Hierbij verkoop ik de door mij geschreven examenmatrijs. Het hele boek is hierin meegenomen. De examenmatrijs is bedoelt voor het vak Vermogensrecht en Verbintenissenrecht (Privaatrecht). Ik heb dankzij deze examenmatrijs een 7,6 gehaald voor het tentamen.
1.1 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of deze behoort tot het goederenrecht of het
verbintenissenrecht.
- Goederenrecht: absolute rechten die personen hebben over een goed (zeggenschap).
- Verbintenissenrecht: relatieve rechten (juridische relatie tussen personen/partijen).
1.2 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van een absoluut of relatief recht.
- Absoluut recht: een absoluut recht geldt ten opzichte van iedereen.
- Relatief recht: relatieve rechten gelden slechts tegenover één persoon of tegenover
meerdere bepaalde personen. Relatieve rechten ontstaan in veel gevallen doordat twee
mensen een overeenkomst sluiten. Daardoor ontstaan wederzijds rechten en plichten (een
verbintenis).
5 kenmerken van absolute rechten zijn:
1. Derdenwerking: werking van een absoluut recht ten opzichte van iedereen.
2. Zaaksgevolg: recht van degene die een absoluut recht heeft om zijn recht uit te oefenen,
ook als het goed wordt overgedragen aan een andere rechthebbende.
3. Prioriteitsregel: ouder absoluut recht gaat voor een jongere absoluut recht.
4. Separatisme in faillissement: recht van de absoluut gerechtigde om zijn recht uit te
oefenen buiten een faillissement om.
5. Gesloten systeem: systeem dat inhoudt dat er geen andere absolute rechten kunnen zijn
dan de absolute rechten die in de wet worden genoemd.
Inhouding van de absolute rechten:
- De vijf absolute rechten die alleen op zaken kunnen rusten, noemt men de zakelijke rechten.
De zakelijke rechten zijn:
1. Eigendom
2. Erfdienstbaarheid
3. Erfpacht
4. Opstal
5. Appartemensrecht
- De drie overige absolute rechten die op zaken en op rechten kunnen rusten, zijn:
1. Vruchtgebruik
2. Hypotheek
3. Pand
1.3 De kandidaat onderbouwt voor een situatie van welk soort goed(eren) er sprake is.
- Zaken: alle tastbare zaken waarvan een persoon eigenaar kan zijn.
- Vermogensrecht: ieder recht dat op geld waardeerbaar is en zich leent voor overdracht aan
een ander.
- Registergoed: ieder goed dat kan worden overgedragen aan een ander, door inschrijving van
de overdracht in het openbaar register (Kadaster). Zoals;
o Alle onroerende zaken;
o Alle geregistreerde schepen (20 ton of meer)
o Alle geregistreerde vliegtuigen (20 ton of meer);
, o Alle absolute rechten op registergoederen.
- Niet-registergoederen: een goed dat geen registergoed is.
- Roerende zaak: zaken die niet vastzitten aan de grond en dus verplaatsbaar zijn, zoals een
auto, machine of inboedel.
- Onroerende zaak: zaken die vastzitten aan de grond en dus onverplaatsbaar zijn, zoals een
huis, pand of geregistreerde schepen/luchtvaartuigen.
1.4 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of er sprake is van houderschap, eigendom en/of
bezit.
- Houden: duidt erop dat iemand de feitelijke macht over een goed heeft, bijvoorbeeld rijden
in een auto of wonen in een huis. Art. 3:107 BW geeft twee vormen:
1. Houden voor zichzelf: wordt bezit genoemd.
2. Houden voor een ander: wordt houden genoemd.
- Bezit: daarmee wordt bedoeld dat iemand de feitelijke macht over een goed uitoefent en
zich als eigenaar gedraagt.
o Bezit te goeder trouw: bezit waarbij de bezitter op het moment van bezitsverkrijging
mag aannemen dat hij de rechthebbende is.
o Bezit te kwader trouw: bezit waarbij de bezitter op het moment van bezitsverkrijging
had moeten begrijpen, dat een ander de rechthebbende is.
1.5 De kandidaat onderbouwt voor een situatie of deze voldoet aan de vereisten voor overdracht.
- Art. 3:84 BW stelt drie eisen aan een overdracht:
1. Geldige titel
2. Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder
3. Levering
- Geldige titel: met de titel wordt de juridische reden voor de overdracht bedoeld. De titel
geeft antwoord op de vraag waarom het goed wordt overgedragen, bijvoorbeeld een koop-
schenkings en/of een ruilovereenkomst. De titel is ongeldig als de overeenkomst nietig is, of
als het achteraf vernietigd wordt.
- Beschikkingsbevoegdheid van de vervreemder: degene die het goed overdraagt moet het
recht hebben om de rechten van het goed over te dragen aan een ander. Zo is een dief, een
lener of een verhuurder niet beschikkingsbevoegd.
- Levering: bij de levering gaat het om de formaliteiten die nodig zijn voor de overheveling van
het goed van het vermogen van de ene partij naar het vermogen van de andere partij.
1.6 De kandidaat onderbouwt voor een situatie op welke wijze de levering van goederen plaatsvindt.
- Onroerende zaken: bezitsverschaffing
- Registergoederen: voor registergoederen bestaat de leveringshandeling uit de inschrijving
van de transportakte in de openbare registers van het Kadaster.
- Rechten of vorderingen aan toonder: worden overgedragen door bezitsverschaffing.
- Vorderingen op naam: worden geleverd door het opstellen van een akte van cessie en een
mededeling aan de schuldenaar wie zijn nieuwe schuldeiser is geworden.
- Vorderingen aan order: worden overgedragen dor bezitsverschaffing en endossement.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnoniemeStudent010. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.88. You're not tied to anything after your purchase.