Samenvatting CE4, Bedrijfseconomie, B-lijn
Maak ook de oefen en voorbeeldopgaven.
Hoofdstuk 1 De beginbalans
1.1 Het investeringsplan
Over de eventuele winsten wordt er bij eenmanszaak of een vof inkomstenbelasting betaald, geen
vennootschapsbelasting (dit moet wel bij een BV of een NV).
In een ondernemingsplan formuleert de ondernemer doelstellingen, strategie, een omgevingsanalyse
(met kansen en bedreigingen), een marketingplan, een managementplan en een financieel plan.
Het financiële plan is het bedrijfseconomische deel van het ondernemingsplan.
Het financieel plan bestaat uit:
Het investeringsplan
Het financieringsplan
De beginbalans
De resultatenbegroting
De liquiditeitsbegroting
De eindbalans
Er moet een investeringsplan worden opgesteld met een lijst van benodigde middelen. Deze
middelen of bezittingen noemen we ook wel activa.
We maken een onderscheid tussen vaste activa en vlottende activa:
Vaste activa
Vaste activa gaan langer dan één productieproces mee. Meestal nemen we daarvoor een periode
van langer dan één jaar. Anders gezegd: het duurt langer dan één jaar om vaste activa liquide te
maken (in geld om te zetten). Bijvoorbeeld inventaris en bestelauto’s, maar ook een
bedrijfspand en machines behoren ook vaak tot de vaste activa.
Vlottende activa
Vlottende activa worden binnen één jaar in geld omgezet. Het duurt dus korter dan een jaar voordat
deze activa liquide kunnen worden gemaakt. Bijvoorbeeld: voorraden, debiteuren, kas, Bank RC en
vooruitbetaalde huur. Andere posten die onder de vlottende activa vallen zijn nog te ontvangen
huur, nog te ontvangen belastingen, nog te ontvangen rente, et cetera
Bezittingen die op het investeringsplan kunnen staan:
- De volgorde van de posten op het investeringsplan is zodanig dat de minst liquide middelen
bovenaan staan en de meest liquide middelen onderaan.
- Inventaris betreft de waarde van de kantoorbenodigdheden, zoals bureaustoelen en
stellages.
- Voorraden betreft de waarde van de handelsgoederen die de onderneming in bezit heeft.
- Debiteuren geeft het bedrag weer dat we nog tegoed hebben van klanten. Het betreft dus
een vordering. Vorderingen worden tot de bezittingen gerekend. We vinden het echter van
belang om het begrip debiteuren nu al te bespreken en om te benadrukken dat er bij de start
nog geen debiteuren zijn ontstaan.
- Vooruitbetaalde huur is een bijzondere post, want op het eerste gezicht lijkt dit bedrag niets
met een bezitting te maken te hebben. Toch wordt vooruitbetaald geld wel als een bezitting
gezien, want het geld is al betaald en de prestatie hebben we nog tegoed. Er is hier dus
sprake van een vordering. Deze vordering is niet in de vorm van geld, maar in de vorm van
een dienst die we tegoed hebben.
- Bank RC (RC = Rekening Courant) geeft het saldo weer van de lopende rekening van de
onderneming bij een bank. Met dit geld kunnen direct betalingen worden verricht, vandaar
dat dit ook wel de betaalrekening wordt genoemd. Indien het bedrijf rood staat bij de bank
(= negatief saldo op de lopende rekening) dan staat Bank RC niet op de
, investeringsbegroting, immers: dan heeft het bedrijf geen bezitting bij de bank, maar een
schuld.
- Kas geeft uiteraard de waarde van het kasgeld weer. Dit geld is nodig om contante
betalingen te kunnen doen en om wisselgeld terug te kunnen geven.
- Een pand hoort eigenlijk ook bij de lijst van bezittingen te staan. Aan de post vooruitbetaalde
huur is te zien dat een bedrijf het pand huurt.
Er zijn nog meer bezittingen die op het investeringsplan kunnen staan:
Lening u/g
Dit betreft uitgeleend geld van de onderneming. Het betreft een vordering en behoort dus
tot de bezittingen.
Effecten:
Verhandelbare rechten die een financiële waarde vertegenwoordigen, zoals aandelen en
obligaties
Vooruitbetaalde verzekeringen:
Een vooruitbetaling kan in allerlei vormen optreden, bijvoorbeeld Vooruitbetaalde
verzekeringen.
Nog te ontvangen bedragen:
Nog te ontvangen bedragen, bijvoorbeeld ‘Nog te ontvangen rente’ over een uitgeleend
bedrag. Dit betreft een vordering en behoort dus tot de bezittingen.
1.2 Het financieringsplan
De financieringsbehoefte is het bedrag dat nodig is en leiden we af van het totaalbedrag van het
investeringsplan. Hoe gaat de ondernemer dit bedrag ‘ophoesten’, er zijn grofweg twee manieren:
Eigen vermogen:
Financieren met eigen geld of eigen middelen.
Vreemd vermogen:
Financieren met leningen.
Het financieringsplan geeft de manier aan waarop de bezittingen worden gefinancierd. Dit kan door
middel van eigen vermogen of door middel van vreemd vermogen.
Financiering met eigen vermogen kan op drie manieren (samengevat):
1. de eigenaar brengt spaargeld in
2. de eigenaar brengt bezittingen in
3. de eigenaar ontvangt een schenking/gif
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanvandermark. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.