(ECK) Rendement Marktonderzoek Leerwerkboek in Schooltas
Examen samenvatting geschreven door Maud Zwaferink. Dit examen wordt afgenomen in het derde leerjaar van de opleiding. Het examen (samenvatting) bevat onderwerpen met betrekking tot: marktonderzoek, onderzoek, analyse, evaluatie, interview soorten, representativiteit, tabellen en variabelen.
Bev...
Samenvatting examen Marktonderzoek
Haalbaarheidsonderzoek = onderzoek dat duidelijk maakt of het plan haalbaar is
(levensvatbaar). Zowel marketingtechnisch (wie zijn de concurrerende aanbieders)
als financieel (wat zijn de opbrengsten en de kosten). Bijv. zinvol om het assortiment
uit te breiden, welke winst dit zal opleveren?
Concurrentieanalyse = in kaart brengen en interpreteren van de acties en plannen
van bedrijven die vergelijkbare producten en diensten aanbieden.
Benchmarking = verzamelen van cijfers die een ondernemer in staat stellen om zijn
eigen prestaties te vergelijken met die van andere bedrijven. Bijv. restaurant
vergelijken met ander restaurant.
Analyse van koopgedrag = onderzoek dat het verloop in beeld brengt van zowel de
feitelijke aankoop als de fase die eraan voorafgaat (gedrag dat consumenten
vertonen wanneer zij iets aankopen). Bewust worden van een bepaalde behoefte.
Daarna informatie verzamelen en ontwikkelen. Voorkeuren ontwikkelen voor merken
en producten. Bijv. aankoop huis, fase voor aankoop lang en wordt er veel informatie
verzameld.
Marktanalyse = onderzoek dat aangeeft hoe de markt voor een merk, product of
dienst zich ontwikkelt. Bijv. in kaart brengen -> hoeveel producten worden er
verkocht?
Klanttevredenheidsonderzoek = onderzoek waarbij respondenten een cijfermatig
oordeel geven over producten of dienstverlening. Bijv. een bedrijf laat mensen een
rapportcijfer geven voor hun producten of hun dienstverlening. Zo’n cijfer maakt heel
goed duidelijk hoe het ervoor staat.
Productevaluatie = onderzoek waarbij men nagaat wat de sterke en zwakke punten
zijn van een bepaald product. Bijv. beoordelen hoe het product op dit moment door
de gebruikers gewaardeerd wordt. Je kijkt dan naar de eigenschappen van het
product, maar ook naar de beleving van de consument. Bijv. bedieningsgemak (is het
productgemakkelijk om te gebruiken).
Productconceptonderzoek = geeft aan wie de gebruiker is, welk probleem het
oplost, in welke gebruikssituatie het een functie vervult en hoe het zich verhoudt tot
concurrerende producten. Ofwel een omschrijving van het product vanuit de koop- of
gebruikssituatie van de consument (gericht op kwaliteitsverbetering).
Prijsonderzoek = onderzoek dat in kaart brengt welke prijs mensen acceptabel
vinden voor een gegeven product of dienst.
Distributieanalyse (distributieonderzoek) = onderzoek dat in kaart brengt langs
welke kanalen producten van de producent naar de eindgebruiker gebracht worden.
Van fabrikanten -> naar handelaren -> tot consumenten of bedrijven verkopen. Bijv.
Online, webwinkel. Offline, fysieke winkel.
,Attitudeonderzoek = onderzoek dat in kaart brengt welke houding (attitude) mensen
tegenover een merk of product hebben. Bijv. Merk L’Oréal, voorafgaand van de
nieuwe campagne. Bracht L’Oréal in kaart in hoeverre mensen het merk kennen en
hoe zij tegenover het merk staan. Dit doet men met vragen als: ‘in hoeverre vindt u
dit merk bij u passen?’ of ‘Zou u vrienden aanbevelen om dit merk te gebruiken?’
Naamsbekendheidonderzoek = geeft een organisatie inzicht in de bekendheid van
haar organisatie, producten/diensten en of merk.
Geholpen naamsbekendheid = men legt aan respondenten een lijst voor met de
namen van een groot aantal haarverzorgingsmerken. De consument vinkt hierop aan
welke merken hij kent.
Ongeholpen naamsbekendheid = vraagt men aan mensen om alle merken
haarverzorgingsproducten op te noemen die zij kennen. Als de naam van het merk
wordt genoemd.
Pre-test (vooraf) = onderzoek waarbij men vooraf en na afloop van een bepaalde
(marketing)actie meet hoe de omzet, winst, verkopen, klanttevredenheid veranderd
zijn.
Post-test (afloop) = onderzoek waarbij men vooraf en na afloop van een bepaalde
(marketing)actie meet hoe de omzet, winst, verkopen, klanttevredenheid veranderd
zijn.
Mediaonderzoek = wordt onderzocht welke mensen welke media gebruiken en
hoeveel tijd zij hieraan besteden. Bijv. grootschalige campagnes op televisie, internet
en radio.
Opinieonderzoek = onderzoeken waarbij wordt gekeken wat mensen ergens van
vinden. Gaat over politieke en maatschappelijke onderwerpen. Bijv. hoeveel zetels
krijgen bijvoorbeeld de verschillende politieke partijen als we op dit moment
verkiezingen gaan houden? Hoeveel mensen zijn voorstander van een versnelde
aanleg van een ondergrondse metroverbinding?
Imago-onderzoek = brengt in kaart welk beeld de omgeving van een organisatie
heeft.
Multi-client-onderzoek (omnibusonderzoek) = worden vaak onderwerpen van
verschillende opdrachtgevers in één onderzoek gecombineerd. Aan dezelfde
respondenten worden dus vragen gesteld over meerdere onderwerpen.
Positioneringsonderzoek = wensen en behoeften van de klant in kaart brengen.
Door deze te combineren met de sterke en zwakke punten van een organisatie, in
combinatie met directe concurrenten.
Beschrijvend (descriptief) onderzoek = heef tot doel om de stand van zaken in
kaart te brengen. Bijv. onderzoek naar hoe vaak eenzaamheid bij ouderen voorkomt.
Je beschrijft waardoor deze eenzaamheid veroorzaakt wordt en hoe daarmee wordt
omgegaan door familie en verzorgenden. Hiervoor zou je gebruik kunnen maken van
enquêtes, databanken en statistieken. Moet betrouwbare cijfers opleveren.
, Verkennend (exploratief) onderzoek = heef tot doel om meer te weten te komen
over een onderwerp. Bijv. webwinkel beginnen in sieraden. Dan wil je weten hoe
klanten zoek naar sieraden op het web, via welke zoekwoorden. Of je wilt weten
welke prijs klanten bereid zijn te betalen en welke informatie de klanten nodig
hebben om tot aankoop over te gaan. Kun je doen met behulp van interviews of
enquêtes. Ook kun je via internet op zoek gaan naar informatie over klantengedrag.
Verklarend onderzoek = heeft tot doel om oorzaken te vinden voor verschijnselen.
Bijv. vraag waarom steeds meer mensen suikerziekte hebben. Als verklaring kan
hiervoor worden gegeven, dat steeds meer mensen dikker worden doordat zij te veel
vet en suikerrijk voedsel eten. Dik zijn veroorzaakt suikerziekte.
Deskresearch = zoeken naar gegevens die al beschikbaar zijn.
Voordelen:
• Snel uit te voeren
• Goedkoop
• Veel informatie beschikbaar
Nadelen:
• Geen maatwerk
• Onbetrouwbare cijfers
• Cijfers verzameld met een ander doel
• Kennis van bronnen is belangrijk
Fieldresearch = zelf onderzoek doen naar nieuwe gegevens.
Voordelen:
• Betrouwbare informatie/cijfers
• Precies onderzoeken wat je wilt weten
Nadelen:
• Kost veel werk en tijd
• Vaak afhankelijk van medewerking respondenten
Primaire gegevens = gegevens zijn speciaal voor dit doel onderzocht. Bijv.
supermarktbranche die onderzoek doet naar koopgedrag consument.
Secundaire gegevens = gegevens die met ander doel verzameld zijn (bepaald
marktonderzoek). Bijv. CBS bevolkingsonderzoek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MZ01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.17. You're not tied to anything after your purchase.