Samenvatting van alle punten uit de toetsmatrijs van Kern B (leerjaar 2, periode 5) voor de KTF5. Hierbij komen onderwerpen als statistiek, meetniveaus, variabelen en verschillende onderzoeksvormen naar voren.
, Les 1b - Beschrijvende statistiek
Leerdoelen
De student:
1. Maakt kennis met beschrijvende verklarende en toetsende statistiek;
2. Verwoordt in eigen woorden het verschil in de vier meetniveaus (nominaal,
ordinaal, interval, ratio);
3. Leest informatie af van een frequentietabel en een kruistabel;
4. Verwoordt in eigen woorden het verschil tussen continue en discrete
meetschalen;
5. Legt de begrippen modus, mediaan, gemiddelde, standaarddeviatie en
normaalverdeling uit;
6. Verwoordt in eigen woorden wat statistische significantie is;
7. Interpreteert een betrouwbaarheidsinterval.
8. Complementeert (waar dat van toepassing is) de resultatensectie met
cijfers (statistiek).
Uitwerking leerdoelen
Leerdoel 1: Maakt kennis met beschrijvende, verklarende en toetsende
statistiek.
Beschrijvende statistiek: er wordt een overzicht gemaakt dat in één oogopslag
de relevantste eigenschappen van de verzamelde gegevens weergeeft.
Voorbeelden: frequentieverdeling, een kruistabel of een lijst met
gemiddelden.
Verklarende statistiek: het analyseren en interpreteren gegevens. Hierbij
worden bijvoorbeeld uitkomsten van getallen, grafieken en tabellen verklaard.
Toetsende statistiek: er wordt op basis van een kansberekening een uitspraak
gedaan over de waarschijnlijkheid van een hypothese. De onderzoeksvraag kan
beantwoord worden door deze te ‘vertalen’ in een hypothese.
Voorbeelden: correlatie toets (toets voor verband tussen twee
variabelen) en de variantie analyse (toets voor een verschil tussen
gemiddelden).
Leerdoel 2: Verwoordt in eigen woorden het verschil in de vier
meetniveaus (nominaal, ordinaal, interval, ratio).
De 4 meetniveaus:
1. Nominaal: Hier heeft de waarde die een variabele kan aannemen alleen
de betekenis van een naam. Er is geen sprake van een rangvolgorde.
Voorbeeld: rugnummers van een voetbal elftal. Je kunt niet zeggen dat
de speler met rugnummer 14 beter is dan de speler met rugnummer 7.
2. Ordinaal: geeft alleen een volgorde aan, en geen gemiddelde.
Voorbeeld: 1 = VO / 2 = MBO / 3 = HBO / 4 = UNI.
3. Interval: verschillen hebben wel een betekenis.
Voorbeeld: temperatuur. Het verschil tussen 30° en 40° is hetzelfde als
het verschil tussen 70° en 80°. Je kunt echter niet zeggen dat 80° twee
keer zo warm is als 40°
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyleenders. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.