Samenvatting van onderzoek en behandeling 3A wpo; Wervelkolom. Voor de opleiding 3 bachelor revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, 1ste semester, VUB. Geslaagd in 1ste zit.
WERVELKOLOM
DEEL 1 : Inleiding
1.1. Morfologie= basiskennis
• Lumbo-sacrale regio
o Lumbale regio = L1-L5 of T12-S1
o Sacrale regio = S1-S3
o Bevatten 2 overgangsniveau thoracale regio naar lumbale regio en lumbale regio
nar sacrale regio
o Thoraco-lumbaal: geleidelijke overgang als de morfologie geleidelijk verandert
over verschillende niveaus zou dit geleidend overgang kunnen zijn
o Wnr wel abrupte: wnr beweging niet over verschillende segmenten verandert dus
van thoracaal direct lumbale beweging zonder progressie
o Lumbale-sacraal: abrupte-overgang: lumbaal mobiele regio naar een stugge
sacrale regio
• 3 types van wervels:
o Processus spinosus, processis articularis, coprus, processu transversus zijn
verschillend
1.2. Gewrichtsfacetten
Lumbale wervel :
• Groot corpus, groot processus spinosus, lateraal processus transversus, processus
articulare zowel boven en onderaan
o Processus articulaire bovenaan liggen ze mediaal en posterieur (concaaf)
o Processus articulaire onderaan liggen ze ventraal en lateraal (convex)
• Onderste lumbale wervels vertonen een wig-vorm
• De meeste belasting opgevangen door de facetgewrichten van de lage rug + lumbale
lordose (bij thoracaal wordt de belasting opgevangen door de corpora)
1.3. Artrokinematica ?
• Opstelling gewrichtsfacetten heeft een invloed op de beweeglijkheid
o Beweging gehinderd
o Beweging toegelaten
1.4. Totale ROM : TWK + LWK
• Lumbale regio moeilijke los te koppelen van de thoracale regio
• Flexie gezamenlijk: 85 ° & lumbale regio :50 °
• Extensie gezamenlijk: 60° & lumbale regio: 35°
• Lateroflexie gezamenlijk: 40° & lumbale regio: 20 °
• Rotatie gezamenlijk: 40 ° & lumbale regio: 5°
1.5. Range of motion
• Veel flexie- extensie mogelijk (meer dan thoracaal)
• Latero flexie mooi verdeeld onder thoracaal en lumbaal
• Rotatie in lumbaal zeer klein
• Lumbo-sacrale beweging zeer sterk beperkt door ligamenten
1
, Priscillia Angela Cosentino 3BAREVAKI
1.6. Ontstaan & definitie aspecifieke en specifieke lage rugpijn
• 60% plotse pijn en de rest geleidelijk
• Oorzaak vaak onbekend
• Lage rugpijn = pijn en verminderde lichamelijk functioneren (bewegingsbeperking,
stramheid, stijfheid en krachtverlies)
o Vaak geen specifieke aangedane structuur
o Gunstig beloop 50% 1 week en 95% 3 maanden
o Onderhoudende psychosociale factoren bij chronische pijn
• Aspecifieke lage rugpijn = rugpijn die zich bevindt tss onderste ribben en bilplooien
(eventueel met uitstraling i/h been) waarvoor gn specifieke lichamelijke oorzaak op
valide wijze kan worden aangetoond
o =bewegingsfunctiesstoornis
o We kaderen de klachten binnen het ICF
o Enkele voorbeelden
▪ Facettair/articulair probleem
▪ Instabiliteit (motor control impairment)
▪ Myogene disfucties (meestal een gevolg, dus een symptoom, niet primair)
• Specifieke lage rugpijn= lage rugpijn met een specifieke lichamelijk oorzaak die met
aanvullende diagnostiek dient te worden vastgesteld
o Enkele voorbeelden
▪ Radiculair syndroom
• Gestoorde zenuwgeleiding
o Zenuwcompressie: bijna altijd het gevolg van vernauwing foramen IV
(facetartrose, discopathie en/of discushernia) of foramen V (stenose)
▪ Compressie veroorzaakt: oedeem en een verminderede doorbloeding
wat zorgt voor mechanische en ischemische verandering v/d zenuw)
▪ Hierdoor worden de neurodynamica en conductie verstoord
o Zenuwrek: vaak traumatisch (of ook bij geboorte)
• Verminderde beweeglijk v/d zenuw
o Zenuw zelf: verminderde elasticiteit en rekbaarheid
o De zenuw tov de omliggende structuren
▪ Discusproblematiek
• Mogelijke symptomen bij een discusproblematiek
o Antalgische houding (kyphotisch, lordotisch, shift): constante of transciënt (i/d
ochtend of na lang zitten en opstaan uit een stoel)
o Pijn:
▪ Erger i/d ochtend (meer intradiscale druk)
▪ (Vaak) erger bij flexie (meer intradiscale druk)
▪ Erger van zit stand, duurt een tijd (moeizaam), nadien (eens recht) vaak
beter
o End-range belasting (overdruk): multi-directioneel (welke bewegingen zijn
provocerend (nadien; te vermijden) en welke ontlasten
▪ Spinaalkanaalstenose
• Veroorzaak degeneratieve verandering i/h foramen vertebrale
• Kan druk geven naar ruggenmerg toe voornamelijk in extensie (ontlasten bij
flexie)
2
, Priscillia Angela Cosentino 3BAREVAKI
▪ Spondylotisthesis
• Afschuiven van een wervellichaam tov het bovenliggende of onderliggende
wervellichaam
• Bv veroorzaakt door onderbreking v/e deel v/d arcus
• Congenitaal, traumatisch of stressfractuur voorkomen
• Repetitieve extensie bewegingen (gymnasten): verergert de slipping niet, maar
het corpus wel uitgeput
▪ Spondylolitis akylopoetica
• Inflammatoire reumatische aandoening waarbij
o Pijn in rust en typisch nachtelijke pijn i/d gewrichten, met een duidelijke
voorkeur vo/d wervelkolom en het geheel wervelkolomheiligbeen-bekken
o De disci verkalken en vormen botachtige verbindingen
o Typische, voorovergebogen houding v/d patiënt
o Vaak ook ontstekingsverschijnselen in handen, knieën en voeten (met pijnlijke
gezwollen gewrichten), ontstekingen thv de pezen (vooral Achillespees en
voetzool) en 1 op 4 patiënten heeft te kampen met oogontstekingen
o Fusie tss botten: bamboe-effect
▪ Osteoporotische wervelfractuur
• Distractie dislocatie fractuur traumatisch ontstaan
• Compressie fractuur traumatisch of spontaan ontstaan
• Wnr het traumatisch ontstaan: bij oudere mensen wnr ze een axiale belasting
hebben
• Spontaan ontstaan: bij oudere mensen door osteoporose
▪ Trauma-fracturen
▪ Metatasen/ maligniteit
• Bottumoren i/d wervelkolom
• Borstkanker, longkanker, prostaatkanker en nierkanker zijn gerelateerd aan wk
▪ Cauda equina syndroom
• Ernstige syndroom
• L4-L5 onderdrukt worden door hernia, ongeval met breuk, verschuiving wervel
of tumor
• Symtomen:
o Pijn lage rug
o Uitstralende pijn naar de benen
o Verlamming 1 of beide benen
o Gevoelsstoornissen 1 of beide benen
o Gevoelloosheid kruis of anus
o Plassen en ontlasting vaak gestoord of incontinentie
3
, Priscillia Angela Cosentino 3BAREVAKI
1.7. Facettair/ articulair probleem (stelling en interessant gewoon lezen)
= locale functiestoornis
• Bij elke gewichtsbeweging: beweging v/d intra- en peri-articulaire gewichtsstructuren,
huid, spieren pees en fascia
• Proprioceptie= de som van info vanuit al deze structuren
• Een gestoorde G-functie gaat in meer of mindere mate samen met een spier- en
zenuwdisfunctie
• Bij bvb een verminderde mobiliteit v/h ene facet, zal dit een invloed hebben op de IVD
en het contralaterale facet
• Dit alles leidt tot een mindere kwaliteit van proprioceptie en kan tot allerhande
problemen zorgen
• Dergelijke problematiek kan zich voordoen thv alle structuren rond een
bewegingssegment
• Enkele kenmerken: hypomobiliteit, hypermobiliteit, gestoorde bewegingskwaliteit of
een combinatie
• Enkele symptomen:
o Strekbewegingen (extensie, zeker ext + rot) zijn meest provocerend
o Soms minder pijn bij zitten of wandelen
o Vooroverbuigen is minder provocerend, mogelijk wel wat rekpijn
o De pijn is voornamelijk paraspinaal, na enige tijd kan er wel gerefereerde pijn
optreden
o Meestal ernstige antalgische houding
1.8. Instabiliteit
• = minder objectief aan te tonen, hierover bestaan verschillende strekkingen met hun
rationale
• Spinale stabiliteit: de WK moet voldoende stabiel zijn om tegemoet te komen aan een
plotse houdingsverandering zwel bij statische als bij een dynamische belasting
• Goede spinale stabiliteit: dat er zich gn abnormale intervertebraal bewegingen, zoals
rotaties of translaties kunnen voordoen die pijnsensaties kunnen opwekken
• 3 subsystemen
o Het p systeem: botstructuren, de disci en ligamenten
o Het a systeem: spinale spieren (dynamische stabiliteit)
o Het neurale systeem: zenuwen en het CSZ (evalueert de afferente info en
coördineert vervolgens de spierrekruteringspatronen)
o Concept van Panjabi herwerkt binnen de kinetic control
▪ Mechanische eigenschappen: passieve osteo-
articulaire structuren (wervels, ligamenten, disci
facetgewrichten, passieve eigenschappen v/d
spieren)
▪ Musculaire eigenschappen: uithouding, kracht,
explosieve kracht, tonus, elasticiteit …
▪ Posturale controle: geheel biomechanische factoren
die nodig zijn om balans te behouden
▪ Neuromusculaire coördinatie: optimale samenwerking met mechano-receptoren
op juiste moment juiste kracht/ snelheid spier samentrekken
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KinesitherapieSamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.