HISTORISCHE EN ACTUELE PERSPECTIEVEN (HAP)
Les 1: Online les 09/02/2021
Hoofdstuk 1: ‘Een geschiedenis van sociaal werk’
Structuur
- De waarom-daarom vraag (p.11-15)
- Geschiedenis van en voor sociaal werkers (p.15-18) (EXAMENVRAAG HIEROVER)
- ‘Kompas op scherp’ (p.18-21)
Het nut van geschiedenis (voor sociaal werk!)
Wat zou het nut van een vak als geschiedenis voor sociaal werk kunnen zijn?
Geschiedenis als invalshoek om kritisch te kijken naar sociaal werk.
The Founding Mothers
Een beter beeld vormen van het vak om zo verwachtingen naar de toekomst te kunnen
vormen of bijstellen.
Hoe we geëvolueerd zijn van nachtwakerstaat naar verzorgingsstaat naar (neoliberale)
participatiesamenleving en de impact van die evolutie op het beroep.
Het nut van geschiedenis voor de sociaal werker!
1) Kritische zin aanwakkeren (vergelijkend perspectief) Een perspectief dat je o.a. vindt in
de geschiedenis om op een goede, kritische, manier te kijken naar de mens en samenleving,
het sociaal werk en hoe het misschien anders en beter kan. De geschiedenis biedt daartoe
een vergelijkend perspectief. Het is een laboratorium waarnaar we kunnen refereren.
2) Maatschappelijke kennis uitbreiden (‘historische maatschappijleer’) Velen van ons zijn
geïnteresseerd in de mens, krijgen graag psychologie en leren graag over agogiek… over de
mens in al zijn facetten. Maar als maatschappelijk assistenten, assisteren wij niet alleen de
mens maar ook de maatschappij en moeten wij ook die maatschappij, die maatschappelijke
context, op een goede manier kennen. Dus het meso- en macroniveau van de analyse is ook
gediend met dit vak. In die zin spreken we ook is over de cursus HAP als een historische
maatschappijleer en gaat dit niet alleen om de beroepsgeschiedenis van het sociaal werk,
maar ook over de geschiedenis voor sociaal werk of de grote maatschappelijke sociale
ontwikkelingen die een hele belangrijke betekenis hebben gehad voor het sociaal werk.
3) Leren kennen van en/of versterken van de beroepsidentiteit (‘vaktrots’?) Als je kijkt wat
het sociaal werk vroeger was, welke methode men vroeger gebruikte, in welke werkvelden
dat men zich staande hielp, … hoop ik vooral bij te dragen aan het beter leren kennen van:
‘Wat is sociaal werk?’, ‘Wat is de identiteit van het beroep?’ en dit te versterken. Want je hebt
een vergelijkend kader en hoop ik ook een klein beetje vaktrots te kunnen bijdragen.
1
,Historische motieven voor sociaal werk...
1. Caritas en filantropie...
Van godsdienstige aard. Het idee van barmhartigheid (caritas). Sommige mensen kozen
historisch voor sociaal werk om, in katholieke of christelijke termen, hun hemel te verdienen,
omdat God hen daartoe had geroepen. Omdat zij het zelf zagen, misschien ook aanvoelden, het
min of meer als hun plicht zagen maar dat daarom niet op die manier aanvoelde. Maar om goed
te doen voor de andere mensen, in alle religies. Er zijn ook veel gelijkenissen tussen
verschillende religies. In heel veel van die religies vind je een aantal, heel duidelijke sociale
beweegredenen: goed doen voor iemand anders, iemand anders helpen als een manier om in
het leven, hiernamaals verder te komen of opnieuw kansen te krijgen.
De meer humanistische, seculiere tegenhanger daarvan, de minder godsdienstige opvatting
heet filantropie. Filantropie betekent menslievendheid: als je graag mensen ziet, als je het lot
van mensen aantrekt, als je graag met mensen werkt, … dan heb je ergens een motief om
ergens te zeggen van kijk: ‘Ik kies voor sociaal werk want dat is typisch mensenwerk.’
2. Mensenrechten...
Een meer ethisch principieel motief is gelegen in de mensenrechten. In een streven naar
rechtvaardigheid, naar solidariteit, naar vrijheid en gelijkheid. Denk aan de grote
beweegredenen van de Verlichting en dergelijke meer. Mensenrechten, het streven naar rechten
voor mensen, zeker ten aanzien voor mensen die onrecht wordt/werd aangedaan: vroeger de
arbeiders, de vrouwen – vandaag bv. sommige vrouwen met een hoofddoek, laaggeschoolden,
mensen die niet over een woning beschikken, … . Hoe helpen wij die mensen aan hun rechten?
Hoe zorgen we ervoor, in onze welvaartstaat, dat die mensen toch een beetje een convenabel
leven kunnen leiden vanuit een idee dat we niemand aan hun lot overlaten?
3. Eigen ervaring...
Misschien herken je dat ook. Ik ben destijds sociaal werk gaan studeren op een moment dat
ik ook scoutsleider was en ik wilde niet direct van mijn hobby mijn beroep maken. Maar die
ervaring van jeugdbeweging, van werken met jongeren, van samenwerken in een team, van op
stap gaan en leuke activiteiten ontplooien, … heeft mij wel ergens geïnspireerd of gemotiveerd.
Omdat ik daar heel graag en intens mee bezig was om iets in het sociaal werk te gaan doen en
niet zozeer te kiezen voor sociologie of psychologie of iets totaal anders.
Je hebt iets meegemaakt, een probleem. Ben je geholpen door een goede hulpverlener en
heeft die u van het pad van sociaal werk gebracht.
4. Schuldgevoel en verontwaardiging...
Dit was zeker een motief van een heel aantal filantropen in de 19 de eeuw. Vrouwen,
progressieve arbeiders, mensen die het wat beter hadden, … die behoorden tot de gegoede
middenklasse of tot de rijke adel. Maar die toch ergens een democratische of een liefdevol hart
hadden voor andere mensen. Die ellende zagen rond zich: armoede, problemen, echtscheiding,
mishandeling, … en vanuit een idee van kijk: ‘Ik heb het goed en die mensen hebben het
slecht.’, vanuit een schuldgevoel of gewoon vanuit verontwaardiging zich eigenlijk gingen
engageren voor het sociaal werk.
2
,5. Professionele emancipatie...
Emancipatie: uit de hand groeien of gegooid worden, daaruit ontsnappen. Dit betekent dat
mensen u niet langer een handje boven het hoofd houden, dat je niet levenslang afhankelijk kunt
blijven. Iedereen heeft de taak om zich te emanciperen, om zich te ontplooien, om zelf zijn weg
te zoeken en zeker voor heel veel vrouwen in de 19 de eeuw wiens taak traditioneel gewoon thuis
lag: bij huis en haard, bij de opvoeding en bij de kinderen. Die zagen in dat idee van goed doen
voor een ander, van sociaal werk, van de arme helpen, van parochiehulp in de kerk, … daar
belangrijke motieven in om een klein beetje hun eigen kleine context van huis en haard te
kunnen ontsnappen. (Denk dus aan de founding mothers (vrouwenemancipatie) en
arbeidersbewegingen)
6. Welbegrepen eigenbelang...
Ten gronde is sociaal werk altijd een beetje eigenbelang. Het gaat hier over een
maatschappelijk motief. Hoe moet je dat begrijpen? In welke zin zou sociaal werk eigenlijk
welbegrepen eigenbelang kunnen zijn? Een voorbeeld hiervan is dat je als een egoïst denkt van:
‘Al die armoede, ellende, … mij interesseert dat geen hol. Ik heb het goed. Ik heb geen
problemen, dus waarom zou ik mij dat probleem aantrekken?’ Als je een klein beetje verder
kijkt, zie je dat die zaken zich eigenlijk alleen maar tegen u keren. Als je het toelaat als individu
of als samenleving, groep van mensen, … dat mensen zich vervuilen, vereenzamen, in armoede
blijven, ziek worden, op straat moeten blijven slapen, … dan creëer je maatschappelijk gezien
heel grote problemen. Want zo’n zaken kunnen niet blijven duren. Op een bepaald moment
breekt de revolutie uit. Op een bepaald moment gaan al die arme mensen opstaan, zich
verenigen en zich verzetten tegen al dit onrecht. Vandaag de dag en ook langer zie je dat
ongelijkheid groeit, dat meer en meer mensen naar beneden getrokken worden, dat het
moeilijke tijden zijn, dat de welvaartstaat er nog altijd wel in slaagt om op een hele goede manier
te verdelen: via belastingen, sociale zekerheid, … . Je ziet ook dat er een aantal mensen het
goed hebben, dat ze steenrijk worden, enz. Maar hoe meer mensen het slecht krijgen, arm en
ziek worden, hoe meer dat we met z’n allen last van gaan krijgen. (bv. corona dat we met z’n
allen besmet gaan worden)
…
Uit Antwerps onderzoek (Messiaen, 2015-2016) naar de motieven van sociaal werkers vandaag
blijkt o.a.
- meestal niet 1ste keuze
- 50% doet het vanuit ervaringsmotief
Waarom kies jij eigenlijk voor sociaal werk?
Er zijn vandaag de dag nog veel maatschappelijke problemen en ik wil hier graag mijn bijdrage
leveren om die mensen te helpen. Hierbij help ik niet alleen hen, maar ook tegelijkertijd mezelf.
Ook vind ik het bv. leuk om met jongeren te werken. De activiteiten die er worden gegeven en
uitgevoerd zijn leuk en geeft mij nog meer motivatie en energie om een sociaal werker te zijn. Je
3
, bent ook dicht bij de (leefwereld van) mensen en het voelt ook goed om iemand te kunnen
helpen. Vaak worden we ook gezien als held, en dat is een leuk extraatje erbij.
Geschiedenis ‘van’ en ‘voor’ sociaal werk
Wij zijn maatschappelijke assistenten. De maatschappij produceert steeds opnieuw nieuwe
welzijnsnoden, vragen, doelgroepen voor het sociaal werk. Wij moeten als sociaal werker, we
mogen daar niet blind voor zijn, telkens opnieuw een antwoord op hebben. We moeten onze
methodieken aanpassen, andere projecten verzinnen, met nieuwe
mensen/inwijkelingen/inwoners/migrantengroepen rekening houden. Dus de maatschappij
verandert en, dus ook het sociaal werk dat daar in vervat ligt, evolueert op die manier gewoon
mee.
Focus van de cursus?
1) Thematisch? Synthese van een geschiedenis ‘van’ en een geschiedenis ‘voor’ sociaal werk
in relatie tot het heden (cf. opbouw hoofdstukken)
We gaan heel vaak bokkensprongen maken van hoe dat men in de middeleeuwen bv. met
arme werkloze aan de gang ging naar het verhaal van de activerende welvaartstaat van
vandaag. (tijdsperspectief wordt dan soms opeens helemaal omgedraaid) het is een
maatschappelijke context, de sociale gevolgen, de beroepsgeschiedenis en dan nog eens de
link met het heden. (4 stappen)
2) Geografisch? Focus op Vlaanderen en België, maar steeds in een breder Europees
perspectief
Dit is de context waarin we (of de meeste van ons) gaan werken. Het sociaal werk gaan
bedrijven.
3) Periodiek? Van de Antieke tot de Postmoderne Tijd (7 tijdvakken)
Prehistorie, Grieken en Romeinen. Hier kan je met een beetje moeite al wel wat dingen
zeggen over het sociaal werk, maar nog niet zo heel veel). Vanaf de middeleeuwen valt er
heel veel te vertellen over het sociaal werk.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HakimaT. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.