Samenvatting voor het tentamen van Privaatrecht. De samenvatting betreft het deel verbintenissenrecht. Zie ook de samenvatting van het deel goederenrecht (ook te vinden als bundel). Ik heb een 8,2 gehaald voor het tentamen door deze samenvatting!
Week 1, les 1 – Het rechtsfeitenschema en de rechtshandeling
Hoofdstuk 1
§1.1
Bij verbintenissenrecht staat de rechtsrelatie tussen personen onderling centraal. De relatie heet een
verbintenis.
Bij goederenrecht staat de rechtsrelatie tussen een persoon en goed centraal.
Bij verbintenissen draait het om personen:
- natuurlijke personen;
- rechtspersonen.
De rechtsrelatie (rechtsverhoudingen) die voorkomen:
1) natuurlijke persoon natuurlijke persoon;
2) natuurlijke persoon rechtspersoon;
3) rechtspersoon rechtspersoon.
Verbintenis = een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is om een prestatie te
leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft.
Schuldenaar = degene die moet presteren.
Schuldeiser = degene die recht heeft op de prestatie.
Indien een rechtsrelatie tussen personen ontstaat, vloeien hier verbintenissen uit voort.
§1.2
Rechtsfeit = een feit dat een rechtsgevolg heeft. Gewone feiten hebben geen rechtsgevolgen.
Rechtsfeiten kunnen worden onderverdeeld in:
- blote rechtsfeiten = geen handeling, maar heeft toch rechtsgevolg;
Bijvoorbeeld: een geboorte of een overlijden.
- rechtens relevante handelingen = een handeling die een rechtsgevolg heeft.
Bijvoorbeeld: een schenking of een arbeidsovereenkomst.
§1.3
Rechtens relevante handeling kunne worden onderverdeeld in:
- feitelijke handelingen;
- rechtshandelingen.
Feitelijke handelingen = handelingen die wel een rechtsgevolg hebben, maar die daar niet op zijn
gericht. De handelende persoon had dus niet de bedoeling het rechtsgevolg tot stand te brengen.
Bijvoorbeeld: een auto-ongeluk.
Rechtshandeling = een handeling, die is gericht op een rechtsgevolg. De handelende persoon wil dus
een bepaald rechtsgevolg tot stand brengen. Wilsuitsluiting is noodzakelijk.
Bijvoorbeeld: een huurovereenkomst.
,Wilsuitsluiting = de handelende persoon laat duidelijk blijken dat hij de bedoeling heeft het
rechtsgevolg tot stand te brengen.
Bij een rechtshandeling speelt de bedoeling (het oogmerk) van de handelende persoon een
doorslaggevende rol.
Art. 3:33 BW → ‘Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgerichte wil die zich door een
verklaring heeft geopenbaard.’
Rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in:
- eenzijdige rechtshandelingen;
- meerzijdige rechtshandelingen.
Eenzijdige rechtshandelingen = het rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door een persoon, zonder
dat de medewerking van een andere persoon nodig is. Er is sprake van wilsuitsluiting van een persoon,
gericht op een bepaald rechtsgevolg.
Bijvoorbeeld: het opstellen van een testament.
Meerzijdige rechtshandelingen = het is noodzakelijk dat twee personen een bepaald rechtsgevolg tot
stand willen brengen. Hiervoor zijn de wilsuitsluitingen van beide partijen vereist. Deze moeten
gericht zijn op hetzelfde rechtsgevolg.
Bijvoorbeeld: een huurovereenkomst.
Eenzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in:
- persoonsgerichte rechtshandelingen;
- niet-persoonsgerichte rechtshandelingen.
Persoonsgerichte rechtshandelingen = worden verricht door een van beide partijen en zijn gericht tot
de andere partij.
Bijvoorbeeld: het opzeggen van een huurovereenkomst.
Niet-persoonsgerichte rechtshandelingen = een handeling die door één partij wordt verricht, maar
die niet tot een specifieke persoon is gericht.
Bijvoorbeeld: aangifte doen van de geboorte van een kind.
Samenvattend: een persoonsgerichte rechtshandeling is gericht tot een bepaald persoon; bij een niet-
persoonsgerichte rechtshandeling is het niet van belang tot wie de handeling is gericht.
§1.4
Meerzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderscheidt in:
- overeenkomsten;
- andere meerzijdige rechtshandelingen.
Een voorbeeld van een ‘andere meerzijdige rechtshandeling’ is het vaststellen van de notulen tijdens een
vergadering.
Art. 6:213 lid 1 BW → Overeenkomst = ‘een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens
een of meer andere een verbintenis aangaan’.
Overeenkomsten kunnen worden onderverdeeld in:
- verbintenisscheppende overeenkomsten;
, - andere overeenkomsten.
Een voorbeeld van een ‘andere overeenkomst’ is de familierechtelijke overeenkomst, het huwelijk.
Verbintenisscheppende overeenkomst (obligatoire overeenkomst) = er ontstaan een of meerdere
verbintenissen tussen partijen.
Verbintenisscheppende overeenkomsten kunnen worden onderverdeeld in:
- eenzijdige overeenkomsten;
- meerzijdige overeenkomsten.
Eenzijdige overeenkomst = schept slecht voor een van beide partijen een overeenkomst.
Bijvoorbeeld: een schenking.
Meerzijdige overeenkomst = beide partijen hebben verplichtingen jegens elkaar.
→ Ook wel wederkerige overeenkomst genoemd = de ene partij een verplichting nakomt ‘in ruil voor’ de
verplichting van een andere partij.
Art. 6:261 lid 1 BW → ‘Een overeenkomst is wederkerig, indien elk van beide partijen een verbintenis op zich
neemt te verkrijging van de prestatie waartoe de wederpartij zich daartegenover jegens haar verbindt.’
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellevortrefflich. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.04. You're not tied to anything after your purchase.