ik heb een samenvatting van de lesbrief levensloop met alles duidelijk erin, en verwijzingen naar handige plaatjes in het boek. er staan ook een aantal begrippen tussen en oorzaak-gevolg relaties. na het lezen van de samenvatting ken je de stof.
Economie is het maken van keuzes, voor zowel mensen als bedrijven
• Ik kies een product om te gebruiken -> consumeren
• Bedrijf kiest een product om geld te verdienen -> investeren
Vaak is het wensen > middelen dus dat je meer zou willen dan dat je hebt. Dit noem je schaarste: je
moet je inspannen om een product te krijgen.
• Relatieve schaarste: je moet een offer doen (Kopen brood-> kost geld-> schaars product)
• Absolute schaarste: het is gratis (inademen buitenlucht-> gratis -> vrije goederen)
Opofferingskosten= de waarde van datgene dat je opoffert om iets anders te krijgen
De invloed van andermans keuze op je eigen keuze kun je duidelijk maken met de speltheorie
- spelers: spelers nemen de beslissing, ze zijn rationeel, willen een zo hoog mogelijke winst
- informatie: spelers weten evenveel van elkaar, zijn coöperatief of niet-cöoperatief
- strategie: de speler heeft voor elke situatie een keuze bedacht
- uitbetaling: verwachte opbrengst van een strategie (tijd/geld etc.)
Je hanteert de dominante strategie. (Speltheorie ook wel gevangenendilemma)
Kenmerk gevangenendilemma-> ongeacht de keuze van de ander geef je je dominante strategie aan
en hieruit ontstaat een Nash-evenwicht
Bij tit-for-tat (oog-om-oog) kun je wel overleggen en kom je er uiteindelijk samen uit wat de beste
oplossing is waar voor beide het beste uitkomt.
Je maakt bindende afspraken-> je werkt met strafmechanisme (Werkt wel coöperatief).
Hoofdstuk 2 risico en informatie
• Koop of verkoop is een ruiltransactie -> ruil
• Dit leidt tot een overeenkomst contract
- kan mondeling met ongeschreven regels, waarden en normen.
- kan op papier, zwart op wit.
• Is een contract altijd waterdicht?
- altijd onvoorziene gebeurtenissen mogelijk
- volledige contracten bestaan in theorie
• Hoe groter de transactie, hoe groter het risico
Neutraal -> geen voorkeur
Risico vermijden -> risicoavers en doe je zoveel mogelijk voor volledige contracten
Asymmetrische informatie = je beschikt niet over dezelfde informatie
Door risicoaversie is de verzekeringen markt ontstaan
Verzekerde -> betaald premie ->verzekeraar -> neemt risico over + betaald evt. schade
Premie = kans op schade x gemiddelde hoogte schade
Sommige verzekeringen zijn verplicht (WA- verzekering, wettelijk aansprakelijk)
, Bij het verzekeren heb je ook informatieasymmetrie:
- de verzekeraar kent de verzekerde nog niet
- voorzichtige of roekeloze rijder?
- gevolgen voor en na afsluiten van verzekering
Bij averechtse selectie houd je de slechte risico’s over, dus de mensen die jouw geld kosten
Hoe ga je averechtse selectie tegen?
Je moet het risico bepalen
- invullen vragenlijst
- persoonlijke gegevens
- premiedifferentiatie
- vrijwillig eigen risico
- bonus-malusregeling
Moreelwangedrag -> als je verzekerd bent ga je minder voorzichtig doen
Ook wel moral hazard probleem
Hoe meer claims, hoe hoger de premie wordt
Wat kan de verzekeraar hiertegen doen?
Minder uitkeren door:
- deel eigen risico
- maximum vergoeding
Dan heb je ook nog verschillende belangen tussen mensen
• Principaal(opdrachtgever) -> doel: snel vullen, minder kosten
• Agent(uitvoerder) -> doel: snel geld verdienen, gezelligheid
Oplossingen:
- vaste uren uitbetaald krijgen
- verschil in beloningen
In Nederland geld het stelsel van collectieve of sociale verzekeringen
• Regelingen en wetten op basis van verplichte solidariteit
- werkenden van nu betalen voor gepensioneerden van nu (AOW)
• Iedereen betaald premie, afhankelijk van je inkomen
Sociale voorziening ->
Sociale zekerheid -> voor iedereen, uit belastinggeld, ABW
Alle uitkeringen
Sociale verzekering -> Volksverzekering-> voor iedereen met premie
uit premiegelden werknemers, AOW en AWBZ
Werknemersverzekering -> mensen met
Arbeidsverleden, premie door werkgevers, WW en WIA
In Nederland heb je bij de zorgverzekering een acceptatieplicht (fig. 2.3 uit je boek)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleur23. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.18. You're not tied to anything after your purchase.