Op een concrete markt komen vragers en aanbieders op bepaalde tijden direct met elkaar in
contact. Bij een abstracte markt is er geen sprake van een plaats waar vragers en aanbieders elkaar
ontmoeten, een abstracte markt is vaak opgebouwd uit zeer kleine concrete markten.
Een markt brengt de vragers en aanbieders van een product bij elkaar. Op een markt komt een
bepaalde prijs tot stand.
Economen onderscheiden verschillende soorten markten:
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzoekt via budgetonderzoeken aan welke
producten de Nederlander zijn geld besteedt.
De omzet is gelijk aan de prijs x afzet (= hoeveelheid of volume)
2.1 De vraag naar spijkerbroeken
Qv = gevraagde hoeveelheid, P = prijs
Een vergelijking is een individuele vraagfunctie of een individuele vraagvergelijking. Op de
horizontale as van de grafiek staat de gevraagde hoeveelheid en op de verticale as op de prijs.
Als de prijs van een spijkerbroek daalt, koop je meer spijkerbroeken. Hierdoor verandert de vraaglijn
niet. Er vindt een verschuiving plaats over (langs) de vraaglijn.
De prijs van het product is niet de enige bepalende factor voor de gevraagde hoeveelheid.
Veranderingen van inkomen, smaak en de prijzen van andere producten bepalen mede de vraag
naar het product. De veronderstelling dat de andere factoren die de vraag beïnvloeden constant
blijven, noemen we ceteris paribus.
Wanneer je voorkeur uitgaat naar één bepaald merk spijkerbroeken maakt het niet uit wat de prijs
is. Hierdoor verandert de ligging van de vraaglijn. We hebben nu te maken met een verschuiving van
de vraaglijn. Ook als je inkomen of de prijs van concurrerende producten verandert, verschuift de
vraaglijn.
De individuele vraagvergelijking is informatie waar een verkoper weinig aan heeft. Hij wil weten
hoeveel vragers aanschaffen bij een bepaalde prijs. Deze gezamenlijke vraag van alle consumenten
noemen we de collectieve vraag. Een vraagvergelijking geeft het verband weer tussen de prijs van
een product en de totale vraag naar een product.
Zoals individuele vraaglijnen kunnen worden samengevoegd, zo kunnen ook individuele
vraagfuncties worden samengevoegd tot een collectieve vraagfunctie. Om de collectieve
vraagfunctie te maken, worden de individuele vraagfuncties bij elkaar opgeteld.
De collectieve vraaglijn geeft het verband weer tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid door
alle mogelijke kopers. Omdat de collectieve vraag is afgeleid van de individuele vraag, is deze
afhankelijk van dezelfde factoren die de vraag van de individuele consumenten bepalen.
, 2.2 Hoe sterk reageert de vraag naar spijkerbroek op een prijsverandering
De prijselasticiteit van de vraag geeft hoe sterk de vraag reageert op een prijsverandering.
Ev = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid/procentuele verandering van de prijs
Door een prijsverandering kan de omzet toenemen waardoor ook de winst stijgt, maar een
omzetdaling en een lagere winst is ook mogelijk. Het minteken bij de prijselasticiteit van de vraag
(Ev) geeft een tegengesteld of negatief verband aan. Bij een sterke reactie is het getal groter dan 1
en bij een zwakke reactie is het getal kleiner dan 1. Is de absolute waarde van de prijselasticiteit
groter dan 1, is de vraag elastisch. De procentuele vraagverandering is dan groter dan de
procentuele prijsverandering. Is de absolute waarde van de prijselasticiteit kleiner dan 1, is de vraag
inelastisch. De procentuele vraagverandering is kleiner dan de procentuele prijsverandering.
Ek = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid van een product/procentuele
verandering van de prijs van een ander product
Substitutiegoederen zijn goederen die elkaar kunnen vervangen. Bij substitutiegoederen is de
kruislingse prijselasticiteit positief. Complementaire goederen vullen elkaar aan, zij hebben een
negatieve kruislingse activiteit.
Ey = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid/procentuele verandering van het
besteedbaar inkomen
Normale goederen hebben een positieve inkomenselasticiteit, dat wil zeggen dat bij een hoger
inkomen de gevraagde hoeveelheid naar dat goed stijgt. De vraag naar noodzakelijke goederen
reageert niet sterk op een inkomensverandering. Luxegoederen hebben een hoge
inkomenselasticiteit: de vraag is inkomens elastisch. Verder is er bij de meeste goederen sprake van
een verzadigingsinkomen. Vanaf een bepaald inkomen leidt een inkomensstijging niet tot een
verdere toename van de gevraagde hoeveelheid.
Goederen met een negatieve inkomenselasticiteit worden inferieure goederen genoemd. Als het
inkomen stijgt worden de inferieure goederen vervangen door luxere goederen.
Hoofdstuk 3. Productie van een spijkerbroek
3.1 De reis van een spijkerbroek
Tussen de schakels van een bedrijfskolom bevindt zich een markt.
Als een kledingbedrijf alleen kinderkleding gaat verkopen, is er sprake van specialisatie. Bij
specialisatie stoot een bedrijf activiteiten af naar een andere bedrijfskolom. Als een
dameskledingzaak ook herenkleding gaat verkopen, noemen we dit parallellisatie. Bij parallellisatie is
een bedrijf in verschillende bedrijfskolommen actief.
Als bedrijven meerdere schakels uit de eigen bedrijskolommen omvatten, is er sprake van verticale
integratie, meestal kortweg integratie genoemd. Het tegenovergestelde van integratie is
differentiatie. Bij differentiatie wordt een productiefase afgestoten. Ondernemingen kunnen
verschillende redenen hebben om te integreren. Het wegnemen van onzekerheid kan een reden zijn.
Integratie vindt ook plaats indien de transactiekosten te hoog zijn. Transactiekosten zijn alle kosten
die gemaakt worden om een ruil tot stand te brengen en deze af te wikkelen. Als de marktplaats plus
de transactiekosten hoger zijn dan de kosten van het zelf maken van het product, is verticale
integratie voordelig. Het sterk verminderen of elimineren van transactiekosten is de
bestaansvoorwaarde voor veel bedrijven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chimnedegroot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.