In beginsel wordt bij toepassing van art 3.65 geen IB geheven over bij inbreng in BV
gerealiseerde meerwaarden in het ondernemingsvermogen.
Manieren voor vennoten hun onderneming om willen zetten in een BV:
1. Eén BV wordt opgericht, waarvan alle vennoten medeaandeelhouders worden en
waarin gehele ondernemingsvermogen (geruisloos) wordt ingebracht.
2. Elke vennoot richt eigen BV op en daarin zijn aandeel vennootschapsvermogen
inbrengt:
- Persoonlijke bv’s brengen het deel in gemeenschappelijke dochter in.
- Persoonlijke bv’s brengen het deel in nieuwe personenvennootschap.
- Persoonlijke bv’s brengen het deel in 100%-dochter waarna deze dochters
hun aandeel in vennootschapsvermogen in nieuwe personenvennootschap
inbrengen.
De geruisloze inbreng mag niet worden gebruikt om belang bij objectieve onderneming
geruisloos over te dragen aan medevennoot. Eis dat de gerechtigdheid tot vermogen van
objectieve onderneming niet mag wijzigen door omzetting, houdt in dat niet alleen recht
moet worden gedaan aan winstrechten van iedere vennoot, maar ook aan hun aandeel in
vermogen van personenvennootschap zoals dat tot uiting komt in hun kapitaalrekening.
Nadelen doorschuiffaciliteit:
● Bij geruisloze overgang kan slechts beperkt gebruik worden gemaakt van
stakingsfaciliteiten.
● FOR moet tot winst worden gerekend.
● Geruisloos is niet mogelijk indien inbrenger slechts gedeelte van onderneming
inbrengt en andere gedeelte voor eigen rekening voortzet.
● 3-jarig vervreemdingstermijn
● Bij geruisloze overgang is geen sprake van (des)investeringen (art 3.43, 3.47) zodat
bij inbrenger geen desinvesteringsbijtellingen plaatsvinden en bij BV geen
investeringsaftrek.
● Onverrekende verliezen van inbrenger gaan niet meer naar BV, omdat deze
gebonden zijn aan persoon.
Voorwaarden art 3.65:
❏ In NL recht nieuw opgerichte NV/BV (mogelijk oude bv)
❏ Medegerechtigd zoals in art 3.3 lid 1 sub a
❏ Inbrenger doet schriftelijk verzoek
❏ Met meer inbrengers, moeten zij ak in geheel/nagenoeg dezelfde verhouding zijn
gerechtigd.
Voor toepassing geruisloze overgang acht HR dat ingebrachte vermogensbestanddelen als
onderneming in zien art 3.4 IB wordt aangemerkt.
Wijziging in aard of omvang van ondernemingsactiviteiten na gewenste overgangstijdstip
niet aan geruisloze overgang in weg hoeft te staan, maar ook niet elke wijziging is
toegestaan.
Verhuurde onderneming kan niet geruisloos in BV worden ingebracht.
,Het is niet toegestaan om één zelfstandig onderdeel in te brengen als er meerdere zijn. Wel
toegestaan om voorafgaand aan geruisloze omzetting bestanddelen te onttrekken mits na
die wijzigingen een onderneming in zin art 3.4 in NV/BV wordt ingebracht. Geruisloze
omzetting onderneming is dus niet toegestaan indien hetgeen achterblijft als objectieve
onderneming in zin IB.
Eén ondernemer kan twee of meer objectief gedreven ondernemingen gelijktijdig in dezelfde
op te richten vennootschap inbrengen mits op overgangstijdstip activiteiten van de in te
brengen ondernemingen in dezelfde lijn zijn.
Een splitsing van één objectieve onderneming in twee of meer onderdelen waarvan
inbrenger voor eigen rekening wordt voortgezet is niet mogelijk.
Mbt tot inbreng twee of meer ondernemingen in één bv hanteert sta.sec. dat deze niet
geruisloos kan plaatsvinden. Drie gevallen:
1) Inbreng twee of meer ondernemingen dezelfde ondernemer → geruisloos
mogelijk als dezelfde lijn zijn
2) Inbreng ondernemingen twee of meer vennoten die in dezelfde
personenvennootschap participeren → geruisloos mogelijk
3) Inbreng ondernemingen twee of meer personen die niet als vennoot in
dezelfde personenvennootschap participeren. → geruisloos niet mogelijk,
want geen wezenlijke verandering in ondernemingsuitoefening.
Voor bepaling van winst uit onderneming van onderneming die wordt omgezet de
onttrekking van een of meerdere vermogensbestanddelen kan plaatsvinden op moment
onmiddellijk voorafgaand aan overgangstijdstip onder voorwaarde dat voor toepassing van
belastbaar resultaat uit overig werkzaamheden respect. boc 3 bij tijdstip wordt aangesloten.
Alleen voor vermogensbestanddelen die tot verplichte ondernemingsvermogen behoren
inbrengplicht geldt en dat inbrenger desgewenst een of meer tot zijn
ondernemingsvermogen behorende vermogensbestanddelen die keuzevermogen vormen
mag overbrengen naar zijn privévermogen.
Onttrekkingen naar privévermogen hoeft niet in de weg te staan bij art 3.65 als de
onttrekking geen onderneming vormt.
De niet-stakingsfictie art 3.65 heeft alleen betrekking op bepaling van winst van de in te
brengen onderneming en strekt zich derhalve niet uit tot stakingsaftrek.
Eerste standaardvoorwaarde
Indien belastingplichtige aandelen in vennootschap vervreemdt binnen 3 jaar na inbreng
onderneming in vennootschap, wordt inbreng geacht onderdeel uit te maken van geheel
rechtshandelingen gericht op overdracht onderneming, tenzij hij tegendeel bewijst.
Het aangaan van een CV na geruisloze voortzetting is alleen toegestaan igv
medegerechtigdheid de voortzetting vormt van de gerechtigdheid als ondernemer in de zin
van art 3.4 IB, zie art 3.65 lid 1 tweede zin. Indien BV na geruisloze overgang een
personenvennootschap aangaat met derde, behoeft dit niet in weg te staan als er gewoon
een onderneming wordt gedreven zoals in art 3.4.
De aanwezigheid voor plannen voor bedrijfsopvolging behoeft niet altijd te leiden tot
conclusie dat inbreng van onderneming in BV deel uitmaakt van geheel rechtshandelingen
gericht op overdracht van onderneming aan opvolger.
,Vervreemding aandelen, toestemming bij:
a. Vervreemding door aandelenfusie art 3.55
b. Vervreemding door juridische fusie art 3.57
Het geheel terugbetalen wat op de aandelen was gestort, wordt niet meer als vervreemding
aangemerkt. Het brengen van aandelen in het vermogen wel.
Tweede standaardvoorwaarde
Vennootschap treedt voor bepalen winst van omgezette onderneming vanaf
overgangstijdstip rechtstreeks in plaats van belastingplichtige, behoudens voorzover uit
verschil in wezen tussen vennootschap en belastingplichtige of wet VPB het tegendeel
voortvloeit.
Indien willekeurige afschrijving bij belastingplichtige heeft plaatsgevonden, gaat daarop
betrekking hebbende sanctie van art 3.38 over op vennootschap, evenals HIR.
In principe wordt waarderingsstelsel van inbrenger overgenomen, maar mag worden
gewisseld volgens gkg.
vermogensetiketteringsregels zijn nvt in vpb met als gevolg dat vanuit bv bezien geen
sprake is van fout.
Derde standaardvoorwaarde
Voor toepassing art 20-2 VPB op vóór overgangstijdstip door vennootschap geleden
verliezen en op terug te wentelen verlies van één der jaren ná overgangstijdstip naar een
vóór tijdstip gelegen jaar, wordt winst van vennootschap ieder jaar gesplitst in delen waarvan
elk betrekking heeft op vóór overgangstijdstip door respectievelijk belastingplichtige en
vennootschap gedreven ondernemingen. Splitsing vindt plaats alsof er geen inbreng heeft
plaatsgevonden, waarbij slechts winst aan onderneming van belastingplichtige of van
vennootschap kan worden toegerekend voorzover deze als zodanig bij vennootschap tot
uitdrukking komt.
Regeling:
1) Winst bv in jaren na inbreng gesplitst in deel dat kan worden toegerekend aan
ingebrachte onderneming en deel oude onderneming.
2) Toegerekende aandelen in bv-winst in horizontale verrekening betrokken, waarbij
negatief aandeel in winst in mindering wordt gebracht op positieve aandeel.
3) Bedragen die na horizontale verrekening aan ingebrachte, of oude onderneming
dienen te worden toegerekend in verticale verrekening betrokken.
Vierde standaardvoorwaarde
Belastingplichtige mag worden gecrediteerd voor op overgangstijdstip materieel
verschuldigde (aanslag niet nodig) ib. Daarenboven mag belastingplichtige ter afronding
worden gecrediteerd <5% van hetgeen op aandelen is gestort, maar voor niet meer dan
25000 euro.
Vijfde standaardvoorwaarde
De ter zake van het ingebrachte vermogen uit te geven aandelen worden bij
belastingplichtige geplaatst. Aandelen moeten worden volgestort.
, Er is geen bezwaar voor andere soorten aandelen, als partijen tav verdeling gebruikelijk is
tov derden.
Het is niet toegestaan bij oprichting aandelen uit te geven aan anderen dan degene die hun
subjectieve onderneming inbrengen. Uitreiking nieuwe aandelen na oprichting aan derde is
toegestaan, mits zakelijke prijs.
Percentage bij cumulatief preferente aandelen is minimaal 7% volgens staats.sec.
Het is in principe niet mogelijk om alleen cum.pref. aandelen in te brengen, tenzij: de
inbrenger medegerechtigde (art 3.3-1-a) winst geniet, maar zijn medegerechtigdheid niet
uitstrekt tot liquidatiesaldo.
Er is sprake van volstorten als de aandelen ogv regels vennootschapsrecht als volgestort
worden aangemerkt. Werkelijke waarde van belang.
In fiscaliteit is de werkelijke waarde eigenlijk alleen van belang bij afrondingscreditering.
Bedrag is gelijk aan werkelijke waarde onderneming (na latentie vpb) verminderd met de van
bv bedongen credtering en lijfrenten.
Glijclausule = indien vast komt te staan dat voor belastingheffing aan ingebrachte
onderneming lagere waarde moet worden toegekend dan waarde van regels
vennootschapsrecht, de afrondingscreditering zal worden verlaagd.
Zesde standaardvoorwaarde
Verkrijgingsprijs (art 4.21) van bij omzetting verkregen aandelen wordt gesteld op som
fiscale boekwaarden op overgangstijdstip van vermogensbestanddelen die worden
ingebracht.
Indien verzoek art 3.65, dient negatieve terugkeerreserve vrij te vallen. Dit leidt ogv lid 4 tot
hogere verkrijgingsprijs ab-aandelen. Deze reserve ontstaat bij geruisloze terugkeer uit bv
indien ab-claim op aandelen ontbonden bv verminderd met 80% van winst die door werking
art 14c VPB wordt vrijgesteld op negatief bedrag uitkomt.
Achtste standaardvoorwaarde
Vennootschap komt binnen 15 maanden na overgangstijdstip tot stand en inbreng vindt
eveneen binnen deze termijn plaats.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meghankeijzer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.01. You're not tied to anything after your purchase.