Week 1
Art 3.8 IB via schakelbepaling art 8 VPB → winstbepaling geldt ook voor BV en NV.
De arbeidskosten van de IB-ondernemer zijn niet aftrekbaar van de winst. Dit is wel bij de
BV/NV.
Jaarwinst bepaalt in welk jaar het gedeelte van die winst belast wordt. Er moet wel sprake
zijn van een onderneming, want anders kan de winst niet belast worden.
Ontstaan winst uit onderneming
Natuurlijk persoon
A. De binnenlands belastingplichtige die in binnen- en/of buitenland voor eigen risico en
rekening een onderneming begint te drijven (art. 3.2 = belastbare winst / 3.4 Wet IB =
wanneer ondernemer).
B. Als medegerechtigde winst gaan geniet art 3.3 IB = bv stille vennoot.
C. De buitenlands belastingplichtige die voordeel verkrijgt uit een onderneming (of
gedeelte daarvan) die m.b.v. een vaste inrichting / vaste vertegenwoordiger in
Nederland wordt gedreven.
D. Een in het buitenland wonende persoon die reeds een onderneming in het buitenland
drijft en zich in Nederland vestigt.
Rechtspersoon:
A. De binnenlands belastingplichtige die in binnen- en/of buitenland voor eigen risico en
rekening een onderneming begint te drijven.
B. De buitenlands belastingplichtige die voordeel verkrijgt uit een onderneming (of
gedeelte daarvan) die m.b.v. een vaste inrichting / vaste vertegenwoordiger in
Nederland wordt gedreven Art 3.5 IB.
C. Een in het buitenland gevestigde rechtspersoon die reeds een onderneming in het
buitenland drijft en zich in Nederland vestigt. Art 2 lid b IB
D. Een rechtspersoon die aanvankelijk subjectief was vrijgesteld, maar door
wetswijziging belastingplichtig wordt (bijv. overheidsondernemingen).
Totaalwinst
Totaalwinst = bedrag van alle gezamenlijke voordelen (rekenkundig) verkregen uit
onderneming.
Gaat dus over de omvang van de winst → alles is belast en alles is aftrekbaar, mits maar
voortvloeiend ‘uit onderneming’.
Het gaat ook om niet beoogde voordelen = voordelen buiten doel onderneming, maar wel
door onderneming opgekomen. → geen ethische oordelen;in beginsel ook voordelen
verkregen uit onwettig of onzedelijk handelen tenzij dit expliciet wettelijk anders is geregeld.
Tot winst behoort ook: Nominalistisch = belast dus ook inflatie
Tot totaalwinst behoort niet:
○ Gemiste winst, tenzij gemist door onzakelijke redenen
○ Ingebracht kapitaal/vermogen
○ Onttrokken kapitaal/vermogen, immers niet verkregen/verloren door onderneming
maar door aandeelhouderschap
,Art 2 lid 5 = fictiebepaling voor deze ondernemingen (bv BV) worden geacht dat zij met het
gehele vermogen de onderneming drijven, dus vermogensetikettering is niet van toepassing.
Het is wel relevant voor bijvoorbeeld stichting.
Voordelen vloeien voort uit ‘iets’ → iets is een juridisch vermogensbestanddeel
I. Vermogensbestanddeel is verplicht ondernemingsvermogen → naar haar aard = wat
kan het / functie = waar dient het voor slechts t.b.v. onderneming.
II. Vermogensbestanddeel is verplicht privé-vermogen → naar haar (aard /) functie
slechts privé.
III. Vermogensbestanddeel is keuzevermogen → Gemengd gebruik
Als activum nagenoeg uitsluitend (>90%) voor onderneming wordt gebruikt, dan is het
verplicht ondernemingsvermogen, en vice versa.
In uitzonderlijke situaties,waarin geen vermogensbestanddeel aanwijsbaar waaruit het
voordeel voortvloeit → Vermogenetikettering dan geen oplossing, daarom adhv met name
● Milieu
● Causaliteit
● Finaliteit = wat is het motief
De keuze voor soort vermogensetiket is te zien of het in de aangifte/ balans staat.
Terugkomen op keuze tav vermogenetikettering is altijd mogelijk → zolang de aanvankelijke
keuze nog niet definitief vaststaat, dit is als aanslag onherroepelijk vaststaat. Daarna alleen
mogelijk ivm bijzondere omstandigheden (wijziging functie/rechtsvorm/wet/jurisprudentie).
Herstel fout tav vermogenetikettering is dmv foutenleer. Dit kan alleen worden toegepast bij
verplicht ondernemings- of privévermogen.
Vermogenetikettering bij staking/afwikkeling onderneming:
Hoofdregel → verplicht naar privé
Uitzondering → afwikkeling of omvang onzeker ivm ondernemingssfeer, dan blijft het
verplicht ondernemingsvermogen. Andere uitzondering is als er wordt gewacht tot er
een geschikt moment is voor verkoop bestanddelen. Als deze bestanddelen ter
belegging wordt aangehouden, gaat het direct over naar privé.
Berekening winst
, Bij onttrekkingen geeft jurisprudentie aan: hoofdregel is WEV, tenzij geringe waarde (<€450)
én niet ten koste van de omzet (=dus je moet het op tijd kunnen aanvullen, snel kunnen
bestellen). Als aan beide voorwaarden is voldaan, vindt onttrekking niet plaats tegen WEV,
maar tegen kostprijs.
Stortingen geeft jurisprudentie aan: hoofdregel is WEV, tenzij onevenwichtige
belastingheffing. Kosten-arresten → alleen de daadwerkelijke betaalde kosten, mogen in
aftrek. Dan krijg je niet de correctie WEV.
- Bij box 3 bestanddeel (huuropbrengst is niet belast in box 3, alleen forfaitair
rendement). Het maakt voor de oom niet uit hoe hoog de huur is. De kosten arresten
zijn dus niet van toepassing op de huurkosten van het neefje. Dan heb je wel de
correctie naar WEV.
Fiscus heeft toetsingsbevoegdheid van het motief van uitgave.
Indien zakelijk motief is vastgesteld geldt ondernemersautonomie: Fiscus heeft
toetsingsverbod van de hoogte van uitgave → maar daar weer uitzondering op (toch
toetsing), maar dan slechts marginale toetsing (bijv Cessna/Renpaarden-arrest)
Uitzonderingen “alles is belast/aftrekbaar”
Aanloopverliezen (art 3.10 Wet IB jo art. 5 uitv. reg. IB)
Uitgaven gedaan in de 5 jaar vóór afgaande aan het eerste kalenderjaar als ondernemer zijn
toch aftrekbaar.
Bosbouwwinst
Toch niet belast (art. 3.11, lid 1, sub a IB 2001), tenzij opteren, dan zit je 10 jaar vast aan
beslissing.
Landbouw(grond)winst
Winst op landbouwgrond toch niet belast (art. 3.12, lid 1, sub a IB 2001). Alleen voor
waardeverandering van grond door algemene externe verandering is vrijgesteld.
Vrijstelling geldt niet voor:
- Waardeverandering door specifieke externe factoren (zoals bestemmingswijziging)
- Waardeverandering door specifieke interne factoren (zoals grondbewerking)
WEVAB = Waarde in het Economisch Verkeer bij Agrarische Bestemming
In feite wordt dus alleen inflatiewinst tav de grond vrijgesteld.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meghankeijzer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.