Samenvatting Burgerlijk recht en strafrecht
Functies van recht: Regulerend, pacificerend, beschermend en symbolisch
Recht is een maatschappelijk fenomeen: hoe complexer een samenleving, hoe complexer het
bijhorende rechtsstelsel.
In het recht/ Bij een case :
1) Analyseren: feiten bekijken
2) Kwalificeren: recht toepassen op feiten
3) Juridische vragen stellen
4) Antwoord op de vraag formuleren
Recht = geheel van afdwingbare regels die door de samenleving tot stand komen met als doel de
ordening van de samenleving.
Afdwingbare regels = regels die ons kunnen verplichten om iets wel te doen of niet te doen.
Recht zorgt ervoor dat we onze verantwoordelijkheid opnemen en neemt ons in
bescherming tegen anderen die hun verantwoordelijkheid niet nemen.
Aansprakelijkheid!
Publiek recht = rechtsregels mbt verhouding overheid en burger.
Privaat recht = rechtsregels mbt rechtsverhoudingen tussen private personen.
Verbintenissenrecht
1. Thema 1: algemeen
Verbintenissenrecht = rechtsverhouding tussen personen (natuurlijke personen of rechtspersonen/
organisaties)
Burgerlijk recht = verbintenisrecht
Zakenrecht = rechtsverhouding van personen tav goederen.
Roerende goederen (= kan je bewegen/ mobiliseren) vs onroerende goederen (= kan je niet
bewegen vb. huis, grond…)
Gebruiks- en verbruiksgoederen
Goederen in vs buiten de handel (vb. drugs -> illegaal dus geen zakenrecht rond)
Verband: Eigendom verwerven via overeenkomst
Yola Van Assche 2019 - 2020 1
,Eigendom:
Iets in je bezit hebben betekent niet dat je ermee mag doen wat je wil. Als je eigenaar ervan bent,
mag dit wel. Vb. huren van woning (bezit, geen eigenaar ervan).
Eigendomsrecht = je hebt beschikkingsrecht, je mag ermee doen wat je wil.
Mede-eigendom = meerdere personen hebben eigendomsrecht dit kan gedwongen of vrijwillig.
Rechtsbron: Burgerlijk rechtsboek: personen, goederen en verschillende beperkingen van eigendom,
op welke wijze eigendom verkregen wordt, huurwetgeving, hypotheekwetgeving.
De verbintenis = rechtsverhouding tussen personen, waarbij 1 of meerder personen een prestatie
moeten leveren, nl. iets geven, iets doen, iets niet doen.
Is afdwingbaar
Bij verbintenis heb je :
- Een schuldenaar = heeft een schuld tegenover de schuldeiser.
- Een schuldeiser = heeft een schuldvordering tegenover de schuldenaar, heeft recht om de
schuld op te vragen.
Gaat altijd over een “voorwerp” : prestatie verwacht van elkaar.
1.1 Bronnen van verbintenisrecht
Hoe komen verbintenissen tot stand?
- Overeenkomst : gewild en bewuste verbintenis
- Onrechtmatige daad: niet gewild, maar dingen die gebeurd zijn vb. misdrijf
- Rechtsfeiten/ oneigenlijke contracten: iemand heeft fout begaan waardoor bvb schade
veroorzaakt wordt. Buiten toedoen van schuldenaar.
Oneigenlijke contracten: ( Niet gelijk aan buitencontractueel!)
- Zaakwaarneming vb. huis van buurman loopt onder water terwijl hij op vakantie is. Jij regelt
dit, maar buurman moet dit terugbetalen.
- Onverschuldigde betaling vb. mama en papa betalen dezelfde rekening -> te veel geld moet
teruggestort worden.
1.2 Modaliteiten van verbintenissen:
• Voorwaardelijke verbintenissen
Verbintenis is voorwaardelijk als het ontstaan of het tenietgaan ervan afhankelijk wordt gemaakt
van een voorwaarde, een toekomstige en onzekere gebeurtenis.
2 voorwaarden:
- Opschortende voorwaarde: verbintenis bestaat pas nadat voorwaarde vervuld is
- Ontbindende voorwaarde: verbintenis gaat teniet zodra de voorwaarde vervuld is.
Niet potestatief = Voorwaarde waarvan vervulling van andere partij afhangt. Toekomstige
gebeurtenis moet iets zijn waar jij geen controle over hebt.
• Verbintenissen met tijdsbepaling
Tijdsbepaling laat uitvoering van verbintenis afhangen van een zekere toekomstige gebeurtenis.
- Opschortende tijdsbepaling: Verbintenis wordt, geheel of gedeeltelijk, pas uitgevoerd na
een zekere tijd/gebeurtenis.
Yola Van Assche 2019 - 2020 2
, - Ontbindende/ uitdovende tijdsbepaling: Verbintenis dooft uit na een zekere tijd of
gebeurtenis.
• Hoofdelijke verbintenis: meerdere schuldeisers en/of schuldenaren in verhaal.
- Hoofdelijkheid tussen schuldeisers: Elk van de schuldeisers kan aan de schuldenaar de
gehele prestatie vragen.
- Hoofdelijkheid tussen schuldenaars: De schuldeiser kan aan elk van de schuldenaars de
gehele prestatie vragen.
Moet uitdrukkelijk in overeenkomst opgenomen worden of voorzien zijn door de wet.
1.3 Bewijs van verbintenissen
Wie heeft bewijslast?
• Wie het bewijs van een verbintenis inroept, moet ze bewijzen
• Wie zegt dat de schade vergoed heeft, moet de ‘betaling’ bewijzen of bewijzen dat de
verbintenis is tenietgegaan.
Soms “ omkering” van bewijslast (beschermingsmechanisme) = wetten waarbij de ene partij zwakker
is. vb. zwangere WN mag je niet zomaar ontslaan -> WG moet aantonen waarop hij ontslagen heeft.
Welke bewijsmiddelen zijn nodig? Altijd te controleren.
- Schriftelijk : authentieke akte (door notaris) , onderhandse akte, geschrift
- Getuigenbewijs: rechtshandelingen tot 375 euro en rechtsfeiten
- Vermoedens: feitelijke en wettelijk -> uit aantal omstandigheden afleiden dat er een
overeenkomst was
Vb. auto kost 378 euro dus moet schriftelijk en geen getuigenbewijs.
Bekentenis : gerechtelijke en buitengerechtelijke
Eed: beslissende, aanvullende of schattingseed
Moderne technieken: alternatieven voor schriftelijk bewijs -> meestal begin van bewijs want mss
aanpassen of frauderen vb. mail, sms…
Zwartwerk is niet zonder contract -> er is wel degelijk een overeenkomst, maar niet schriftelijk.
1.4 Uitdoven van verbintenissen
Einde van verbintenis:
• Betaling (= meest voor de hand liggende manier, maar gaat niet altijd over een geldsom)
Het uitvoeren van de prestatie waartoe je je verbonden hebt. -> normale wijze van tenietgaan
van overeenkomst
• Schuldvernieuwing: nieuwe verbintenis komt in de plaats van de oorspronkelijke verbintenis die
verdwijnt. Wilsovereenstemming tussen partijen nodig!
Situaties van schuldvernieuwing:
- Het voorwerp van de verbintenis/ de schuld wijzigt vb. verhuur van zelfde appartement,
maar parking wordt nu ook verhuurd.
- Een nieuwe schuldenaar
- Een nieuwe schuldeiser
• Schuldvergelijking: als 2 personen elkaar schuldenaar zijn en dus wederzijdse schuldvorderingen
hebben: schuld gaat teniet ter waarde van de laagste schuld.
Yola Van Assche 2019 - 2020 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yolava. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.