubbele helix)
• C5 suiker (desoxyribose -H)
• Nucleïnebasen
o Pyrimidine (T, C,)
§ Enkele N-ring
o Purine (A, G)
§ Dubbele N-ring
o AT: 2 waterstofbruggen
o CG: 3 waterstofbindingen
• Fosfaatgroep
• Onderling verbonden door di-ester fosfaatbinding
- Histoneneiwitten
• Vormen nucleosomen die DNA opdraaien
• Manier van opdraaien is afhankelijk van vorm histooneiwit
- Primaire code
• In iedere cel hetzelfde (spier/neuron)
• Manier van opplooien, bepaalt wat de functie van de cel is (epigenetica)
- Triplet
• Combinatie van 3 nucleotiden
- Aminozuur
• Bestaat uit tripletten
- Wordt niet gevonden buiten de cel
- Enzym
• Staat onder controle van 1 enkel gen
- Genen
• Zitten in/op chromosomen
o Bevatten eiwit en DNA
- DNA-replicatie " transcriptie " splicing " translatie
- DNA-replicatie
• Verdubbelen van DNA-streng
• Bij groei en voortplanting
• Kopie
• Kopiëren: 5’-3’
o Binding bij 3’ kost minder energie (gemakkelijker)
• Aflezen: 3’-5’
• DNA-helicase (enzym)
o Verbreken van waterstofbruggen
o 2 strengen gaan uit elkaar
o Ontstaan van twee complementaire nucleotide-ketens (matrijs)
o Energie wordt geleverd door ATP
• DNA-primase
o Zorgt ervoor dat het eerste stuk wordt gekoppeld
o DNA-polymerase neemt het over
o Niet altijd even lang
2
, • DNA-polymerase
o Koppelt de nucleotide-ketens aan elkaar
• DNA-ligase
o Koppelt losse okazaki fragmenten aan elkaar
- Transcriptie
• mRNA-synthese
• Kopiëren/overschrijven
• Door RNA-polymerase
• Promotor
o Start
o Bepaalt welk stuk wordt overgeschreven
o Eiwit bindt hieraan
• Terminator
o Stop
• Enhancer
o Koppeling hieraan versterkt transcriptie
• Repressor
o Koppeling hieraan stopt transcriptie
• DNA-looping
o Streng wordt opgerold, waardoor de uiteindes dichter bij elkaar komen
• Splicing
o Alleen bij eukaryoten
o In kern
o Niet relevante stukken [intronen] worden verwijderd
o Extronen blijven over
§ 5’ krijgt een cap
§ 3’ krijgt poly-A-staart
§ mRNA is klaar
o Alternatieve splicing
§ Een code kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt
- Translatie
• Eiwitsynthese
• Vertalen van mRNA code
RNA
- Informatiedrager
- Verschillen met DNA
• Bevat als suiker ribose (i.p.v. desoxyribose)
• Bevat als N-base uracil (i.p.v. thymine)
• Bestaat bijna altijd uit 1 streng (i.p.v. 2)
- Boodschapper tussen DNA in kern en ribosomen in celplasma
- Wordt gevonden buiten de cel
- Codon
• 3 nucleotiden
• Startcodon
o AUG (Met)
• 42 geeft maar 16 combinaties, terwijl er 20 aminozuren zijn (43=64)
• Gedegeneerde code
o = redundant
o Codons die naar hetzelfde aminozuur wijzen
• Universeel (voor mens, dier, plant en bacterie)
- mRNA
• Messenger RNA
• Opgebouwd in kern
3
, • Kopie van DNA
• Getransporteerd naar cytoplasma
• Daarna naar ribosomen
- rRNA
• Ribosomaal RNA
• Andere vormen van RNA kunnen tijdelijk aan ribosoom worden gekoppeld
• Polyribosoom/polysoom: verzameling ribosomen samen met 1 mRNA-streng
• Ribosoom leest informatie af die in het mRNA ligt opgeslagen
• Kleine deel
o Bindt mRNA
• Grote deel
o Bestaat uit een enzym dat peptidebanden tussen aminozuren vormt
- tRNA
• Transfer RNA
• Anticodon: 3 nucleotiden
• Binden elk één afzonderlijk aminozuren
• Brengt aminozuren uit plasma naar ribosoom
• Een tRNA molecuul past maar bij 1/20 aminozuren
o Door substraatherkenning
• Bezit uitsteeksel met anticodon
o Is complementair (tegenovergesteld) aan mRNA-code
- snRNA
• Klein, nucleair RNA
• In eukaryoten
• O.a. betrokken bij splicing in de kern
- miRNA en siRNA
• micro RNA en kleine storende
• Bindt aan mRNA
• Regelmechanisme
o Zorgt voor afbraak mRNA
o Remt translatie
- lncRNA
• Lang niet-coderend RNA
• Wordt niet gebruikt bij afschrijven van code
• Betrokken bij processen
o Transcriptie, splicing, translatie, regulatie
DNA (triplet) TAC
DNA (kopie) ATG replicatie
mRNA (codon) AUG transcriptie
tRNA (anti-codon) UAC
Aminozuur Met translatie
Koolhydraten
- Carbohydraten/polysachariden)
- C6H12O6
- Bestaat uit CHO
- Monosachariden
• Aldose
o Bevat aldehyde groep
o -CHO
• Ketose
o Bevat ketongroep
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller THKleuven1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.