100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
VOLLEDIGE SAMENVATTING ODW2 $7.71
Add to cart

Summary

VOLLEDIGE SAMENVATTING ODW2

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

uitgebreide en complete samenvatting van 'orthopedagogische doelgroepen en werkvelden 2' (ODW2). Ik had na 2/3 dagen studeren een 14/20 met deze samenvatting!

Preview 10 out of 147  pages

  • Yes
  • July 1, 2021
  • 147
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
ORTHOPEDAGOGISCHE
DOELGROEPEN EN
WERKVELDEN 2 (ODW2)
Bachelor in de orthopedagogie – Hogeschool Gent




DEPOORTER KAYLEY

, ODW2 - les 1: gezinnen
met meervoudige en
complexe problemen
Multiprobleemgezinnen – oorsprong
 ‘Multi-problem family’  1950 USA, St. Paul  6% vd gezinnen nemen meer dan 50% vd
hulpverleningstijd in beslag
 ‘Problem-family’  1950 Engeland, Women’s Group on Public Welfare
 ‘Multiprobleemgezin’  1980 Nederland en Vlaanderen  voorlopers ‘onmaatschappelijke’
of ‘kansarme’ gezinnen  veel problemen binnen het gezin + problemen eigen aan het
hulpverleningsysteem
o ‘Gezin met meervoudige en complexe problemen’  multiprobleemgezin=
resultaat van sociaal constructproces, minder stigmatiseren (Knot-Dickscheit)

 DEFINITIE:
o Een multiprobleemgezin is een gezin dat kampt met een chronisch complex van
ernstige socio-economische en psychosociale problemen waarvan de betrokken
hulpverleners vinden dat het weerbarstig is voor hulp

 KENMERKEN:
o Veelvuldigheid (multi) van problemen
o Verscheiden van aard, op verschillende levensdomeinen
o Complex (onderling verwerven problemen)
o Chronisch (lang aanslepen of elkaar opvolgen)
o Transgenerationeel (overdragen binnen de generaties)
o Weerbarstig (verbetering slechts moeizaam bereiken)



INHOUDELIJKE TYPERING (SOORTEN PROBLEMEN
EN BIJHOREND FUNCTIONEREN)
 Socio-economische problemen:
o Financieel: armoedige omstandigheden
o Arbeid: lager opleidings- en beroepsniveau
o Wonen: ernstige huisvestingsproblemen

 Psycho-sociale problemen:
o Individu: slechte fysieke gezondheid; lagere intelligentie; persoonlijkheidsstoornis
o Gezinsinteractiesysteem: weinig vaste structuren en regels; communicatie gericht
op het behouden vd hiërarchie/machtsstructuur; verschillend omgangspatroon;
onderzoek naar verloop van opvoeding; kindermishandeling
o Netwerk (intersystemische contacten): sociaal isolement; veel ruzie; breuken met
de familie

,  Verstoorde relatie tussen gezin en hulpverleningssysteem heeft te maken met:
o De organisatie van het HV-systeem (te beperkt)
o Te weinig afgestemde HV-methoden (niet aangepast, klemtoon op verbale vaardigh.)
o De persoon vd HV (inzicht in eigen emotionaliteit mbt het gezin is noodzakelijk)
o  hulpvraag en hulpaanbod sluiten niet aan!

 Ouders -> hulpverlener:
o Vragen erkenning in hun ouder- en opvoederrol (ze willen een betere ouder zijn)
o Plaatsing voorkomen of ongedaan maken (‘hulpverleners nemen onze kinderen af’)
o Verkrijgen van resultaat staat centraal (verwachten dat hulpverlener alles oplost)

 Hulpverlener -> ouders:
o ‘Vreemd en ongrijpbaar’
o ‘Weerbarstig voor hulp’
o ‘Hard-to-reach families’

 Gevolg:
o Problematische hulpverleningsrelatie
o Hulpvraag en hulpaanbod sluiten niet op elkaar aan



Hulpverlening
  principes vd hulpverlening aan multi-probleemgezinnen:
 Tegemoetkomende hulp (hulpverlening thuis, hulpverlener neemt initiatief en is flexibel)
 Gezinsgerichte hulp (gezin benaderen als een geheel; vraagt extra inspanning)
 Emancipatorische hulp (aansluiten bij de mogelijkheden en competenties vh gezin)
 Integrale hulp (problematische situatie in zijn totaliteit benaderen)
 Samenwerking en coördinatie (samenwerking en coördinatie beklemtonen)
 Opleiding en supervisie van de hulpverleners (als extra verdieping/ondersteuning)

,Kansarmoede

 DEFINITIE:
o ‘Kansarmoede is een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om
voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen zoals
onderwijs, arbeid en huisvesting. Het gaat hierbij niet om een eenmalig feit, maar om
een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel
materiële als immateriële (Kind en Gezin)’
o ≠ zuivere armoede (gebrek aan geld)  belangrijk om hierin onderscheid te maken!

 Multidimensionaliteit (multi-aspectueel):
o 6 verschillende, onderling verwerven domeinen (aspecten):
 Onvoldoende inkomen
 Geen of ondergewaardeerd werk
 Achterstand in het onderwijs
 Slechte of ongezonde huisvesting
 Minder goede of slechte gezondheid
 Weinig of geen mogelijkheid tot vrije tijd

 Recente cijfers:
o Kansarmoede-cijfers blijven stijgen  komt massaal in de media

o Uiteenlopende cijfers afhankelijk van de onderzoeksmethode en de gehanteerde
definitie

o K&G: 6 toetsingscriteria (gelinkt aan de domeinen); ondergrens; 3 of meer domeinen
 Maandinkomen (het beschikbare maandinkomen – 1179,65euro)
 Arbeidssituatie vd ouders (zwartwerk, interim-werk, werkloosheid,…)
 Opleiding vd ouders (minstens 1 hoger secundair onderwijs)
 Huisvesting (dakloos, geen water, thuisloos, schimmel,…)
 Ontwikkeling vd kinderen (voldoende stimulatie?)
 Gezondheid (chronische ziekten, beperkingen,…)

o Kansarmoede-index (KA-index)
 Jonge kinderen; max 3jr!
 Aantal met kansarmoede delen door het totale aantal, maal 100
 2018-2019  stabilisatie! (ongv. 14%)
 %= > als moeder andere nationaliteit had bij de geboorte
 KA bij jonge kinderen duidelijk hoger in de steden dan op het platteland

, KENMERKEN:
o 4 gemeenschappelijke kenmerken (Tine Van Regenmortel):
 Multicomplexe problematiek:
 Onontwarbaar web van problemen
 ‘Maatschappelijke achterstelling’, ‘armoedekluwen’, ‘crisiscyclus’
 De 4W’s (werken, wonen, welzijn en weten)

 Gevoelens van machteloosheid en gebrek aan controle:
 Externe locus of control (externe beheersingsoriëntatie)
 ‘Lot ligt in handen van anderen’

 Gevoelens van wantrouwen:
 Dikwijls ontbreken van warme en hechte vertrouwensfiguren
 Basiswantrouwen (geen basisveiligheid -of basisvertrouwen)
 Ambivalente gevoelens v aantrekken en afstoten (wens-angst-
dynamiek)

 Gestoorde communicatie:
 Andere taal en gedrag (luider, snelle escalaties v emoties,…)
 ‘hard-to-reach families’, ‘weerbarstig voor hulp’


 VERBINTENISPROBLEMATIEK ALS CENTRAAL KENMERK!
o Met zichzelf (wat ik ook doe, het doet er niet toe)
o Met anderen (gebrek; overmatig; pathologisch =kan niet zonder & met elkaar)
o Met de maatschappij (wij-zij-perspectief, uitsluitingsgevoel, ‘de wereld is tegen ons’)
o Met de toekomst (hier-en-nu perspectief, ‘families without hope’, ‘leven van
vandaag op morgen’)
o  enerzijds reactie op de omstandigheden, anderzijds verantwoordelijk voor het
voortbestaan van de omstandigheden

 Nood aan multiperspectiviteit:
o Kinderen met migratie-achtergrond
o Kinderen uit generatie-arme familie
o Kinderen van kermisouders
o Kinderen van ouders die er alles aandoen om hun financiële problemen te verbergen
o …
o  kijk vooral vanuit verschillende frames (brillen)!  = zien van meer oorzaken en
oplossingen (armoede herkennen vrgt zienswijze die perspectief v kind centraal stelt)
 FRAME1: medelijden, het onschuldige slachtoffer, arme als hulpeloos wezen
en vergeet zijn kracht -en potentie

 FRAME2: tikkende tijdbommen, een blok aan het been, mobiliseert maar
speelt in op angstgevoelens

 FRAME3: armoede is eigenschap vd omgeving niet vh kind, een sterke kiem,
positief en toekomstgericht

,  FRAME4: samenwerken als gelijkwaardige partners, samen staan we sterk,
hoopgevend en actiegericht

 FRAME5: een harde leerschool, ervaringsdeskundige/expert, hoopvol want
bekijkt armoede niet louter problematisch

 FRAME6: ouders verantwoordelijk, slechte ouders, top-down want wij
bepalen wat positief/negatief is en de armen moeten zich aanpassen

 FRAME7: mensen zoals jij en ik, moeilijk een goede ouder te zijn, positief
uitgangspunt

 FRAME8: niets te maken met individuele keuze en gedrag, het lot is
bepalend, fatalistisch

 FRAME9: zoals koorts een symptoom ve dieper maatschappelijk probleem,
verantwoordelijkheid puur bij de overheid leggen

 FRAME10: strookt niet met onze fundamentele maatschappelijke waarden
zoals gelijke kansen en solidariteit, wake-up call, gooit engagement in de
strijd met verontwaardiging als motor

 FRAME11: aanpakken om ons geweten te sussen, problematiseren vd
armoedebestrijding en verhinderen dat armen zelf hun lot in handen nemen

 FRAME12: stelt huidige westerse manier v leven en ons consumptiepatroon
in vraag, ervan uitgaan dat echte armoede in Vlaanderen niet bestaat, zet
ons consumptiepatroon en statussymbolen op losse schroeven


 Gevolgen voor de latere ontwikkeling:
o Negatieve invloed op cognitieve, affectieve en sociale ontwikkeling
o Beïnvloedt fysieke en mentale gezondheidstoestand op latere leeftijd
o Innerlijke impact van opgroeien in armoede blijft doorwerken (ook al wordt vicieuze
cirkel doorbroken)
o Hoe jonger kind in armoede opgroeit, hoe nefaster voor latere ontwikkeling

, Odw2 – les 2:
kindermishandeling;
situaties van verontrusting
Verontrustende leefsituatie
 Verontrustende leefsituaties (problematische leefsituatie) zijn die situaties waarin alle
betrokken hulpverleners, cliënten of anderen zich ongerust maken over de ontwikkeling ve
minderjarige. Dit kan doordat:
o Fysieke, psychische of seksuele integriteit vd minderjarige wordt bedreigd
o Onvoldoende aandacht is voor affectieve, morele, intellectuele of sociale
ontplooiingskansen



Inleiding
 ‘kindermishandeling’= sociaal construct (de wijze waarop over kindermishandeling wordt
gedacht is onderhevig aan evolutie en verschillen tussen maatschappijen/culturen)
 Culturele verschillen: bv. slaan kinderen =strafbaar in Zweden, vorm v disciplinering in Islam
 Historische verschillen: opvattingen over het slaan v kinderen en fysieke disciplinering
wijzigen in de loop der tijd
 2 voorzieningen:
o Ondersteuningscentrum jeugdzorg (OCJ)
o Vertrouwenscentrum kindermishandeling (VK)



Vormen kindermishandeling
 DEFINITIE:
o ‘Elke vorm van geweldpleging of verwaarlozing op fysiek, psychisch of seksueel
gebied door toedoen of nalaten van personen met wie het kind in een
afhankelijkheidspositie staat, waardoor schade voor het kind ontstaat of in de
toekomst zou kunnen ontstaan’ (overkoepelende definitie)

 Lichamelijke mishandeling:
o Volwassenen die fysiek geweld plegen op kinderen of jongeren; schoppen, slaan,
knijpen, bijten, schudden, toebrengen van brand -of snijwonden, breuken, inwendige
letsels,…
o ≠ ongeval
o 2 vormen:
 (Whiplash) Shaken Infant Syndroom (SIS):
 Kinderen door elkaar schudden  hersenschade
 Münchausen by proxy:
 DSM5: Factitious Disorder imposed on another

,  Passief/actief hun kind ziek maken of vertellen dat het ziek is, zonder
dat dit effectief zo is


 Emotionele mishandeling:
o Wanneer kinderen of jongeren te maken krijgen met een vijandige houding, afwijzing
en vernedering, bedreigingen, scheldpartijen, opsluiting,…
o Wanneer kinderen niet kunnen voldoen aan de hoge verwachtingen en daarom
gestraft worden
o Kinderen/jongeren getuige laten zijn van partnergeweld
o Zeer vaak in combinatie met andere vormen van kindermishandeling

 Seksueel misbruik:
o Het betrekken van psycho-seksueel onvolwassen kinderen of jongeren bij seksuele
activiteiten die deze niet volledig kunnen, begrijpen en/of door hen worden
ondergaan zonder het gevoel te hebben gehad deze te kunnen weigeren op grond
van lichamelijk of emotioneel overwicht
o Direct fysiek contact (bv. penetratie) – zonder fysiek contact (bv. exhibitionisme)
o Incest (interfamiliaal) – extrafamiliaal

 Verwaarlozing:
o Een situatie waarbij een verzorger die verantwoordelijk is voor het kind ofwel
opzettelijk ofwel door onoplettendheid toelaat dat het kind een vermijdbaar lijden
ondergaat, ofwel er niet in slaagt te voorzien in de essentiële voorwaarden die nodig
zijn voor de lichamelijke, intellectuele en emotionele ontwikkeling vh kind
o Bv. verwaarlozing door onoplettendheid  vijver zonder omheining met kleuter 
kleuter valt in de vijver en verdrinkt
o Verschillende vormen:
 Lichamelijke verwaarlozing:
 (bv. enkel zomerkleding, onvoldoende voeding,…)

 Emotionele verwaarlozing:
 (opsluiting, negeren, geen liefde, niet naar school gaan,…)

 Psychogene dwerggroei (failure to thrive):
 (falen om te ontwikkelen; lichamelijke achterstand die ontwikkeld is
door emotionele verwaarlozing)




 Sibling mishandeling:
 Elke vorm van mishandeling gepleegd door een broer of een zus

 Ritueel misbruik:

,  Mishandelen in een rituele context, vaak door meer daders, waarbij
op ceremoniële wijze magische of bovennatuurlijke krachten worden
aangeroepen
 Bv. vrouwenbesnijdenis



Prevalentie
 Schattingen lopen sterk uit elkaar
 Onderschatting omwille van niet rapporten of laattijdig aan het licht komen
 Resultaten afhankelijk van:
o De gebruikte definities
o De onderzochte vorm v mishandeling
o Onderzoeksinstrumenten
o Onderzoeksgroep

 In Vlaanderen: K&G registreert meldingen over 0-18jr in vertrouwencentra
o Nu: meer meldingen (stijging)  tussen 6-12jr  seksueel
o Cijfers komen vaak in de media



Gevolgen op korte termijn
 Lichamelijke letsels:
o Fysieke mishandeling: breuken, blauwe plekken, subdurale hematomen, kneuzingen,

o Verwaarlozing: groeiachterstand, zwakke gezondheid, meer ongevallen
o Seksueel misbruik: genitale en rectale traumata, SOA’s, tienerzwangerschappen

 Psycho-sociale gevolgen:
o Gedragsveranderingen, ingetrokken, agressief, achterdochtigheid, depressies,…
o Moeilijker te detecteren omdat deze niet typisch zijn voor kindermishandeling



Gevolgen op lange termijn
 Ernstige gedrags- en emotionele problemen:
o Antisociaal gedrag, depressie, automutilatie, verslaving, suïcidaal gedrag,…

 Relatieproblemen:
o Moeite om aan te gaan en onderhouden, oppervlakkige communicatie, afscherming,
vertrouwensproblemen…

 Intergenerationele transmissie:
o ‘zo de ouders zongen, zo piepen de jongen’
o Kindermishandeling= cyclisch gebeuren
o 30% mishandelt later zelf hun kinderen
o Onderzoek focust op risico- en protectieve factoren van intergenerationele
transmissie

, o Dosishypothese staat ter discussie
 Dosishypothese: hoe ernstiger ik mishandelt wordt, hoe ernstiger de
gevolgen op lange/korte termijn (lineair verband)  NIET WAAR!  de
gehechtheidsband in de kindertijd= de belangrijkste protectieve factor!
(met uitzondering van seksueel misbruik)

o Risicofactoren:
 Culturele mechanismen: legitimeren v bepaalde opvoedingsstijlen, bv. slaan
mag of genitale verminking bij jonge meisjes in moslimculturen

 Sociaal-politieke mechanismen: het gevolg ve chronisch gebrek aan aandacht
voor sociale thema’s, bv. houding ten aanzien van etnische minderheden of
vrouwengeweld

 Biologische mechanismen: verbonden met de levensomstandigheden,
gezondheidstoestand, genetische factoren en aspecten uit de
vroegkinderlijke ontwikkeling, bv. ‘moeilijk’ temperament

 Psychologische mechanismen: wanneer episodes van mishandeling, misbruik
of verwaarlozing niet/onvoldoende werden verwerkt, bv. onverwerkte
trauma’s

  beperkte groep mishandelde kinderen/jongeren zonder gevolgen op lange termijn krijgen



Verklaringen voor het ontstaan van
kindermishandeling

 Multifactorieel: samenspel van verschillende factoren:
o Ouderfactoren (bv. psychiatrische stoornis)
o Gezinsfactoren (bv. huwelijksconflicten)
o Kindfactoren (bv. prematuriteit)
o Socio-economische factoren (bv. langdurige werkloosheid)
o Omgevingsfactoren (bv. stress op het werk)

 Recent vnl onderzoek nr persoon vd ouder:
o Verwachtingen, perspectieven, verleden,…

 Multifactorieel model van Belsky:
o Gaat over de determinanten van ouderlijk handelen en steunt op het ecologische
model v Bronfenbrenner over de menselijke ontwikkeling.

o Kindermishandeling wordt beschouwd als een opvoedingsprobleem, een uiting ve
ernstig verstoorde ouder-kind interactie  factoren die deze verstoring in hand
kunnen werken worden uitgelegd in dit model
 De persoon vd ouder (!!)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kayleyxdepoorter. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.71
  • (0)
Add to cart
Added