Master Of Science In De Bestuurskunde En Het Publiek Management
Internationale economische instellingen (F000784)
Summary
Samenvatting
119 views 3 purchases
Course
Internationale economische instellingen (F000784)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
Book
Internationale Economische Instellingen
Volledige samenvatting op basis van de te kennen leerstof
Alles grondig nagelezen en ik ben ermee geslaagd (16/20).
Best nog wel de postie van België bij de IMF, WB en BIB uit de cursus doornemen, heeft hij gevraagd op het laatste examen.
Master of Science in de bestuurskunde en het publiek management
Internationale economische instellingen (F000784)
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
ElkeDeMeester
Reviews received
Content preview
Internationale
economische instellingen
F000784
2020-2021
, Inhoudspagina
Hoofdstuk 1: Historische inleiding ......................................................................................................1
Hoofdstuk 2: Europese Unie (EU) ........................................................................................................1
Hoofdstuk 3: Europese Centrale Bank (ECB) ........................................................................................5
Hoofdstuk 4: Europese Investeringsbank (EIB) .................................................................................. 13
Hoofdstuk 5: Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ...................................... 15
Hoofdstuk 6: Europees Ruimtevaart Agentschap (ESA) ...................................................................... 17
Hoofdstuk 7: Eurocontrol ................................................................................................................. 20
Hoofdstuk 8: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) ........................ 21
Hoofdstuk 9: Bank voor Internationale Betalingen (BIB/BIS) ............................................................. 23
Hoofdstuk 10: Groepen van 7-10-20 ................................................................................................. 26
Hoofdstuk 11: Europese Economische Ruimte (EER) .......................................................................... 28
Hoofdstuk 12: European Free Trade Association (EFTA/EVA) ............................................................. 32
Hoofdstuk 13: Nordic Council (Noordse Raad) ................................................................................... 39
Hoofdstuk 14: Arctische Raad ........................................................................................................... 40
Hoofdstuk 15: BENELUX .................................................................................................................... 42
Hoofdstuk 16: Noord Atlantische Verdrags Organisatie (NAVO) ........................................................ 44
Hoofdstuk 17: Internationaal Monetair Fonds (IMF) ......................................................................... 47
Hoofdstuk 18: Wereldbank (WB) ...................................................................................................... 54
Hoofdstuk 19: Internationale Arbeidsorganisatie (I.A.O.) .................................................................. 58
Hoofdstuk 20: Internationale Telecommunicatie Unie (ITU) .............................................................. 60
Hoofdstuk 21: Internationale Post Unie (UPU) .................................................................................. 61
Hoofdstuk 22: Organisatie Voor De Internationale Burgerluchtvaart ................................................. 62
Hoofdstuk 23: Internationale Maritieme Organisatie (IMO) .............................................................. 66
Hoofdstuk 24: Wereld Handels Organisatie (WTO) ............................................................................ 68
Hoofdstuk 25: Internationaal Atoom Energie Agentschap (IAEA) ....................................................... 72
Hoofdstuk 26: Wereldorganisatie Intellectuele Eigendom ................................................................. 72
Hoofdstuk 27: De Niet Europese Vrijhandelszones ............................................................................ 73
Hoofdstuk 28: Grondstofakkoorden - OPEC/OLIE .............................................................................. 75
, Hoofdstuk 1: Historische inleiding Pag. 19
1. Na de 2de wereldoorlog
De tweede wereldoorlog geeft een enorme stimulans voor de internationale samenwerking.
Het begint op 14 augustus 1941 met de ondertekening van het “Atlantisch Handvest” door de
Verenigde Staten van Amerika en het Verenigd Koninkrijk (ook getekend door diverse andere regeringen
o.a. België in september 1941).
Op economisch vlak pleitte dit pact om de samenwerking tussen de staten te bevorderen met het oog
om de sociaaleconomische vooruitgang te bevorderen. Ook wilde dit pact dat de staten, binnen de
regels van verdragen, op gelijke basis toegang krijgen tot de wereldhandel.
Op 1 januari 1942 tekenden de geallieerde landen de “verklaring van de Verenigde Naties” te
Washington D.C, waarbij ze overeenkwamen om na de overwinning een nieuwe opvolger op te starten
voor de Volkenbond.
Na de conferentie van Jalta (Krim) in februari 1945 bevestigden de drie deelnemende geallieerde landen
(USA, UK en de USSR) hun samenwerking na de oorlog en dit in het kader van de
Verenigde Naties. Ze kwamen daar ook overeen dat ze elk een veto recht kregen in deze nieuwe
Instelling.
De huidige veiligheidsraad kent 5 permanente leden met een vetorecht (USA, UK, FR, Rusland & China)
en 10 wisselende leden
Op de “Washington peace conference” in het park van “Dumbarton Oaks” (9 oktober 1944) kwamen
vier geallieerde mogendheden (USA, UK, USSR en China) overeen om deze nieuwe internationale
instelling op te starten. Deze Washington conferentie heeft dan geleid tot de “VN charter” van San
Francisco (april — juni 1945 ).
Gedurende deze post WW2 periode is vooral opmerkelijk de enorme invloed van de Verenigde
Staten op het wereldgebeuren de uitgebreide liberalisering van de wereldhandel en recenter de
globalisering.
Pag. 21
Hoofdstuk 2: Europese Unie (EU)
Ingevolge de oprichting van de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) in 1951 is de
bevoegdheid voor kolen & staal overgegaan naar een supranationaal orgaan.
Door de akkoorden van 1957 betreffende de EEG (Europese Economische Gemeenschap) en de EGA
(Europese Gemeenschap Atoomenergie) zijn ook andere economische sectoren (bv. Landbouw) alsook
de kernenergie overgegaan naar een nieuw supranationaal orgaan.
De EGA (Euratom) is verantwoordelijk voor het toezicht op en het onderzoek over burgerlijke
kernenergie. Euratom heeft geen bevoegdheid over de militaire aanwending van nucleaire energie, dit
laatste moet gekoppeld worden met de Britse- en de Franse kernmacht.
1. De eigen middelen
De middelen voor de EU (Europese Unie) zijn vastgelegd in het “Eigen Middelen Besluit” (EMB) van de
Raad en dat bepaalt dat:
• De Europese begroting moet in evenwicht zijn
• Het besluit inzake de eigen middelen moet unaniem zijn, iedere lidstaat moet akkoord zijn
(veto). Daarna moet dit nog geratificeerd worden door de lidstaten in eigen land.
Internationale economische instellingen 2020-2021 Pagina 1 van 75
, I. Soorten eigen middelen:
a) Het BNI (Bruto Nationaal Inkomen) -> 72,8 %
In eerste instantie 1% van het BNI, maar het uiteindelijk te betalen BNI afroepingspercentage is
afhankelijk van het feit hoeveel eigen middelen er nodig zijn om de begroting in evenwicht te krijgen.
Bijvoorbeeld in het verleden +/- 0,65 % in 2019 & 2020 en +/- 0,85% in 2021
Deze stijging is de wijten aan de lagere geraamde douanerechten en btw als een gevolg van de
pandemie, het vertrek van de UK en de verminderingen op de BNI-heffing bij deze 5 netto betalers
(Duitsland, Nederland, Zweden, Denemarken & Oostenrijk).
b) De TEM (Traditionele Eigen Middelen) -> 13%
1) Heffingen op de douanerechten, de nationale douanediensten van de EU heffen deze douanerechten
op basis van een gemeenschappelijk tarief. De lidstaten mogen in het nieuwe EMB 25% (tegenover 20%
vroeger) houden van deze opbrengsten als inningskost, de rest is voor de EU.
Belang douanerechten in de BENELUX, dit door de enorme invoer van buiten de EU via de zeehavens van
Antwerpen en Zeebrugge (+ luchthavens). Dit geldt ook voor Rotterdam en Schiphol, dit tezamen met
België is het geïnde bedrag groter dan Duitsland.
2) Suikerheffingen, vanaf 01/10/2017 werd dit afgeschaft
c) De BTW (Belasting op de Toegevoegde Waarde) -> 11%
Hier is bepaald dat al de landen 0,3 % van deze opbrengst doorstorten (in het nieuwe EMB bestaan er
geen uitzonderingen meer).
d) Bijdrage op niet-gerecycleerd kunststof verpakkingsafval
Het gaat om een nationale bijdrage 0,80 euro per kilogram op niet-gerecycleerd kunststof
verpakkingsafval. Dit zal in werking treden vanaf 2023, maar met terugwerkende kracht vanaf 2021.
e) Eigen inkomsten
Dit zijn taksen op de lonen van Eurocraten, opgelegde boeten door de commissie, renten,
pensioenbijdrage van de ambtenaren, bijdrage 3de landen aan Europese programma’s (bv. EER) en ook
begrotingsoverschot van het vorige jaar.
In de toekomst zijn er ook voorstellen voor taksen op koolstof, emissiehandel, digitale diensten en
financiële transacties.
De zes oprichtende landen betalen +/- 59% van de Europese begroting en als je kijkt naar de 15 lidstaten
(t.e.m. 1995) is dit +/- 91%.
De conclusie is hier dat de uitbreiding in de 21ste eeuw met 13 nieuwe landen geen budgettair succes is.
Internationale economische instellingen 2020-2021 Pagina 2 van 75
, II. COVID Gelden
Gezien de pandemie en al de desbetreffende gevolgen voor de economie heeft de Europese Raad ook
een gigantisch pakket aan middelen voorzien vanuit de EU aan de lidstaten ter bestrijding van de crisis.
Dit pakket is opgenomen in het EMB besluit en heeft betrekking op een maximumbedrag van 750
miljard euro dat de EU Commissie mag gaan lenen op de kapitaalmarkt in euro's.
Dit bedrag valt in twee delen uiteen:
• Namelijk een pakket van maximaal 360 miljard euro aan leningen voor de lidstaten
De 27 lidstaten mogen daarop beroep doen ter waarde van maximaal 6,8% van hun BNI.
Waarschijnlijk gaan niet alle lidstaten daarop een beroep doen, omdat men zelf goedkoper kan
lenen. De Zuidelijke- en Oostelijke leden gaan hier wel van gebruik maken.
• 390 miljard euro aan ‘grants’.
De ‘grants’ dienen niet te worden terugbetaald. Dat bedrag van 390 miljard euro valt uiteen in
twee delen.
o Een pakket van 77,5 miljard euro voor bestaande (vb. Horizon) en nieuwe programma's
(vb. React EU) in de EU algemene begroting
o Een bedrag van 312,5 miljard euro dat verdeeld wordt over de lidstaten en dit op basis van een
aantal parameters.
▪ Het bbp-verlies door de pandemie (6/9 sleutel)
▪ De werkloosheid (2/9)
▪ De jeugdwerkloosheid (1/9).
Conclusie is dus dat de Zuidelijke- en Oostelijke landen de grote winnaar zijn van deze COVID gelden,
gezien het verkregen aandeel tegenover het aandeel in de eigenmiddelen financiering.
2. De uitgaven
De Europese algemene begroting mag dus niet meer uitgeven dan het ontvangt of m.a.w. budgettaire
deficits zijn niet toegestaan en dit als gevolg van de verdragen.
Deze uitgaven zijn gerelateerd met de afspraken over het “Meerjarig Financieel Kader” (MFK). Dit MFK
legt de Europese uitgaven vast binnen de budgettaire grenzen en dit per categorie.
Dit MFK wordt door de Raad vastgesteld bij unanimiteit en er is een stemming vereist in het Europees
Parlement met een gewone meerderheid.
Het MFK 2021-2027 heeft betrekking op 7 categorieën ten aanzien van de uitgaven, vooral
economische-sociale-regionale cohesie (structuurfondsen) en landbouw beslaat meer dan 70%.
• Rubriek 1 (12,3%) = Eengemaakte markt, transport, energie met Euratom, innovatie, digitale
wereld en ruimtevaart
• Rubriek 2 (35,2%) = “Economisch-sociale en territoriale samenhang” beslaat de middelen uit het
Europees regionaal fonds, het Europees sociaal fonds en het cohesiefonds voor de stimulering
van de economische groei alsook werkgelegenheid in de minder ontwikkelde regio's binnen de
Unie alsook de nieuwe COVID-middelen alsook onderwijs met Erasmus, justitie en waarden
Internationale economische instellingen 2020-2021 Pagina 3 van 75
, • Rubriek 3 (33,1%) = “Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen” heeft betrekking op middelen
voor de verhoging van de productiviteit van de landbouw door technische vooruitgang alsmede
de verwezenlijking van een gegarandeerd inkomen voor de landbouwers. Dit deel valt uiteen in
middelen voor de plattelandsontwikkeling, milieu en visserij alsook de rechtstreekse steun aan
de landbouwers (inkomen, prijzen, opkoop). Ook het milieu- en klimaatbeleid zitten in deze
rubriek
• Rubriek 4 = “Veiligheid en burgerschap”: dit zijn de uitgaven voor binnenlandse zaken,
immigratie en asiel, grensbewaking
• Rubriek 5 = “Defensie en veiligheid”: in deze categorie der uitgaven vindt men de MFK-middelen
voor defensie en veiligheid
• Rubriek 6 = “Nabuurschap in de wereld”: EOF, hulp aan derde landen, humanitaire acties
• Rubriek 7 = “EU-administratie”: de loon- en pensioenlast van de EU-administraties alsook de
kost van de Europese scholen
3. Betalend of ontvangend land
Een betalend land (statuut betaler) is een land dat meer bijdraagt aan de EU-begroting dan er van terug
krijgt. Dit staat tegenover de verdieners (ontvangend land), degene die dus meer krijgen dan betalen.
België en Luxemburg zijn betalers, maar ook verdieners omwille van het groot deel van EU-instellingen
die gevestigd zijn te Brussel en Luxemburg stad.
Ter info: Duitsland, Frankrijk, VK, Italië en Nederland zijn betalers.
4. Brexit problematiek
Ten aanzien van de Brexit stellen er zich ook een aantal budgettaire vraagstukken.
Het VK was een netto betaler aan de Unie. Van de 17,5 miljard afgedragen middelen aan de Europese
schatkist kreeg het land in 2019 maar 8 miljard terug. Daardoor was het Verenigd Koninkrijk in 2019 een
netto betaler aan de Unie van 9,5 miljard euro.
In die begroting 2021 wordt er vanuit gegaan dat de Britten 6,9 miljard euro zouden betalen als toegang
tot onze markt. Eind december 2020 kwam er uiteindelijk een akkoord uit de bus tussen dit land en de
EU over de modaliteiten van de toekomstige handel, de visserij, toegang tot de landen voor de burgers,
de samenwerking op het vlak van defensie (EDA) alsook veiligheid (vb. Europol) enz. In ieder geval de
Britten stappen uit diverse EU samenwerkingsakkoorden, zoals Erasmus.
Hierover verklaarde EM Boris Johnson dat het Verenigd Koninkrijk een eigen systeem zal lanceren over
de toegang tot de Britse universiteiten.
Er moet op gewezen worden dat dit akkoord een harde Brexit heeft vermeden. Maar er staan zoveel
onduidelijkheden in de 2000 bladzijden van het akkoord, dat er de volgende jaren nog veel
heronderhandeld zal moeten worden. Het akkoord voorziet ook in de oprichting van vele commissies om
de problemen bij de uitwerking op te lossen. In feite gaat het om een bilateraal akkoord tussen de EU en
het Verenigd Koninkrijk (vergelijkbaar met Zwitserse situatie H11&12).
Het Verenigd Koninkrijk is, anno 2021, nog steeds de vijfde economie ter wereld op basis van zijn BBP.
Bovendien is het Britse pond een van de vijf wereldmunten (H17) en is de Londense city het belangrijkste
Europese financiële centrum. Tevens is het land een vast lid van de VN-veiligheidsraad. Bovendien is het
Verenigd Koninkrijk de belangrijkste militaire macht in West-Europa en een kernmacht (H16).
Internationale economische instellingen 2020-2021 Pagina 4 van 75
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElkeDeMeester. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.52. You're not tied to anything after your purchase.