WEEK 5
4.2 Wederrechtelijkheid als wettelijk bestanddeel
4.2.4 Wederrechtelijkheid als bestanddeel en beroepen op rechtvaardigingsgronden
Als wederrechtelijkheid als bestanddeel in de delictsomschrijving is opgenomen, en de dader een
geslaagd beroep op een rechtvaardigingsgrond kan doen, vervalt de wederrechtelijkheid en is er
dus niet voldaan aan de delictsomschrijving. Er volgt dus vrijspraak. Alleen wanneer de
wederrechtelijkheid niet in enigerlei vorm in de delictsomschrijving is opgenomen, leidt een
rechtvaardigingsgrond tot ontslag van alle rechtsvervolging. De rechtspraak is hier alleen niet
altijd consequent in.
4.3 Het ontbreken van de wederrechtelijkheid
4.3.1 Formele en materiële wederrechtelijkheid
Uitgangspunt: iedere delictsomschrijving is een omschrijving van een wederrechtelijke gedraging
en de vervulling van de delictsomschrijving veronderstelt dat er sprake is geweest van een
wederrechtelijke gedraging. Het vervullen van de delictsomschrijving levert het vermoeden van
wederrechtelijkheid op.
In gevallen waarin de wederrechtelijkheid niet opgenomen is als bestanddeel, kan de
wederrechtelijkheid ontbreken, ondanks de vervulling van de delictsomschrijving.
Hoofdopvattingen over het opheffen van het vermoeden van wederrechtelijkheid:
Formele wederrechtelijkheid: degene die de strafwet overtreedt, handelt ipso facto
wederrechtelijk, tenzij de wet zélf de wederrechtelijkheid met zoveel woorden opheft >
wettelijke rechtvaardigingsgronden of rechtvaardigende strafuitsluitingsgronden.
Algemene rechtvaardigingsgronden (Art. 40 Sr):
Noodtoestand
Noodweer
Ambtelijk bevel
Wettelijk voorschrift
Deze leer schiet tekort want, soms wordt het vermoeden van wederrechtelijkheid door de
feitelijke omstandigheden van het geval weersproken. Wederrechtelijkheid kan daarom
niet uitsluitend worden gezien als 'wederwettelijkheid' of 'onwetmatigheid'.
Materiële wederrechtelijkheid: De delictsomschrijving is vervuld en er is een reden om de
wederrechtelijkheid afwezig te achtten, maar er doet geen van de door de wet genoemde
rechtvaardigingsgronden voor. (Veearts-arrest)
4.3.2 De leer van de materiële wederrechtelijkheid
Onder uitzonderlijke omstandigheden kan er een beroep worden gedaan op de buitenwettelijke
rechtvaardigingsgrond: afwezigheid van de materiële wederrechtelijkheid. De rechter betreedt hier
het terrein van de wetgever, maar de daaruit voortvloeiende straffeloosheid berust op extensieve of
analoge interpretaties ten gunste van de verdachte.
In de Noot van het Veearts arrest zegt Taverne: er is sprake van een kwalificatieverweer, de wet is
te ruim geformuleerd door wederrechtelijkheid niet als bestanddeel op te nemen. De
wederrechtelijkheid werd 'ingelezen', waardoor het tenlastegelegde niet meer te kwalificeren was.
Volgens hem was er dus niet sprake van een strafuitsluitingsgrond.
,Samenvatting Inleiding Strafrecht toets 2
Later is de leer van de materiële wederrechtelijkheid in situaties van alternatieve hulpverlening
(zie blz. 171-173) toegepast door de (lagere!!!!) rechter. Er waren twee mogelijke oplossingen: bij
de kwalificatiebeslissing werd het concrete geval niet onder de strafbepaling gerubriceerd (omdat
deze te ruim blijkt te zijn geformuleerd) of de wet wordt aangepast.
Bij het HR is er een groot obstakel gebleven voor de toepassing van de leer van de materiële
wederrechtelijkheid. Een advocaat zal hier dus ook niet snel een beroep op doen. Vaak wordt door
de rechter vastgesteld dat het doel ook op een andere, wél legale manier had kunnen worden
bereikt. Sommige lagere rechters accepteren wel een beroep op het ontbreken van de materiële
wederrechtelijkheid.
Er moet sprake zijn van:
Een redelijk middel tot een redelijk doel
Het doel moet een evident voordeel voor de rechtsorde betekenen
Er moet zoveel mogelijk een belang worden beschermd dat in het verlengde van het door
de wet beschermde belang ligt
Het middel is onmisbaar en niet vervangbaar door een ander middel
Er moet ook gekeken worden naar sympathie en antipathie, is de sympathie van de dader alleen
geworteld in het eigen belang of daadwerkelijk in het belang van de sociale orde?
WEEK 6
8.1 Onvoltooide delictsvormen
Art. 45-46b Sr: voorwaarden voor strafbaarheid voor iemand waarin de voltooiing van zijn delict
niet slaagt (bv. in eerder stadium betrapt).
Pogen: streven zonder te slagen doordat er een verhindering is opgetreden.
Art. 45 Sr: strafbare poging, de dader heeft een begin gemaakt met de uitvoering van een misdrijf.
Art. 46 Sr: algemene strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen ten aanzien van misdrijven
waarop een gevangenisstraf van 8 jaar of meer is gesteld.
Deze artikelen zijn een uitbreiding van de strafrechtelijke aansprakelijkheid. Poging en
voorbereiding zijn geen op zichzelf staande gedragingen en dienen in samenhang met de
delictsomschrijving van het desbetreffende grondfeit (het voorgenomen delict) te worden gelezen.
8.2 De strafbare poging
8.2.1 Voorwaarden voor een strafbare poging
Een voornemen van de dader
Een begin van uitvoering
Een poging is straffeloos als de dader uit eigen wil stopt met verder handelen (art. 46 Sr).
Strafbare poging:
'Voltooide' poging (délit manqué): De dader is niet tot voltooiing van een misdrijf
gekomen, terwijl er van zijn kant wel alles wat maar mogelijk was is gedaan om die
voltooiing te bereiken. Bv. slachtoffer is extra sterk, waardoor het moeilijk is voor de
dader om het slachtoffer te beroven.
, Samenvatting Inleiding Strafrecht toets 2
'Onvoltooide' poging (tentative): In een vroeg stadium van de uitvoering van het misdrijf
treedt een verhindering op om dit te voltooien.
Verschil is van belang in verband met de voorwaarden waaronder men zich met succes kan
beroepen op vrijwillige terugtred. Bv. Buurman betrapt inbrekers die nog maar net zijn begonnen
met de inbraak en daarom wegvluchten.
Belangrijke wettelijke beperkingen aan de strafbaarheid van de poging (niet voltooid delict is
minder erg dan voltooid delict):
Het moet gaan om een voorgenomen misdrijf: Overtredingen zijn minder erg, dus poging
tot een overtreding is niet strafbaar.
Délit-barrière: De overtreding waar het eigenlijk om te doen is, kan worden vermeden
door de strafbaarheid van de voorfase.
Dit komt voor bij lagere wetgevers. Aangezien lagere wetgevers (bv. Gemeente) in hun
verordeningen alleen overtredingen kunnen opnemen, en een poging hiertoe dus niet
strafbaar is. Lagere wetgevers hebben soms wel behoefte aan het strafbaar stellen van een
poging tot de overtreding, om zo te voorkomen dat de overtreding plaatsvindt. De lagere
wetgevers maken dan van de handelingen die men doet bij de poging een overtreding
opzich.
Het strafmaximum van een poging is een derde lager dan het strafmaximum bij voltooiing
van het desbetreffende misdrijf. Máár een poging is géén straf verlagende omstandigheid,
het is juist een uitbreiding van de strafbaarheid, omdat zonder de regeling van de poging
er helemaal geen sprake zou zijn van een strafbaar feit.
8.2.2 Gevallen waarin poging uitgesloten of problematisch is
Bij sommige delicten of soorten delicten is poging niet strafbaar. Deze is dan wettelijk uitgesloten
of moeilijk denkbaar.
Uitsluiting van de wet: Een poging tot het misdrijf is van een te licht kaliber om strafbaar
te zijn.
Delict is weerspiegeling van een vorm van poging: Bijv. 'aanslag', dit begrip omvat
uitdrukkelijk een voorgenomen feit, met de uitvoering waarvan een begin is gemaakt.
Bijkomende voorwaarde van strafbaarheid opgenomen: Bijv. iemand verleent hulp bij
iemands zelfdoding, dit is pas strafbaar als de zelfdoding ook echt volgt. (causaal verband
tussen bijkomende voorwaarde en overige delictsinhoud). Of: Een Nederlander is
strafbaar als hij een serieuze poging heeft gedaan om vrijwillig in krijgsdienst te treden
bij een mogendheid waar Nederland in vooruitzicht oorlog mee krijgt, als deze oorlog ook
daadwerkelijk uitbreekt. (Geen causaal verband tussen de bijkomende voorwaarde en de
overige delictsinhoud).
Poging tot een omissiedelict: Een omissiedelict houdt in dat iemand iets níet doet, maar
hoe weet je wanneer iemand is begonnen met de uitvoering van iets niet doen waar
handelen verplicht is? Dit zal moeten worden bepaald aan de hand van de situatie.
Dit kan ook zo zijn bij een oneigenlijk omissiedelict: Bijv. het wordt ontdekt dat een
moeder haar kind laat verhongeren -> poging tot moord
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annee34. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.