Deze samenvatting omvat alle informatie gegeven in de colleges van BM6-Microbiologie. Tevens bevat deze samenvatting een extra samenvattingen voor de praktijk waaronder de korte reeks (TSI en LIA) en determinatie stappen.
Test Bank For Brock Biology of Microorganisms 15th Edition By Michael T. Madigan 2024 A+
Test Bank for Brock Biology of Microorganisms, 15th Edition by Madigan, 9781292235103, Covering Chapters 1-33 | Includes Rationales
Buy the official test bank for Brock Biology of Microorganisms, Madigan,15e
All for this textbook (62)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Biologie En Medisch Laboratoriumonderzoek
Microbiologie (BM6MICROBIOLOGIE)
All documents for this subject (20)
1
review
By: selhariry • 2 year ago
Seller
Follow
sammessing
Reviews received
Content preview
Microbiologie course 6 blok 4
Microbiële diversiteit
Eukaryoten, drie groten groepen:
-fungi
-algen
-protisten
Gisten, algen en protisten zijn eencellige eukaryoten
Fylogenetische boom
alle leven op aarde indelen in groepen gebaseerd op hun afstamming van elkaar.
>Virussen hebben beperkt aantal genetische eigenschappen, virussen hebben geen ribosomen en
zitten daarom niet in de boom.
Protisten
Eencellige eukaryoten (die geen gist of alg zijn)
Parasieten:
-Trichomonas vaginal soa
-Trypanosoma brucei slaapziekte
-Plasmodium malaria
-Toxoplasma Toxoplamosis
Ze veroorzaken ziekten, omdat ze in het lichaam en zelfs in de cellen groeien.
Diatomenen: eencellige organismen die fototroop zijn (groeien op zonlicht) en ze zijn onderdeel van
fytoplankton. Ze komen voor in zout en zoetwater en zijn te herkennen aan hun vormen
(geometrisch) dat komt omdat er zandachtige structuren in de celwand zit waardoor ze hard worden.
Oomycetes (water schimmels, maar het zijn geen schimmels!!):
-Fytoftora infestan
-Plant pathogeen
-Aardappelziekte
-Belangrijk voor agricultuur
Amoebozoa:
-Pseudopodia (schijnvoetjes) uitstulpingen van de cel
-Amoeboïde beweging
Slijmschimmels (zijn weer geen schimmels!): het zijn protisten die samenwerking vertonen. Kolonies
vormen waarin ze bepaalde cellen opofferen. In een kolonie kan een steel gevormd worden naar
boven toe waarop een vrucht lichaam ontstaat. Dus een deel van de cellen offert zich op om een
steel te vormen en boven in dat vrucht lichaam, die cellen die kunnen zich dan verspreiden of die
kunnen dan verder weg komen dan die kolonie die op dat oppervlak zit.
Fungi: gisten en schimmels
Gisten zijn eencellig, groei door cel diffusie
Schimmels zijn meercellig, groei filamenten
Eukaryoten micro-organismen met de celwand
Saccharomyces cerevisiae (brood) en Candida albicans (zit op de huid maar hoeft niet per se ziekte
te veroorzaken maar kan wel pathogeen zijn)
Filamenteuse fungi
Mycelium: netwerk van fungi filamenten (hyfe)
-één zo`n draad is een hyfe
-Lucht hyfe: verticale groei van hyfe
bovenop die lucht hyfe kunnen aseksuele sporen gevormd worden. Dit wordt conidio sporen
genoemd. Deze sporen zijn een soort eencellige vorm van de schimmel waarbij een conidio spoor
kan uitkiemen tot een complete schimmels.
Hyfe
Septum: niet helemaal gesloten celwand tussen twee delen van een hyfe. Dus een hyfe bestaat uit
meerde cellen aan elkaar, maar die cellen zijn niet helemaal van elkaar afgesloten.
-Hyfe groeit aan de punt (nr. 11), wordt Spitzenkörper genoemd.
Kleine blaasjes worden gevormd en die blaasjes zijn omgeven door een
membraan en gaan fuseren met het celmembraan waardoor het
celmembraan dus groter wordt.
-Nummer 2 is een septum. Een soort van celwand tussen twee
compartimenten tussen twee hyfe. Hij is niet helemaal gesloten zoals te
zien is in het plaatje, dus het cytoplasma kan door de compartimenten
gaan. Ook organellen kunnen door zo een septum heen. Dus eigenlijk in de
schimmel staat het cytoplasma met elkaar in contact. Wordt als meerkerning beschouwd.
Schimmel celwand
Mannan-Beta glucan-Chitin Dit zijn de PAMPs die herkent worden door PPR.
-80/90% polysaccharide
-Chitine: polymeer van N-acetylglucosamine (NAG)
-Beta glucans, mannan, galactosan, cellulose
Groepen binnen de schimmels
Ascomycete
-Saccharomyces voedselproductie, industrieel gebruik
-Aspergillus voedselproductie, industrieel gebruik
-Penicillium voedselproductie, penicilline
Waarom heten ze ascomyceten?
Omdat ze ascosporen vormen. Ascosporen heten zo omdat ze in een ascus zitten. Een ascus is een
zakje. Bevruchting of samensmelting nodig van sporen om nieuw organisme te krijgen.
Mating type (paringstypen) alfa (α) en a. Dit is gebaseerd op een aantal genen die aan of
uitgeschakeld zijn in een gistcel. Het is een soort man en vrouw variant. Ze kunnen samen
versmelten. Dan krijg je het diploïde stadium gevormd. Bij het diploïd stadium kunnen aseksueel
voortplanten door knopvormen en celdeling, maar het kan ook het ascospoor vormen via meiose.
Die haploïde kunnen dan weer ontkiemen tot haploïde cellen en dan weer het andere paringstype
opzoeken etc.
Celwand van bacteriën
Peptidoglycaan
-Glycaan strengen
-Peptide crosslinken
Glycaanstreng
-N-acetylglucosamino (NAG)
-N-acetylmuraminezuur(NAM)
Deze zitten om en om in de glycaan aan een beta(1,4) verbinding. Aan de NAM zit een keten van
aminozuren dus dat wordt een peptide. Een peptide keten kan verbonden worden aan de
peptideketen van een andere laag van de peptidoglycaanlaag.
Peptidoglycaan synthese
Afbeelding 1.
Celwand zit bij het celmembraan van de bacterie, maar wordt aan de binnenkant van de cel gemaakt.
De NAG en NAM worden aan elkaar gemaakt en aan één van deze wordt een peptide staart gezet.
De precursor pentapeptide (klein stukje peptidoglycaan) zit in het cytoplasmamembraan en moet
naar de celwand worden gestuurd. Het moment waarop dit gebeurd is onder andere bij beschadiging
en groei van de bacterie. De precursor moet over het celmembraan worden getransporteerd. Het
celmembraan bestaat uit vetzuren en is dus hydrofoob. Daarom is het molecuul bactoprenol nodig.
Dat bindt aan de peptidoglycaan precursor. De bactoprenol is een vetachtig molecuul dat makkelijk
door het cytoplasma membraan heengaat zodat alles aan de buitenkant terecht komt. Er moet
vervolgens een gat geknipt worden in een bestaande peptidoglycaanlaag. Dat gebeurd door
autolysine (een enzym dat een verbinding tussen de suikermoleculen verbreekt zodat er ruimte is
voor een nieuw peptidoglycaan precursor. Vervolgens worden de verbindingen tussen de suikers
gemaakt door transglycosylase. En dan krijg je de dwarsverbinding gevormd. Zie afbeelding 1.
Dus:
Glycaan pentapeptide wordt gemaakt in de bacteriecel en wordt met behulp van bactoprenol over
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sammessing. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.