Opgave 1 De koffiebar
• Hugo begint in Leiden in de Kloksteeg een hippe koffiebar. Hugo is niet alleen barista, maar
ook DJ, en hij wil dus ook leuk plaatjes gaan draaien in de koffiebar, om zo een relaxte
sfeer te maken. Het geluidsniveau zal in de koffiebar steeds onder de
60 dB(A) liggen. De koffiebar past in het bestemmingsplan, aangezien het pand de
bestemming “Horeca”, maar Hugo twijfelt of hij ook niet een omgevingsvergunning voor
oprichten van een inrichting nodig heeft.
A. Is hier sprake van een inrichting?
Een inrichting = elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was,
ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht (art.
1.1 lid 1 Wm). Kort gezegd, is sprake van een inrichting als een activiteit:
1. Gedurende een zekere periode (ongeveer zes maanden) of met een zekere
regelmaat (bijvoorbeeld wekelijks)
2. Op (steeds) dezelfde locatie en
3. Bedrijfsmatig of in een bepaalde omvang alsof bedrijfsmatig wordt verricht. De
omvang van de activiteit moet boven het hobbymatige karakter uitstijgen.
De koffiebar van Hugo valt onder de definitie van inrichting als bedoeld in art. 1.1 Wm nu de
koffiebar gedurende een zekere periode, waarschijnlijk maanden in de Kloksteeg zich zal
vestigen. Daarnaast is de koffiebar puur bedrijfsmatig aangezien het doel winst maken is en
het boven het hobbymatige karakter uitstijgt.
Het voldoen aan de definitie van het begrip inrichting is echter niet voldoende. Van een
inrichting in de zin van de Wm is pas sprake, indien een activiteit zowel onder de definitie van
art. 1.1 lid 1 Wm als onder een categorieomschrijving van bijlage l onderdeel C van het Bor
valt, zo blijkt uit lezing van de eerste volzin van art. 1.1 lid 4 Wm in samenhang met art. 1.1
lid 3 Wm. De koffiebar valt tevens onder categorie 18 van bijlage l onderdeel C van het Bor.
Het is dus een aangewezen inrichting (art. 1.1 lid 3 en 4 Wm jo. art. 1.1 lid 1 en 3 Wabo jo.
art. 2.1 Bor jo. bijlage l onderdeel C Bor).
Waarom gaan we überhaupt bekijken of iets een inrichting is? Waarom is dat een relevante
vraag. Omdat je daar dan soms een milieuvergunning nodig hebt o.g.v. art. 2.1 lid 1 onder e
Wabo. Daarnaast kan je ook een vergunningvrije inrichting zijn die onder het Am valt, maar
dan moet je wel als een ‘inrichting’ kwalificeren. Voor deze twee punten is het al relevant.
Welke criteria moeten we bekijken voor het zijn van een inrichting?
- bedrijfsmatig of in omvang alsof bedrijfsmatig
- zekere begrenzing (plaatsgebonden)
- continuïteit (‘pleegt te worden verricht’)
Dat lezen we in de zinsnede van art. 1.1 Wet Milieubeheer.
Hugo begint een koffiebar in Leiden dus het is een inrichting, want het is bedrijfsmatig (niet
hobbymatig), niet incidenteel en ook plaatsgebonden.
B. Zo ja, is deze inrichting vergunningplichtig?
De koffiebar is dus een aangewezen inrichting (zie art. 1.1 lid 3 en 4 Wm jo. art. 1.1 lid 1 en 3 Wabo
jo. art. 2.1 Bor jo. bijlage l onderdeel C categorie 18 Bor). In bijlage l onderdeel C categorie 18 van het
Bor zie ik niet vermeld staan dat deze inrichtingen vergunningplichtige inrichtingen zijn in de zin van
art. 2.1 lid 1 onder e Wabo. De koffiebar van Hugo is dus slechts een aangewezen inrichting o.g.v.
categorie 18.1 bijlage l onderdeel C Bor.
, Waarom kijk je of een inrichting is aangewezen? Want dan ben je gereguleerd. Als je geen
aangewezen inrichting bent val je gelijk weg uit de regulering. Waar zijn die inrichtingen
aangewezen? Art. 2.1 Bor jo. bijlage l Bor. Waar vinden wij deze inrichting? onderdeel C categorie
18.1. Wat valt je op aan die categorie? Zijn wij hier vergunningplichtig? Nee. In die categorie zijn
alleen maar aangewezen inrichtingen genoemd en geen vergunningplichtige inrichtingen (zie 18.2).
Dus je weet dat een horeca inrichting wel aangewezen is maar niet vergunningplichtig.
C. Zo nee, welke regels voor geluid gelden er dan voor de koffiebar?
Voor de vergunningvrije inrichtingen gelden de algemene regels uit het Activiteitenbesluit. Art. 2.1,
lid 3 Wabo⇒ art. 2.1 Bor en bijlage I ⇒ 8.40 Wm en Activiteitenbesluit milieubeheer
(Am). Om te bepalen welke bepalingen van het Activiteitenbesluit op een inrichting van toepassing
zijn, moet derhalve eerst worden vastgesteld of sprake is van een inrichting (zie a). Voor zover dat
het geval is, moet, om te bepalen welke regels uit het Am op de inrichting van toepassing zijn, de
inrichting vervolgens worden gekwalificeerd als A-, B- of C-inrichting. Art. 1.2 Am maakt een
onderscheid naar drie typen inrichtingen. Om te kijken wat voor type inrichting je bent, moet je
kijken in art. 1.2 Am. De koffiebar van Hugo kwalificeert zich als een type A-inrichting (art. 1.2 lid 1
sub a Wm). De algemene regels uit art. 2.17 Am zijn onder andere van toepassing op de koffiebar (zie
art. 2.16 Am).
In art. 8.40 lid 1 Wm zie je als je een inrichting bent en niet vergunningplichtig dat je dan
onder die categorieën regels kan vallen van het Am. Wat moeten we bij art. 1.2 Am gaan
doen? Kwalificeren met welke type inrichting we hier in casu te maken hebben.
Een B-inrichting is geen A-inrichting of C-inrichting. Het is een restcategorie geworden. Dus je
moet eerst toetsen of het een categorie A-inrichting is o.g.v. art. 1.2 Am.
Het Am is in beginsel geschreven voor vergunningvrije inrichtingen maar de C-inrichting is
een vergunningplichtige inrichting maar valt ook gedeeltelijk onder het Am. Er zijn dus
hoofdstukken in het Am die ook van toepassing zijn op vergunningplichtige C-inrichtingen.
In casu hebben we te maken met een A-inrichting, want we hebben geen
omgevingsvergunning voor milieu nodig voor de koffiebar. In de casus is tevens gegeven dat
de koffiebar steeds onder het geluidsniveau van 60 dB ligt en dan zit je inderdaad in
categorie A. We zijn dus een vergunningvrije inrichting type A.
Elk hoofdstuk in het Am begint met toepassingsbereik (‘dit hoofdstuk is van toepassing op A-
inrichtingen of B-inrichtingen etc.). In art. 2.16b zien we dat die paragraaf met regels van
toepassing is op A en B-inrichtingen dus ook op ons! In 2.17 zien we een heel schema met
geluidsnormen waar we aan moeten voldoen.
Opgave 2 Varkenshouderij Piggy’s Place
Piggy’s Place B.V. wil in Nederweert een biologische varkenshouderij met maximaal 4.000
gespeende biggen en 4.000 mestvarkens in zes stallen.
Zij dient daarvoor een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in art. 2.1, eerste
lid, onder e, van de Wabo in bij het college van burgemeester en wethouders.
A. Is hier sprake van een vergunningplichtige inrichting en zo ja, welke procedure is van toepassing
op deze aanvraag?
Stap 1: is er überhaupt sprake van een inrichting in de zin van art. 1.1 lid 1 Wm.
De biologische varkenshouderij voldoet aan het inrichtingenbegrip van art. 1.1 lid 1 Wm. De
varkenshouderij is tevens een aangewezen inrichting (zie art. 1.1 lid 3 en 4 Wm jo. art. 1.1 lid 1 en 3
Wabo jo. art. 2.1 Bor jo. bijlage l onderdeel C categorie 8.1 onder a Bor). In categorie 8.3 sub f wordt
vermeld dat deze aangewezen inrichtingen vergunningplichtig zijn als meer dan 3.750 gespeende
biggen wordt gehouden. In dit geval wil Piggy’s Place B.V. maximaal 4000 gespeende biggen houden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madiha_e. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.