100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting colleges motor control leerjaar 2 - periode 1 $7.05   Add to cart

Summary

Samenvatting colleges motor control leerjaar 2 - periode 1

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting colleges motor control

Preview 3 out of 18  pages

  • July 1, 2021
  • 18
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Motor control
MTCRL 1 – beperkingen van motorische controle – een overzicht van neurologische beperkingen
Behandeling:
 Kennis:
o Pathofysiologie van motorische controle
o HOACH  herkennen op basis van kennis, wanneer jij geen kennis hebt zal je het beeld ook
niet herkennen. Hoe groter de kennis hoe sneller je symptomen gaat herkennen.
o Je eerste diagnose is nooit volledig fout.
o KIT model  kennis, interpreteren en toepassen
 Vaardigheden:
o Faciliteren, welke klinimetrie/interventie
 Attitude:
o Hoe ga ik om met een afasie of een andere attitude van de patiënt
 Bijeenkomsten sociale vaardigheden

Classificatie beperkingen:
 Tekenen vs symptomen
o Ondersteuning herkenning medisch probleem:
 Symptomen worden door de persoon beschreven
 Tekenen zijn objectiveerbare indicaties
 De combinatie kan suggestief zijn voor een diagnose
o Een ziekte kent een aantal fenomenen die van de patiënt zijn(bv: ik voel me niet lekker), aan
de andere kant is er een ontstekingswaarde in het bloed aanwezig. De ziekte wordt niet
alleen bepaald door de harde feiten. In de signs  harde diagnostische gegevens
o Er is geen combinatie die zegt dat heb jij, maar combinaties maken een aandoening
suggestief.
o Positieve vs negatieve tekenen/symptomen:
 Ontstaan van abnormale gedraging
 Verlies normaal gedrag
 Negatieve tekenen/symptomen:
- Desintegratie van neurale functies
 Positieve tekenen/symptomen:
- Versterking of openbaar worden van lage niveaus door gebrek aan inhibitie
o In de sfeer van neurologie kom je signs en symptomps tegen, maar vanuit de leertheorieën
kom je ook negatief en positief tegen. Dit is een classificatie waardoor je een passing kunt
maken binnen een zenuwschade. Over het algemeen hebben mensen met een zenuwschade
hersenletsel.
o Functionaliteiten vallen wel door een beschadiging, maar er komt in de positieve zin niks
voor terug dus dit is een negatief teken.
o Positief kenmerk  na een beschadiging op laag niveau/spinaal niveau fenomeen gaan zien
die er in normale omgeving niet is.
 Primaire versus secundaire effecten:
o Wanneer een beschadiging heeft plaatsgevonden,
wanneer er een uitval in functie uitvalt door
hersensletsel dan komt dit niet meer terug. Dit kan
niet meer hersteld worden en je krijgt er een
spasticiteit voor terug.
o Wanneer je niet beweegt veranderd de mobiliteit,
functionele beweging en het kraakbeen.

,Motore cortex defecten:
 Motorische zwakte:
o De onmogelijkheid om normale kracht te leveren
 Normale kracht houdt in:
- Het aantal motor units dat aanspant
- Het type motor units dat aanspant
- De frequentie van het actiepotentiaal
 Krachtsverlies:
- Spierzwakte is het onvermogen, pt. heeft geen toegang tot het gebruik van de
spier. Wanneer je deze niet kunt aansturen gaat de spier zich ook aanpassen.
o Parese  verlamming
o Paralyse  hij ligt eruit(bv: wanneer een zenuw helemaal doormidden is gesneden)
 Acute fase  desintegratie van het systeem, dit gaat om in een parese.
o Hemiparese  halfzijdige verlamming
o Hemiplegie
o Distaal meer uitval dan proximaal
o Krachttesten bij neurologische patiënten zijn discutabel.
 Abnormale synergiën:
o De productie van onnodige bewegingen in een gewricht en in spieren.
o Niet direct betrokken in een functionele taak.
o Wanneer je beweegt maak je gebruik van een synergie, dit is iets wat bij jou hoort en
waardoor mensen bv je loop herkennen.
o Wanneer synergiën voorspelbaar worden of op 1 manier demonstreren dan heb je te maken
met turnen of met een pathologische synergie. Dit geeft een stereotype karakter.
o Synergie is er ook wanneer de pt er geen gebruik van wil maken, hij is nm. gefixeerd.
o Herstelverloop:
 In het algemeen na een acuut fenomeen hersenschade is er geen tonus en geen kracht.
Het verloopt van evt. herstel van hersenschade(in het plaatje), niet iedereen halt deze
stadia. Dit heeft te maken met de locatie van het trauma en wat verdere
problematieken zijn. De ontwikkeling wordt beïnvloed door comorbiditeiten.
 Co-activatie:
o Aanspannen van agonist en antagonist
o Wanneer hebben wij een co-activatie?
 Bij ouderen geeft co-activatie in het begin van een beweging vertraging in de beweging.
o Natuurlijk fenomeen  stabilisatie rond het gewricht, je hebt het nodig om goed te kunnen
stabiliseren
o Het moment dat de co-activatie krijgt is niet altijd gewenst. Bij oudere treedt dit meer op en
oudere zijn trager in de beweging. De co-activatie laat traag los, het terugtrekkende weefsel
is traag. Dit komt niet door de hersenschade maar door slijtage en stijfheid.
 Spasticiteit:
o Abnormale spiertonus
o Range van spiertonus:
 Slapheid
 Hypertonie
 Normaal
 Spasticiteit
 Stijfheid
o Tonus is geen kracht, tonus is een spanningsdetectie in een systeem. Tonus is
voorwaardelijk om daar kracht op los te laten.
o Kracht is de kwaliteit van de kabel.

, o Wij hebben een normale tonus, maar hij kan ook te laag zijn. Hij is in zijn uitvoering te
langzaam. Normale tonus komt bij een hersenbeschadiging niet meer terug. Tonus kan wel
fluctueren tussen hyper en hypotoon. Wanneer je het test met passief bewegen haal je eruit
welke van de twee het is.
 Spasticiteit is een lastig begrip:
o Hyper-actieve stretch reflex(myotatische reflex)
o Abnormale stand van de ledenmaten
o Excessieve co-activatie antagonist
o Geassocieerde reacties
o Clonus(spinaal>corticaal)
o Stereotiep
o Wat is nou een spasme?
 Per definitie is dit een weerstandsafhankelijke weerstand, hoe sneller je gaat bewegen
hoe meer weerstand je krijgt. Dit is in de ene richting meer dan in de andere richting.
Ga je sneller dan neemt de weerstand toe, maar het verschil tussen de ene en de
andere kant niet. Hoe langzamer je beweegt hoe minder last je hebt van spasme. Dit is
per pt. verschillend.
 Door abnormale spasmes gaan bepaalde lichaamsdelen ook abnormale standen
aannemen. Gebrek aan controle vanuit de hersenen geeft geassocieerde reacties die
ontstaan aan de gezonde kant, wanneer je beweegt met weerstand dan kan het goed
zijn dat het andere been in strek functie schiet.
 Weerstandsafhankelijke weerstand door passieve bewegingen in de ene richting meer
dan in de andere richting.
o Definitie:
 Spasticiteit is een motorische ontregeling gekarakteriseerd door een
snelheidsafhankelijke toename van de spierspanning met verhoogde spierspanning met
verhoogde peesreflexen, t.g.v. overprikkelbaarheid van de rekreflex als een onderdeel
van het ‘upper motor neuron syndrome’(UMNS).
 Output komt van de motore cortex uit je hersenen, daar zit een probleem. Sensore informatie
wordt nog wel verwerkt, maar de output gaat niet naar de motore cortex maar naar wat eronder
zit. Spasticiteit ontstaat niet op de motore cortex maar op lagere niveaus.

Cerebellaire defecten:
 Hypotonie:
o Vaak ook bij ontwikkelingsproblemen zichtbaar (down syndroom)
o Vermindering van de aanspanning van een spier bij verlenging(antagonist).
o Tonus in een ziektebeeld. Cerebellum stuurt aanlopend aan bij een genetisch effect. Dit
kenmerk van down, bepaalde coördinatie verloopt niet goed, het leerproces ook niet.
Adequaat aansturen en ontspannen van spiergroepen.
 Coördinatie –problemen (ataxie: wanordelijk bewegen)
o Van beweging
o Balans:
 In de gewrichtssystemen is dit slecht, giving away.
o Evenwicht:
 Probleem van het hoofd en de zwaartekracht.
o Bij coördinatie moet je bij cerebellaire bewegingen weten dat het geen vast patroon heeft.
o Ataxie  meer bewegingen zijn snel, abrupt, doel wordt voorbijgeschoten, wanorde enz.
o Dismetrisch/dysmetria(hyop/hyper), dysdiacochokinesia  afstand inschatten is slecht.
o Beweging, balans en evenwicht worden alle drie georganiseerd in de kleine hersenen.
o Alcohol heeft geen invloed op de beweging en het evenwicht, alleen op de balans. Het
denken is niet beïnvloed, maar het uitvoeren is wel beïnvloed wanneer je alcohol gebruikt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimvdeijnde. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.05
  • (0)
  Add to cart