Module Speltheorie
HF 1.1 van spel naar theorie
Wederzijdse onafhankelijkheid: situatie waarbij de actie van een speler een andere speler
beïnvloedt en andersom
Speltheorie over een economisch spel:
- Vragers en aanbieders zijn spelers
- Hun keuzes zijn acties
- Marktevenwicht = speluitkomst
Kiezen beide spelers hun actie op hetzelfde moment?
Kiest een speler nadat de andere speler zijn keuze gemaakt heeft?
Eenmalig of herhaald?
HF 1.2 Een economiespel: Jumbo en Albert Heijn
Om iets om te zetten naar een spel moeten er zes vragen beantwoord worden:
1) Wie zijn de spelers?
2) Wat is hun doelstelling?
3) Wat weten ze?
4) Wat zijn hun mogelijke acties?
5) Worden acties tegelijkertijd of volgtijdelijk gespeeld?
6) Wordt het spel herhaald?
Opbrengstenmatrix: de matrix met daarin de opbrengsten voor beide spelers bij alle
mogelijke acties.
De rijspelers zit links, de kolomspeler zit boven.
HF 1.3 Het Nash-evenwicht
Voor het oplossen van het spel moet je de beste keuzes bepalen (ZIE TABEL BLZ 151)
Nashevenwicht: situatie waarin iedere speler zijn beste actie heeft gekozen gegeven de
acties van alle andere spelers.
Er kunnen meerdere Nashevenwichten zijn. De uitkomst is dan niet bekend maar wordt
beïnvloed door het gedrag van de spelers en het overheidsbeleid. (ZIE TABEL BLZ 154)
,
, HF 2.1 Het gevangenendilemma
Pareto verbetering: door een verandering gaat er tenminste één iemand op vooruit terwijl
niemand erop achteruitgaat
Gevangen dilemma: economiespel waarbij de uitkomst voor beide spelers lager is als ze hun
eigenbelang najagen dan de uitkomst waarbij beide spelers het collectieve belang nastreven.
De oplossing is een afspraak maken om beiden geen uitverkoop te doen. Dit houdt alleen
geen stand want beiden kunnen hun winst vergroten door alsnog uitverkoop te houden.
Bovendien mag dit niet volgens de wet.
HF 2.2 Evenwicht in dominante acties
Dominante actie: een actie die altijd gekozen wordt, wat de andere speler ook doet.
Evenwicht in dominante acties: evenwicht waarbij beide spelers een dominante actie
kiezen.
Als spelers een dominante actie kiezen is er altijd maar één Nash-evenwicht!!!
Een evenwicht in dominantie acties is dus ook altijd één Nash-evenwicht!!!
HF 2.3 Collectieve goederen en het gevangen dilemma
De overheid produceert collectieve goederen omdat er geen aanbieders voor te vinden zijn.
Collectieve goederen: Product waarbij het niet mogelijk is niet-betalende consumenten uit
te sluiten van consumptie. En waarbij consumptie niet van andere consumenten hun
consumptie ten kosten gaat.
Positief extern effect: een positief effect van productie of consumptie dat buiten de markt
om werkt
Meeliftgedrag: gedrag dat een speler opbrengsten oplever zonder dat de speler ervoor heeft
betaald. (ZIE BLZ 158)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lukakhabuliani. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.