100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'Van leertheorie naar praktijkonderwijs' $3.46   Add to cart

Summary

Samenvatting 'Van leertheorie naar praktijkonderwijs'

 21 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document omvat een samenvatting van 37 pagina's. Hoofdstuk 1 t/m 6 en hoofdstuk 8 zijn samengevat. Ik heb deze samenvatting gemaakt voor het tweede leerjaar van de pabo (KPZ) voor het vak “LOGO”. ISBN: 6204

Preview 4 out of 37  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 6 en hoofdstuk 8
  • July 1, 2021
  • 37
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
VAN LEERTEHORIE NAAR ONDERWIJSPRAKTIJK

Hoofdstuk 1
Gedurende ons hele leven leren we. We doen dit op verschillende wijze. Iedereen heeft zijn eigen
leerstijl en leer- en kennisopvatting.

School is niet de enigste plek waar je leert. In je omgeving leer je het meest. Gemiddeld zijn we twee
uur en drie kwartier per dag aan het leren. Je kunt onderscheid maken tussen leren op school en
leren buiten school. Het onderscheid de plaats, maar ook de inhoud van het leerproces. Het leren op
school is doelgericht, didactisch gestructureerd en kent een specifiek voor het leren ingerichte
omgeving of organisatie. Het is naar inhoud en vormgeving door anderen gepland en bepaald ter
realisering van leerdoelen die veelal ook door anderen zijn vastgesteld. Het heeft een min of meer
context vrij karakter dat weinig te doen heeft met de werkelijkheid die leerlingen buiten school
ervaren. Er is vaak weinig leermotivatie en inzet.

Het schoolse leren heet ook wel formeel of intentioneel leren. Het leren in buitenschoolse
leeromgevingen waar vooraf gestelde leerdoelen ontbreken en externe en didactische sturing
afwezig zijn heet informeel of incidenteel leren. Ook wel natuurlijk of spontaan leren. Er bestaat ook
nog een derde vorm van leren namelijk non-formeel leren.
Formeel leren is dus georganiseerd, gestructureerd door leerdoelen, er is leertijd, didactische
ondersteuning dat voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen. Dit leren leidt tot een diploma of certificaat.
Informeel leren is niet doelgericht en georganiseerd. Het kan altijd en overal plaatsvinden (gezellig
avondje met vrienden maar ook op school). Het leren leidt niet tot een diploma. Non-formeel leren is
doelgericht en georganiseerd en vindt veelal plaats buiten regulier onderwijs. Voorbeelden zijn het
bezoeken van congressen, het volgen van cursussen of trainingen etc. Je kunt er een certificaat mee
behalen maar dat hoeft niet.

Volgens Bolhuis is het grootste verschil tussen formeel en informeel leren de mate waarin het leren
door anderen dan wel door de lerende zelf wordt gestuurd. In de toekomst willen we formeel en
informeel leren afwisselen. In de praktijk gaat de tweedeling in leervormen niet altijd op. Dit blijkt uit
werkplekleren. Het leren in de authentieke beroepssituatie. Deze vorm van leren die buiten school
plaats vindt heeft een intentioneel en informeel karakter tegelijk.

Er zijn nog meer veelvoorkomende indelingen met betrekking tot leren. Als we de leerinhoud als
indelingscriterium nemen hebben we cognitief, sociaal-affectief, psychomotorisch en
competentieleren. Letten we op wie de sturing van het leerproces uitvoert dan hebben we geleid,
begeleid en zelfstandig of zelfregulerend leren.

Aan het einde van de negentiende eeuw was er sterke belangstelling voor het verhelderen van het
onderscheid tussen rijping en leren en hoe deze processen zich verhouden tot het begrip
ontwikkeling. Rijping zou een voorwaarden zijn die leren mogelijk maakt. Tegenwoordig maken
psychologen minder onderscheid tussen rijping en leren.

De discussie rond rijping en leren heeft input gekregen van neurowetenschappen, met name
breinonderzoek. De hersenstructuur bestaat grofweg uit de grote hersenen, kleine hersenen en de
hersenstam. Het bovenste gedeelte van de stam wordt gevormd door middenhersenen en pons en
het onderste, het verlengde merg, vormt de verbinding met het ruggenmerg. De hippocampus is ook
belangrijk voor het geheugen.

,De grote hersenen zijn verdeeld in twee helften oftewel hemisferen die onderling verbonden zijn
door de hersenbalk. De buitenkant bestaat uit de cortex of de hersenschors en ligt om de
middenhersenen. Elke hersenhelft bestaat uit vier kwabben met elk hun eigen functies:
1. Frontaalkwab (frontale cortex). Beoordeling, problemen oplossen, spreken, schrijven,
concentratie, impulscontrole, doelgerichtheid, intelligentie en zelfbeeld. In de prefrontale
cortex dat achter ons voorhoofd ligt, vinden veel leerprocessen plaats en worden complexe
cognitieve vaardigheden geregeld. Ook wel de topmanager van het brein genoemd. Dit is pas
in de late adolescentie uitgerijpt.
2. De wandkwam (pariëtale cortex). Deze gaat onder andere over interpretatie van taal, visuele
perceptie, interpreteren van zintuigelijken en geheugensignalen, tastzin en controle over
lichaamsdelen.
3. De achterhoofdskwam (occipitale cortex). Deze interpreteert kleur, licht en beweging.
4. De slaapkwab (temporale cortex). Begrijpen van taal, geheugenprocessen, motivatie, gehoor
en is het centrum van onze emoties.
De kleine hersenen (cerebellum) spelen een belangrijke rol bij het vloeiend laten verlopen van een
beweging. Het brein ontwikkelt zich tot ruim het 20 ste levensjaar.

Volgens Crone is de grote structuur er, maar vrijwel alle hersenstructuren moeten nog een start
maken met de verdere ontwikkeling. De hersenen vormen samen met het ruggenmerg het centrale
zenuwstelsel. Dit is opgebouwd uit neuronen (zenuwcellen). Zij slaan info op en wisselen dit uit. Ook
kunnen ze netwerken vormen met eindeloos veel verbindingen (neurale netwerken). Het product
van de interactie van al die miljarden zenuwcellen is onze geest. Een neuron bestaat uit een
cellichaam van grijze stof dat aan de ene kant uitmondt in dendrieten en aan de andere kant in een
axon. Dendrieten kunnen informatie ontvangen en axonen kunnen informatie overdragen aan
dendrieten van andere neuronen en aan spieren. Tussen de neuronen vindt informatieoverdracht
plaats aan de uiteinden van het axon en de dendrieten met behulp van neurotransmitters. Dat zijn
boodschappers (chemische stofjes) die geactiveerd worden door een elektrische impuls in een
neuron. Via de synaps (de spleet tussen axonuiteinde en dendriet) geeft een axon informatie af en
deze wordt ontvangen door dendrieten van andere neuronen.




Er zijn veel verschillende neurotransmitters die allemaal
specifieke informatie overdragen die alleen door bepaalde dendrieten ontvangen kan worden (soort
van sleutel).

,Voorbeelden van neurotransmitters: adrenaline (verhoogt alertheid en energie), serotonine
(opwinding en heeft invloed op stemming, zelfvertrouwen, slaap, eetlust, verwerking pijnprikkels
etc.), Dopamine (gevoel van genot na beloning + positief effect cognitief prestaties) en oxitocine
(boodschapper gulheid rust, vertrouwen, gebondenheid, onderdrukt angst, geeft het gevoel dat je
genoeg gegeten hebt) ook wel bekend als het love hormone (betrokken bij relaties en moederlijk
gedrag).

Axonen zijn voorzien van een geleidende en beschermede coating, myeline of witte stof. (veiligheid
en snel proces). Deze zorgt voor een optimale communicatie tussen cellen en gebieden. Bij leren
ontstaan nieuwe verbindingen tussen neuronen en worden neurale netwerken gevormd door
ervaren, oefenen etc. Niet gebruikte of instabiele neuronen en verbindingen verdwijnen na verloop
van tijd (als je ze niet gebruikt). De toename van de witte stof blijft altijd gelijkmatig, maar de grijze
stof piekt op verschillende momenten.

Er is dus een duidelijke wisselwerking tussen rijping en leren. Onderzoekers wijzen wel op het
bestaan van gevoelige perioden. Dat zijn perioden waarin de hersenen extra plastisch zijn onder
invloed van de toename van grijze stof. Gevoelige perioden doen zich ook voor bij adolescenten
(plannen, controleren etc.). tot je zevende jaar zou je gemakkelijk een tweede taal kunnen leren.
Hersenen ontwikkelingen zich niet bij iedereen in hetzelfde tempi. Daarmee moeten we rekening
houden in het onderwijs.

Bij pubers speelt er een onbalans tussen het emotionele en rationele regelsysteem in de hersenen.
Het rationele is pas ontwikkelt rond je twintigste (pre frontale cortex). Hierdoor raakt het emotionele
systeem makkelijk oververhit. Daarom hebben ze overgevoeligheid, korte lontjes etc. Hun
beslissingen zijn vaak gericht op korte termijn en uitdaging. Dit kan makkelijk tot roekeloos gedrag
leiden, omdat eventueel gevaar onvoldoende gewicht krijgt door gebrek aan rationele controle.
Adolescenten hebben daarentegen wel unieke mogelijkheden die bij volwassenen al weg zijn. Denk
aan creativiteit, idealistischer etc.

Motivatie en emotionele betrokkenheid zijn belangrijk voor het leren. Maar wat voor rol de hersenen
verder spelen bij het leren is nog onduidelijk. Aanhangers van wat men tegenwoordig brain-based
learning (breinleren) noemt pretenderen het onderwijs te kunnen baseren op bevindingen uit de
hersenwetenschappen. In een ander onderzoek zijn hersenwetenschappers erachter gekomen dat
neuromythes misvattingen zijn wat betreft de rol die het menselijk brein speelt bij het leerproces.
Leraren lezen de resultaten uit hersenonderzoeken vaak niet goed en dit leid tot neuromythes. Een
neuromythe is bijvoorbeeld de verschillende leervoorkeuren. Uit onderzoek is vastgesteld dat
visuele, auditieve en kinesthetische informatie in verschillende delen van het brein verwerkt wordt,
maar ze zijn wel met elkaar verbonden en wisselen informatie uit met elkaar. In het onderwijs
denken mensen dat de leerresultaten beter zullen worden als we alles op één voorkeurleerstijl zullen
afstemmen. Hier is geen enkel bewijs voor. Nog meer voorbeelden van neuromythes: jongens zijn
slimmer dan meisjes omdat de hersenomvang groter is, breinontwikkeling van jongens en meisjes
gaat in hetzelfde tempo, er bestaan kritische perioden (daarna kan iets niet meer geleerd worden),
na het nemen van frisdrank neemt de concentratie af, als je niet genoeg drinkt wordt het leren
bemoeilijkt, veel beweging bevordert informatie-uitwisseling tussen beide hersenhelften, het
bestaan van een meervoudige intelligentie.

, Leren verwijst naar de verandering in iemands gedrag of gedragsmogelijkheden in een bepaalde
situatie als gevolg van herhaalde ervaring of oefening, mits deze verandering niet verklaard kan
worden door natuurlijke instincten of reflexen, rijping of tijdelijke toestanden zoals vermoeidheid of
dronkenschap, of die het gevolg zijn van bepaald druggebruik.

De duurzaamheid van de verandering in het gedrag of de gedragsmogelijkheden ziet men als het
meest wezenlijke kenmerk van een leerresultaat. Voor behavioristische georiënteerde
leerpsychologen telt alleen het zichtbare leerresultaat oftewel het product waartoe het leerproces
heeft geleid. Over het leerproces kan men slechts uitspraken doen, omdat het zich onzichtbaar in ons
hoofd afspeelt. Het leren voltrekt zich als het ware in een black box. We zouden het leren een
hypothetisch proces kunnen noemen, omdat leren is iets waartoe men concludeert op grond van
gedragingen, die men constateert. Dat aan eenzelfde leerresultaat heel verschillende soorten
mentale processen ten grondslag kunnen liggen is voor een behaviorist niet belangrijk, omdat deze
processen zich toch aan onze waarneming onttrekken. Handelings- of gedragsindicatoren zijn
gedragsuitingen die een beoordelaar kan waarnemen tijdens de beroepsuitoefening door de student
of docent. Het overdrachtsmodel is een didactisch model en levert in het algemeen een
onderwijsbeeld op van een actieve leraar en doorgaans passieve leerlingen, die lauw reageren op de
toegediende prikkels tot leerstofconsumptie.

Tegenwoordig hebben leraren en psychologen oog voor het leerproces. Leren is het tot stand
brengen van mentale processen door middel van het selecteren, opnemen, verwerken, integreren,
vastleggen, gebruiken van en het betekenis geven aan verschillende vormen van informatie, die
leiden tot duurzame veranderingen in kennis, vaardigheden, houdingen, motieven en/ of het
vermogen om te leren.
Dit is de cognitivistische, informatietheoretische benadering van het leerproces. De belangrijkste
punten van de constructivistische visie:
- Leren is een actief proces da tin toenemende mate onder eigen regie van de lerende
plaatsvindt. Externe sturing en monitoring van het leerproces maakt tijdens de ontwikkeling
van de lerende geleidelijk aan plaats voor interne of zelfsturing.
- Leren is een proces van kennisconstructie en betekenisverlening.
- Leren bouwt voort op al aanwezige kennis.
- Leren is situatie of context gebonden.

De neurobiologische definitie van leren is:
Leren is het vormen, versterken en uitbreiden van neurale netwerken die bestaan uit groepen
neuronen met een specifieke functie zoals het herkennen van gezichten terwijl ongebruikte
verbindingen na verloop van tijd opgeruimd worden.

De opvattingen over wat leren is gaat niet alleen over hoe jij te werk gaat, maar ook hoe jij als leraar
anderen begeleidt. Leerconceptie als referentiekader:
Uit te voeren taak  leerconceptie  interpretatie van de leertaak  keuze van leeractiviteiten 
leerresultaat.
Uit een onderzoek met een LeerConceptieLijst worden een drietal clusters van leeropvattingen
onderscheiden: de beperkte, functionele en ontwikkelingsgerichte leerconceptie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleur02vandenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.46
  • (0)
  Add to cart