Het verstrekken van filamenten (thermoplastische vezels)
heeft invloed op de spinoriëntatie. Hoe meer verstrekking
(van boven naar beneden), hoe meer georiënteerd en dus
hoe kristallijner de vezels.
In kristallijne gebieden zijn polymeerketens net en
gestructureerd. Kristallijne gebieden hebben invloed op
treksterkte, stijfte, spanning, smeltpunt, etc.
In amorfe gebieden zijn polymeerketens chaotisch. Amorfe gebieden
zijn verantwoordelijk voor kleurstofopname, wateropname, rek,
chemische reactiviteit, etc.
SS-grafiek / stress-strain grafiek
Een stress-strain grafiek kan voor zowel vezels als garens en doeken gemaakt worden.
Strain drukt de rek uit als percentage van de originele lengte. Hoe meer de curve langs de strain-
as loopt, hoe meer rek de vezel heeft.
Als je een 10 cm lange vezel hebt die je 2 cm uitrekt, heb je 20% rek (2/10 x 100%).
(Specific) stress is de kracht die je op een vezel kunt zetten,
voordat deze breekt. De eenheid van stress is onbekend. Specific
stress wordt uitgedrukt in gram per denier. Hoe meer de curve
langs de stress-as loopt, hoe meer kracht de vezel aankan.
Als je een vezel van 5 denier maximaal kan uitrekken met 10 gram,
is de treksterkte 2 gram per denier (10/5 = 2).
De glasvezel (blauw) kan relatief gezien veel kracht hebben
(stress), waardoor je kunt concluderen dat het een sterke
vezel is. Daartegenover heeft deze vezel maar weinig rek
(strain). De katoenvezel (groen) heeft relatief gezien redelijk
wat rek, maar is in vergelijking met de glasvezel zwak. De
wolvezel (rood) is iets zwakker dan de katoenvezel (stress),
maar heeft wel veel meer rek. Elastaan heeft relatief gezien
heel veel rek, maar is ook heel erg zwak.
Het is belangrijk om het verloop van de grafiek relatief te zien
met andere variabelen of waarden in de grafiek. Glas is ten
opzichte van wol bijvoorbeeld helemaal niet rekbaar, terwijl in
vergelijking met PBO juist wel.
Tenacity is de specific stress overeenkomstig met het breekpunt (op
een SS curve).
Vezel deformatie ‘fases’ (bij verstrekt garen)
1. Hookean Elasticity region / elastische deformatie: deze
fase houdt in dat bij het loslaten na het trekken aan de
vezel, de vezel weer helemaal terug gaat naar zijn
originele vorm. Deze fase loopt tot het yield point (het
omslagpunt tussen elastische en plastische deformatie).
Een steile hoek betekent dat er veel kracht nodig is in
deze fase en dat er dus sprake is van een stugge/
brosse vezel.
, Een vlakke hoek betekent dat er weinig kracht nodig is in deze fase en dat er dus
sprake is van een flexibele vezel.
2. Plastic deformation / plastische deformatie: deze fase houdt in dat bij het loslaten na
het trekken aan de vezel, de vezel niet meer helemaal terugkeert naar zijn originele
vorm. De polymeerstructuur wordt verandert. Hoe verder in deze fase, hoe minder de
vezel terug zal rekken en dus hoe minder elastische deformatie. Deze fase loopt voorbij
het yield point.
3. Versterking & breek: deze fase houdt in dat er na volledige herpositionering (in de
richting waar aan wordt getrokken) van de moleculen aan de vezel wordt getrokken tot
het breekpunt. Bij het beginnen van deze fases hebben de moleculen geen ruimte
meer op de bewegen/herpositioneren, waardoor de polymeerketens alleen nog maar
worden opgerekt, waarna ze breken. Omdat er nog redelijk wat kracht nodig is in deze
fase, zonder dat de vezel veel rek geeft, loopt deze curve aardig wat op. Hoe hoger het
breekpunt, hoe meer kracht je nodig hebt om de vezel te breken.
Amorfe vezel (oranje)
Bij een amorfe vezel hebben de polymeren nog heel veel ruimte om mee te rekken,
waardoor deze vezel met minder kracht makkelijker en verder rekt.
Kristallijne vezel (blauw)
Bij een kristallijne vezel liggen de vezels al geordend, waardoor er weinig ruimte is om mee
te rekken. Je zult veel harder moeten trekken om dezelfde rek te krijgen als bij een amorfe
vezel. Daarom loopt deze curve steiler.
Hoe groter de ruimte onder de lijn/curve, hoe meer energie je nodig hebt om de vezel te
breken en dus hoe sterker de vezel is. De ruimte onder de curve wordt ook wel work of
rupture genoemd.
Elastisch herstel / hysteresis
Hysteresis is het resultaat van het uitrek- en terugrekgedrag van de vezel. De bovenste lijn is het
uitrekgedrag en de onderste lijn is het terugrekgedrag. Het resultaat van hysteresis wordt
weergegeven in percentage plastisch/elastische deformatie.
Voorbeeld 1
Originele vezel van 10 cm wordt 1 cm uitgerekt. Na het
uitrekken is de vezel 10,2 cm. Dat betekent 20%
plastische deformatie, 80% elastische deformatie.
Voorbeeld 2
Originele vezel van 10 cm wordt 1 cm uitgerekt. Na het
uitrekken blijft de vezel 11 cm. Dat betekent 100%
plastische deformatie.
Voorbeeld 3
Originele vezel van 10 cm wordt 1 cm uitgerekt. Na het
uitrekken is de vezel weer 10 cm. Dat betekent 100%
elastische deformatie.
Young’s modulus / initial modulus
De Young’s modulus/initial modulus is de relatie tussen
stress en verlenging (in fase 1 van vezeldeformatie). Dit is
belangrijk voor productontwikkelaars, omdat je niet wilt dat
je vezel breekt en omdat je niet wilt dat je vezel plastisch
deformeert. Je wilt dus alleen kijken naar het gedrag van
de vezel in fase 1 (elastische deformatie), waarbij de vezel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daisyvanderzwet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.