Samenvatting Newton
K3.1 Introductie
Atoomtheorie 19e eeuw: elementen zoals waterstof bestaan uit ondeelbare bolletjes: atomen. De
verbindingen zoals water bestaan uit combinaties van atomen: moleculen.
Eind 19e eeuw elektron, proton + neutron. Steeds meer wordt er onderdekt, lees introductie.
De deeltjes blijken opgebouwd uit nog kleinere deeltjes die nooit los voorkomen: quarks.
Elementaire deeltjes: de kleinste deeltjes waaruit alle materie is opgebouwd (+e en -e).
Voorkennis
Leer helemaal!
Tussen twee tegengesteld geladen platen ondervindt een positief geladen deeltje een constante
elektrische kracht in de richting van het elektrisch veld.
Fe= q ·E
- Fe = elektrische kracht in N
- q = lading deeltje in
- E= elektrische veldsterkte van homogeen elektrisch veld tussen platen
o Hangt af van spanning U over platen en afstand d tussen platen
Materie en straling
Hoe groter de onderlinge afstand tussen de atomen, hoe kleiner is hun onderlinge
aantrekkingskracht. Hoe hoger de temperatuur, hoe groter hun gemiddelde snelheid.
Atoom bestaat uit proton(+e), neutron en elektron(-e). massa n en p is gelijk, e is veel groter.
Het atoomnummer (Z): aantal protonen.
Massagetal (A): aantal protonen + aantal neutronen in kern.
Bij radioactief verval van een instabiele atoomkern kan de kern een α-deeltje (kern), een β--deeltje
(elektron) en een β+-deeltje (positron) en/of een foton. Bij alle vervalreacties geldt behoud van
ladingsgetal en van massagetal.
Β—verval: neutron proton + elektron en β+-verval: proton neutron + positron.
De bij radioactief verval uitgezonden γ-straling is een vorm van elektromagnetische straling (bestaat
uit fotonen). De fotoenergie Ef: Ef= h ·f
- Ef = fotoenergie
- f = frequentie van de straling
- h = constante van Planck
Paarvorming: γ- met voldoende energie in interactie met atoomkern elektron + positron. Het
positron is antideeltje van het elektron (zelfde massa maar tegengestelde lading).
Annihilatie: elektron en positron vernietigen elkaar en worden omgezet in twee tegengestelde
richting bewegende γ-fotonen met zelfde fotoenergie,
, K3.2 Elementaire deeltjes
Elektron
Kathodestraalbuis: een glazen buis met twee elektroden en gevuld met een gas onder lage druk. Bij
hoge spanning loopt er elektrische stroom tussen de elektroden en zendt het gas licht uit.
Kathodestralen: lichtverschijnselen veroorzaakt door negatieve elektrode (de kathode) wordt
uitgezonden. Discussie: kathodestralen bestaan uit bewegende, elektrisch geladen deeltjes VS een verschijnsel
dat vergelijkbaar met lichtstralen. Kathodestralen bestaan uit elektronen met de elementaire lading (e)
1,60 · 10-19. DE ELEKTRISCHE LADING VAN EEN VOORWERP IS ALTIJD EEN VEELVOUD VAN DEZE
ELEMENTAIRE LADING.
De massa van een elektron is 9,11 ·10-31, ongeveer 2000 x < de massa van een H-atoom elektron
moet bouwsteen zijn van atoom ook een positieve lading want atoom is elektrisch neutraal.
Atoomkern
Radioactiviteit wordt ontdekt en straalt 3 verschillende soorten straling uit:
- α- (zware, positieve geladen deeltjes)
- β- (lichte, negatieve geladen deeltjes)
- γ-straling.
Botsingsexperiment:
Slechts een heel klein deel van de α-deeltjes botst ergens tegen aan, zodat datgene waar ze tegenaan
botsen veel kleiner moet zijn dan het goudatoom. Doordat soms een α-deeltje terugkaatst moet
hetgeen waar ze in het goudatoom tegen aan botsen veel zwaarder zijn.
Atoommodel van Rutherford:
- Bijna alle massa in klein, positief geladen kern;
- Lichtere elektronen in baan rond kern;
- Neutraal geladen;
- Veel lege ruimte waar α-deeltjes doorheen vliegen.
o Kern zendt afstotende, elektrische kracht uit op α-deeltje, hoe dichter bij hoe grotere
kracht hoe meer ie wordt afgebogen.
Protonen en neutronen
De waterstofkern is kennelijk een bouwsteen van alle atoomkernen: proton (+e). De massa van een
proton (1,67 · 10-27 kg) is veel groter dan de massa van een elektron (9,11 · 10 -31 kg).
In 1920 werd het bestaan van een tweede kerndeeltje voorspelt neutron (zelfde massa proton, maar
ongeladen). En met een botsingexperiment vastgesteld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauragerritsen2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.