Gestructureerde en volledige samenvatting alle mogelijke examenvragen van Marketing die op het einde van de lessen doorgegeven zijn door de prof. Gegeven door K. Cattoor in het tweede semester van het eerste jaar Global Business Management aan hogeschool VIVES te Brugge.
Hoofdstuk 1 Inleiding: het marketingproces
1. Geef de definitie van marketing.
Definitie: Het proces waarmee bedrijven waarde creëren voor de klant en sterke klantenrelaties
opbouwen om in ruil daarvoor waarde van de klant te krijgen.
Alles wat een onderneming doet om de verkoop van G en D te bevorderen
2. Wat is het doel van marketing?
Nieuwe klanten aan trekken door hun superieure waarde te beloven en te geven
Bestaande klanten behouden door hun blijvend tevreden te stellen.
3. Wat staat centraal bij marketing?
De marketingmix; een set marketingtools om consumentenbehoeften te vervullen en rendabele
klantenrelaties op te bouwen. Het uitwisselen van waarde staat daarbij centraal.
4. Bespreek de stappen in het marketing(planning)proces.
Analyse
o Missie, visie en marktafbakening vertrekpunt v/h bedrijf
o Externe (meso en macro) en interne (micro) omgeving
o Koopgedrag van consumenten en organisaties
o Portfolio en SWOT-analyse
Strategie (het formuleren van de marketingstrategie)
o Markgerichte strategie: marktexpansie en -positie
o Klantgerichte strategie: segmentatie, doelgroep keuze, differentiatie en positionering
(waarde voor de klant)
o Klantwaarde
Tactiek (hoe gaat het bedrijf de geformuleerde strategische doelstellingen realiseren?)
o De vier p’s
Producten, diensten en merken
Prijsbeleid
Plaats: distributie
Promotie, marketingcommunicatie: POEM-model
Implementatie en evaluatie (plan wordt geïmplementeerd en de resultaten gecontroleerd)
o Organisatie
o PDCA-cyclus (plan, do check en act)
o Controle
o Verantwoording
5. Wat verstaat men onder de visie en de missie van een organisatie of bedrijf? *
Visie: De kijk op toekomstige ontwikkelingen in de branche dan wel een definitie van wat een
bedrijf in de toekomst wil zijn. Kan soms breder gaan dan het product waarmee een
bedrijf werkt
Missie: Formulering van de doelstellingen v/e bedrijf: beschrijven ‘wat’ men wil doen, ‘voor
wie’, ‘waarom’, alsook ‘hoe’ dit kan bijdragen aan de visie over de toekomst.
Verschil: Visie = toekomstgericht, Missie = hoe men vanuit heden de gewenste toekomst kan
bereiken.
6. Wat is de slogan of het motto van een bedrijf of merk eigenlijk?*
Een vereenvoudigde manier waarmee de missie naar buiten gebracht wordt. Het maakt het bedrijf
herkenbaar bij het publiek.
7. Op welke 2 manieren kan je het activiteitenterrein formuleren? Welk van beiden is het beste?
Waarom?
Productgericht (Bedrijf x maakt meubels). Producten kunnen met de tijd verloren gaan, of
door innovatie niet meer gebruikt worden, dan heb je niets meer aan die formulering.
, Marktgericht Wordt omschreven op basis van de bevrediging van de basisbehoeften van
de klant.
8. In welke 3 soorten doelstellingen wordt de missie van een bedrijf vertaald? Leg uit. Wat is het
verband tussen deze 3 soorten doelstelling?
Ondernemingsdoelstellingen; Het behalen van een wereldwijde omzetstijging van 5% in het
jaar 2018
SBU-doelstellingen (Strategic Business Unit); Het behalen van een omzetstijging van 10% in
de markt voor persoonlijke verzorging in de komende 3 jaar.
o Ondernemingsdoelstellingen en SBU doelstellingen worden als termen van
omzetgroei, winst als percentage van de investeringen of winst als percentage van
de omzet geformuleerd.
PMC-Marketingdoelstellingen (Productmarktcombinatie); Vergroting van het marktaandeel
in de Nederlandse scootermarkt van 8% tot 10% binnen twee jaar.
o PMC-marketingdoelstellingen hebben vaak direct consequenties voor de omzet en
winst.
Zonder doelstellingen is het niet mogelijk om een strategische focus te hebben en een
effectief beleid uit te voeren. Ook is het moeilijk om te zien of een bedrijf het nu goed
gedaan heeft de afgelopen periode.
De doelstellingen vormen het uitgangspunt voor de te kiezen markpositiestrategieën.
9. Wat zijn de 5 eisen waaraan doelstellingen moeten voldoen?
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel, Actueel, Ambitieus
Realistisch
Tijdsgebonden
10. Welke 3 belangrijke vragen moet je beantwoorden om een geslaagde marketing strategie te
kunnen voeren? Leg ze ook uit.
Welke klanten ga je bedienen? (Wat is de doelgroep)
o Verdeel de markt in segmenten en kies welke segmenten jij wil aanspreken.
o Je moet alleen klanten kiezen die je goed en rendabel kunt bedienen.
Waarmee kan je deze klanten het best overtuigen? (Wat is de waardepositionering)
o Hoe wil je je differentiëren en positioneren op de markt?
o Waardepositie is het pakket van functionele voordelen (benefits zoals
kwaliteitsaspecten), verkleinde nadelen (minder tijdsverlies, minder risico’s voor de
klanten) en emotionele waarden (bijvoorbeeld status voor de klant).
Wat is de waarde die je voor jezelf als bedrijf wilt realiseren?
o Customer Lifetime Value (klantwaarde) de waarde die de klant heeft voor het
bedrijf
o Nieuwe klanten lokken kost meer tijd en geld belangrijk om bestaande klanten te
behouden (klantretentie)
o Klantenaandeel vergroten (hoeveel een klant bij hen koopt bij een bepaalde
productcategorie.
o Customer equity = som van de klantwaarde van alle huidige en potentiële klanten
van het bedrijf. Betere maatstaf voor de prestaties dan huidige omzet of
marktaandeel, want deze reflecteren alleen maar het verleden.
11. Leg het verschil uit tussen de marketingstrategie en de tactiek.
Strategie = een bedrijf schetst welke klanten het wil bedienen en hoe het waarde wil creëren
voor deze klanten.
Tactiek = De marketeer ontwikkelt een geïntegreerd marketingprogramma om de geplande
waarde aan doelklanten te leveren.
12. Wat bedoelt men met een geïntegreerd marketingprogramma?
, Dit is een programma waarbij ze de geplande waarde communiceren naar de gekozen doelmarkt. In
die geplande waarde zitten de 4 p’s (Product, Prijs, Plaats en Promotie) en ook de 4 c’s (Customer
needs en wants, Cost tot he customer, Convenience en Communication).
13. Leg uit wat CRM is. Wat zijn de 2 bouwstenen en leg ze uit.
Customer Relationship Management. Het totale proces van het opbouwen en onderhouden van
rendabele relaties met klanten door klantentevredenheid te genereren door middel van blijvende
superieure waarde voor de klant.
Gepercipieerde waarde voor de klant
Klanttevredenheid
14. Wat houden implementatie en evaluatie van de marketing in? Bespreek ook de 3 onderdelen.
Het proces waarin de strategie en de tactiek in daden worden omgezet om de doelstellingen te
verwezenlijken.
Organisatie van de marketingafdeling
o Op alle niveaus moet het bedrijf beschikken over medewerkers met de nodige
vaardigheden, motivatie en persoonlijke kenmerken.
o De formele organisatiestructuur en de beslissings- en beloningssystemen!!!
o Marketingstrategie moet binnen de bedrijfscultuur passen.
Controle Je mag niet op verrassingen stuiten, dus moet er constant controle uitgevoerd
worden.
o Marketingcontrole: Het proces waarin de resultaten van het marketingbeleid gemeet
en beoordeeld worden en zo nodig corrigerend optreedt om de
marketingdoelstellingen te realiseren.
o Operationele controle: Controle van de behaalde resultaten t.o.v. het jaarplan en zo
nodig corrigerend optreden.
o Strategische controle: Controleren of de basisstrategie v/h bedrijf aansluit bij de
kansen en sterke punten.
Verantwoording en rendement
o Marketing accountability
o Rendement op de marketinginvestering
o Productieconcept
Hoofdstuk 4 Consumentengedrag
1. Wat zijn de factoren die van invloed zijn op het consumentengedrag? Leg de factoren kort uit.
Geef telkens enkele voorbeelden.
Cultureel Hebben de meeste invloed op consumentengedrag.
o Cultuur; Meest elementaire basis van de wensen en het gedrag van een individu. Je
krijgt dit vooral mee uit het gezin of andere belangrijke instituten in de samenleving.
Verschil tussen Belgen en Nederlanders. Belgen zijn hiërarchisch en
risicomijdend, Nederlands niet. We spreken mss dezelfde taal, maar hebben
niet dezelfde cultuur.
De toenemende aandacht voor gezondheid, desondanks is er in de OESO-
landen een obesitaspercentage van 17%
o Subcultuur; Een groep met sterk overeenkomende waardestelsels op de grond van
een vergelijkbare levenservaring en leefsituatie. Op grond van een aantal gedeelde
eigenschappen kunnen mensen een subcultuur vormen.
Nationaliteiten, religies, etnische groepen, en geografische regio’s
Gedeelde levensstijl, muzikale voorkeur.
Vb. Mean girls, tafels per groep
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MK2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.47. You're not tied to anything after your purchase.