100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Qualitative Methods $11.32   Add to cart

Class notes

Samenvatting Qualitative Methods

 81 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van alle hoorcolleges van Qualitative Methods + besproken literatuur, voorbeelden, tabellen en figuren. Tentamencijfer: 9.6

Preview 4 out of 48  pages

  • July 2, 2021
  • 48
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Dr. jfa braster
  • All classes
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 45 Flashcards
$6.46 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Bij welke onderzoeksbenadering wordt het vaakst gebruikgemaakt van \"triangulation\"?

Answer: Case study

2.

Bij welk interpretatief kader wordt een OPROEP tot verandering gedaan?

Answer: Critical/social justice theory. Uitleg: bij transformative wordt er actie genomen voor verandering, bij postmodernism wordt alleen de manier van denken veranderd en bij social constructivism wordt naar begrip van de sociale wereld gezocht.

3.

Wat houdt de fase van selectief coderen bij grounded theory in?

Answer: Het opstellen van hypothesen of een verhaallijn die axiale categorieën verbindt.

4.

Hoe wordt kennis geconstrueerd volgens het postmodernisme?

Answer: Wordt sociaal geconstrueerd door concepten en machtsstructuren.

5.

Welke sampling strategie wordt vaak gebruikt bij grounded theory?

Answer: Discriminant sampling: eerst een homogeen sample, dan een heterogeen sample om te zien onder welke omstandigheden de theorie standhoudt.

6.

Bij welk interpretatief framework wordt kennis NIET sociaal geconstrueerd?

Answer: Postpostivisme

7.

Wat is ontologie?

Answer: Aard van de realiteit

8.

Wat is epistemologie?

Answer: Aard van kennis

9.

Wat is axiologie?

Answer: De studie van waarden

10.

Wat is de methodologie?

Answer: De onderzoeksprocedure

Lecture 1: Interpretative frameworks and assumptions

Interpretatieve frameworks zijn sets van filosofische aannames.

Filosofische aannames: ontologie, epistemologie, axiologie en methodologie
● Ontologie
○ De studie van de aard van de realiteit.
○ Wat is de aard van de realiteit?
- wat is de aard van de samenleving? (materieel (Karl Marx), of in onze
gedachten; cognitief (Foucault; woorden en machtsstructuren).
- is er één realiteit of zijn er meerdere realiteiten?
○ Dominant view in Qualitative Research: meerdere realiteiten.

● Epistemologie
○ Aard van kennis.
○ Wat telt als kennis?
- is wetenschappelijke kennis beter? of expert kennis? of kennis van de
‘echte’ mensen?
- welke kennisclaims zijn valide en hoe worden deze gerechtvaardigd?
○ Dominant view in Qualitative Research: kennis is gebaseerd op de
subjectieve ervaringen van mensen (daarom moet je dicht bij de mensen in
het veld komen).

● Axiologie
○ De studie van waarden.
○ Wat is de rol van waarden in onderzoek? (bijv. hiërarchie, duurzaamheid,
macht).
○ Verschillende views in Qualitative Research:
■ Creswell over de dominante axiologie in QR: onderzoek is met waarde
beladen, onderzoekers moeten hun waarden uitleggen en reflecteren
op hoe dit hun resultaten kan beïnvloeden.
■ Post-positivisten: onderzoekers moeten objectief zijn, hun waarden
onderzoek niet laten beïnvloeden, daarom rigoureuze methoden van
onderzoek gebruiken.

● Methodologie
○ De studie van onderzoeksprocedures en -methodes.
○ Views in Qualitative Research:
■ Varieert van inductief tot deductief.
- Inductief: observaties → patronen → hypothesen →
theorie.
- Deductief: theorie → hypothesen → observaties →
bevestiging.
■ Bestuderen van topic in context.
■ Emergent onderzoeksontwerpen (in de context kan het zijn dat het
initiële plan niet werkt, je moet je plan veranderen bijv. deelnemers
willen niet geïnterviewd worden, dan observeer je ze..

,Interpretative frameworks
● Zijn sets van filosofische aannames!
● Vormen het kader voor de onderzoeksbenadering.
● Creswell & Poth:
○ Postpositivisme
○ Sociaal constructivisme
○ Postmodern
○ Pragmatism
○ Critical theory
● Samenvatting tabel 2.3!!

Framework: postpositivism
● Ontologie
○ Er bestaat 1 enkele realiteit, out there, buiten jezelf.
○ Onderzoekers begrijpen het misschien niet helemaal perfect.
● Epistemologie
○ Realiteit kan enkel worden benaderd.
○ Het wordt onthult (het was er dus al, out there, voordat we het sociaal hebben
geconstrueerd) door statistiek en onderzoek.
○ Beperken van interactie met onderzoekssubjecten (je wilt geen bias van hun
overnemen, je wilt niet meerdere realiteiten).
○ Validiteit komt van peers, niet van deelnemers (valide kennis is van
wetenschappers, niet van de ‘gewone’ mensen).
● Axiologie
○ Onder controle houden van biases van onderzoeker.

, ○ Er is geen noodzaak om biases uit te leggen (omdat ze onder controle
worden gehouden).
● Methodologie
○ Rigoureuze wetenschappelijke methoden zijn belangrijk.
○ Deductief (starten vanuit theorie; de kennis van peers).

Framework: social constructivism
● Ontologie
○ Er bestaan meerdere realiteiten, die worden geconstrueerd door onze
geleefde ervaringen en interacties met anderen.
● Epistemologie
○ Belangrijk om te begrijpen hoe mensen hun realiteit construeren ipv het
begrijpen van feiten (omdat mensen handelen op basis van hun interpretatie
van de realiteit, niet op basis van feiten; bijv. politieke leider verwacht aanval
en zal geld uitgeven aan wapens, ook al komt er niet echt een aanval).
○ Kennis over de realiteit wordt samen geconstrueerd door onderzoeker en
deelnemer.
● Axiologie
○ Individuele waarden worden gehonoreerd en er wordt over onderhandeld
door individuen onderling (in sociale interactie).
● Methodologie
○ Gericht op reconstrueren van subjectieve mening van de
deelnemers/subjecten.
○ Inductief en emergent.

Framework: postmodernism
● Ontologie
○ Er zijn meerdere realiteiten.
○ Realiteit wordt gedefinieerd door onze ervaringen EN concepten; er is geen
realiteit hier voorbij (geen brute feiten) (lijkt op sociaal constructivisme, maar
gaat dus nóg een stap verder hierin).
- bijv. een scherm voor je is niet dé realiteit, je kunt er verschillend naar
kijken; als glas, als pixels, moleculen, etc. De realiteit die het ‘scherm’
centraal staat, is geframed door het concept ‘scherm.’ Het is dus niet
dé enige realiteit.
● Epistemologie
○ Kennis wordt gedefinieerd door concepten, iemands positie en
machtsstructuren (bijv. verboden om etniciteit op te nemen bij arrestatie
vanwege machtsstructuren, daarom weten we het niet; neoliberale view
(marktwerking) is dominant, moeilijk om kennis te ontwikkelen die hiertegen
is).
○ De waarheid is relatief, hangt af van bepaald referentiekader.
○ Er zijn dus meerdere manieren van ‘weten’.
● Axiologie
○ Respect voor veelvoudige waardesystemen (inheemse waarden).
○ Maar: waarden moeten worden geproblematiseerd en ondervraagd (want er
is geen absolute waarheid of beste waarde).
● Methodologie

, ○ Betwisten van methodes (omdat methodes eigen concepten hebben die
leiden tot een bepaalde uitkomst, terwijl er eigenlijk geen absolute waarheid
is).
○ Transparantie benadrukken door zorgen te markeren (zodat anderen
begrijpen wat je hebt gedaan, welke concepten en aannames er zijn gebruikt
en hoe dit heeft geleid tot de uitkomst).
Oftewel: niet denken in absolute waarheid, want die is er niet. “Absolute waarheid” is
gewoon iemands perspectief, terwijl er ook andere perspectieven zijn!
Risico is als je te ver gaat er geen waarheden meer zijn, waardoor lekenkennis gelijk wordt
gesteld aan wetenschappelijke kennis.

Social constructionism: dingen (zoals boeken, geld, naties) zijn niet ‘echt’ van zichzelf, ze
bestaan alleen omdat wij ze betekenis geven door sociale interactie.
Weak social constructionism (social constructivism) Strong social constructionism (postmodernism)

Sociale constructen zijn afhankelijk van ‘brute facts’: De hele realiteit is afhankelijk van taal en sociale
basis en fundamenteel, niet afhankelijk van andere gewoonten, alle kennis is een sociaal construct. Er zijn
feiten. Kan niet worden verklaard door iets anders. geen brute facts; er zijn geen feiten die ‘gewoon’
bestaan, wij hebben ze geconstrueerd.

Institutional facts zijn wel afhankelijk van andere feiten, Verklaart realiteit door de gedachten van mensen, niet
zoals geld dat wij waarde hebben gegeven. door fundamentele ‘brute facts’.
Kritiek op social constructionism: geen aandacht voor het effect van natuurlijke
fenomenen op de samenleving, lastig om deze fenomenen te verklaren omdat ze niet
afhankelijk zijn van woorden of sociale interactie.

Framework: transformative/postmodern
Creswell & Poth verenigen transformative en postmodern (tabel 2.3)
Transformative: doel is om de samenleving te transformeren (emancipatoir).
● Ontologie
○ Er zijn meerdere realiteiten.
○ Realiteit wordt gedefinieerd door interactie onderzoeker/gemeenschappen.
● Epistemologie
○ Kennis is niet neutraal, wordt beïnvloed door machtsstructuren.
○ Kennis wordt samen geconstrueerd door onderzoeker en deelnemers.
● Axiologie
○ Respect voor veelvoudige waardesystemen (inheemse waarden).
○ Waarden moeten worden geproblematiseerd en ondervraagd (in interactie
onderzoeker en deelnemer; kennis van de onderzoeker is niet superieur).
● Methodologie
○ Methodes moedigen participatie van de onderzoekssubjecten aan, reflectie
op methodes en maatschappelijke vraagstukken, en maatschappelijke
verandering.

Framework: pragmatism
● Ontologie
○ ‘Realiteit? Whatever’.
○ Geen toewijding aan bepaalde view op realiteit.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erasmusuniversitysummaries. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.32  3x  sold
  • (0)
  Add to cart