• Vandaag gaan we het hebben over de omgevingsvergunning milieu en die is ook geregeld in
de Wabo. Dus de dingen die je vorige week over de Wabo hebt gehad moet je goed
onthouden, want die zijn grotendeels ook van toepassing op de omgevingsvergunning voor
milieu zoals die ook van toepassing is op de omgevingsvergunning voor bouwen. Je kan
verder voortbouwen op de kennis die vorige week is opgedaan.
• Je zou kunnen zeggen dat milieu ook een onderdeel uitmaakt van het ruimtelijke
ordeningsrecht. Dat is ook zo. Alleen met milieurecht bedoelen omgevingsrechtjuristen: het
echt specifiek reguleren van gevolgen van bedrijven op concreet niveau. En wat bedoelen we
dan niet: het reguleren van activiteiten door middel van de scheiding van die functies in de
ruimte. Bijv. in een bp kan je regelen dat op een bedrijfsterrein een bepaalde zone moet
worden aangehouden tot aan een woonwijk. Maar dat is de regulering van milieugevolgen
via ruimtelijke ordening. Die twee zijn niet helemaal van elkaar te onderscheiden want als je
als gemeente een goed ruimtelijk ordeningsbeleid hebt, zou je ook minder problemen
hebben met milieu want dan zal je belastende functies van elkaar scheiden. Bijv. je gaat niet
een puinbreker wat veel geluid maakt niet pal naast een woonwijk mogelijk maken in een bp.
Dus je kan al heel veel milieugevolgen beperken door ze goed in een ruimtelijk
ordeningskader op te nemen.
• Maar bij die bedrijven moet je ook altijd op concreet niveau regelen hoeveel uitstoot, geluid,
stank zo’n bedrijf mag hebben en dat regel je allemaal via milieurecht. Daar heb je een
omgevingsvergunning voor milieu voor nodig. Maar heel veel bedrijven hebben geen
omgevingsvergunning voor milieu meer. Die zijn vergunningvrij gemaakt en daar heb je het
Activiteitenbesluit voor nodig.
Inhoudsopgave
1. Inrichting
2. Aangewezen inrichting
3. De vergunningplichtige inrichting
4. Toetsingskader
5. Voorschriften en actualisering
6. De vergunningvrije inrichting
7. Maatwerkvoorschriften
8. Milieubelastende activiteit in de Omgevingswet
9. Milieueffectrapportage
10. OBM-vergunning
11. Milieueffectrapportage in de Omgevingswet
12. Vragen?
,Inrichting
Binnen een
zekere
begrenzing
Bedrijfsmatig Pleegt te
of in omvang worden
alsof verricht
bedrijfsmatig (continuïteit)
Inrichting
art. 1.1
Wm
Art. 2.1, lid 1, onder e, Wabo:
vergunningplicht voor:
1. oprichten van
2. veranderen van
3. het in werking hebben van
een inrichting (tenzij vergunningvrij (lid 3)
, • Als je in art. 2.1 lid 1 onder e Wabo zie je dat het oprichten, veranderen van en het in
werking hebben van een inrichting vergunningplichtig is. Daarom is die vraag van belang: is
mijn installatie/bedrijf een inrichting want dan weet je dat je onder het bereik van die
vergunningplicht kan vallen/ onder dat verbod om een inrichting in werking te hebben
zonder omgevingsvergunning voor milieu.
• Een inrichting (art. 1.1 Wm) = elke door de mens bedrijfsmatig of in omvang alsof
bedrijfsmatig was ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te
worden verricht.
• Het begrip inrichting bestaat uit drie elementen (art. 1.1 Wm):
1. Bedrijfsmatig of in omvang alsof bedrijfsmatig
Pure hobby matige activiteiten zijn in beginsel geen inrichting maar de wetgever heeft wel erkend
dat er situaties zijn die op een grensvlak liggen en daar is die constructie voor ‘in omvang alsof
bedrijfsmatig’ in het leven geroepen. Vb. van zo’n situatie: hobbyboeren die veel dieren in bezit
hebben, zoals zes paarden, drie pony’s, rijbakken en rijhallen. Dat is een omvang alsof het
bedrijfsmatig was. Nog een voorbeeld: iemand hield in een gewoon woonhuis 26 chihuahuas.
Volgens de Afdeling was dat niet bedrijfsmatig. Die persoon vond het gewoon leuk om als hobby 26
honden te hebben maar het gaf wel dermate geluidsoverlast en hinder dat het onder het
inrichtingenbegrip viel want het heeft een omvang alsof het bedrijfsmatig is. Dus hou er rekening
mee dat ook relatief kleine activiteiten kunnen een inrichting vormen.
2. Binnen een zekere begrenzing
Die activiteiten moeten plaatsvinden binnen een zekere begrenzing. Er moet een bepaalde
plaatsgebondenheid zitten aan de activiteit. Dat betekent niet dat die nagelvast hoeft te zitten maar
het moet niet gaan om bijv. vrachtwagens die door het hele land rijden. Die vallen niet onder het
inrichtingen begrip. Dus er moet een zekere plaatsgebondenheid zijn.
3. Pleegt te worden verricht (continuïteit)
Dat duidt op een zekere continuïteit van de activiteit. Dat betekent niet dat het continu moet
plaatsvinden maar dat het met een zekere regelmaat moet plaatsvinden. Dus als een activiteit zeer
incidenteel plaatsvindt, dan val je niet onder het inrichtingenbegrip.
Dit zijn dus de drie kernelementen van het inrichtingen begrip.
Eén inrichting? (art. 1.1, lid 4, Wm)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madiha_e. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.