H9 De economische sprong van Europa
§9.1 De industriële revolutie
Van thuiswerkplaats naar fabriek
In Engeland kreeg de economie een boost door o.a. waterframe van Arkwright. Dit zorgt
voor snellere en andere manier van productie. Van een agrarisch-urbane samenleving naar
een gemechaniseerde massaproductie van de industriële samenleving.
Economische groei
1700 gingen Engelse plattelanders spinnen en weven om wat bij te verdienen (in dienst van
koopman-kapitalisten uit de stad)
Oorzaken groei Engelse economie:
● Opbrengst landbouw stijgt door nieuwe kennis
● Bevolkingsgroei door meer voedsel/ ziektebestrijding afzetmarkt
● Koloniën produceren goedkope grondstoffen (textielhandel) afzetmarkt
Textielindustrie
Met de winst van van handel en landbouw werd textielproductie verbeterd. Waterframe was
te duur en groot voor huisnijverheid, dus ontstaan textielfabrieken en verdwijnen
huisnijverheid (concurrentie). Waterkracht Machines veel succes maar rivieren waren snel
vol, dus stoommachine. 1782 James Watt verbeterd stoommachine (ontstaan Grieken).
Gevolgen voor de rest van de economie
Andere bedrijfstakken gaan ook stoommachines gebruiken, dus mijnbouw en ijzerindustrie
worden belangrijker in de economie. In gebieden met steenkool en ijzererts ontstaan
fabriekssteden. Kanalen en spoorwegen aangelegd om grondstoffen en eindproducten te
vervoeren.
Sociale gevolgen van industrialisatie:
● Verandering in klassen en standen. Aantal fabriekseigenaren nam toe, waren rijk en
trokken politieke macht naar zich toe (klassieke elite niet blij: adel, militairen).
● Door wegvallen huisnijverheid, trekken plattelanders naar steden voor werk. Nieuwe
sociale groep: arbeidersklasse. Slechte werk/leefomstandigheden (geen hygiëne).
● Versterking van de middenklasse. Fabrieken boden ook werk voor geschoolde zoals
boekhouders en ingenieurs. In stad was behoefte aan onderwijzers, winkeliers en
ambtenaren. Zou leiden tot groeiend zelfbewustzijn en een streven naar politieke
invloed.
Groeiende staatsbemoeienis
Gevolg van de opkomende industrie was dat de overheid zich meer bemoeit met
samenleving:
● Onderwijs, wel gericht op middenklasse (eerder in handen kerk)
● Leefbaarheid in steden, afval en slecht drinkwater (watervoorziening, riolering,
wegen aanleggen)
Ontwikkelingen van textielindustrie en gevolgen zo ingrijpend voor economie en
samenleving: Industriële revolutie.
Modern kapitalisme en economisch liberalisme
Modern kapitalisme
, Het oude handelskapitalisme wordt het moderne kapitalisme. Doel van modern kapitalisme
is dat particuliere ondernemers zoveel mogelijk winst behalen. Arbeid wordt verricht door
niet bezitters.
- handelskapitalisme: Goederen verhandelen
- moderne kapitalisme: Zelf produceren, investeren in machines en grondstoffen.
Verschil met vroegere kapitalisme:
- bezit productiemiddelen
- hogere productie + lage kosten
Verband modern kapitalisme met FR revo:
- gericht op eco en techn vooruitgang
Economisch liberalisme
Velen waren halverwege 18e eeuw aanhanger van een mercantilistische economische
politiek. Doel: de staat zoveel mogelijk te laten profiteren van de economie (bv. belasting
heffen op import). 18e eeuw kwam er meer kritiek op het mercantilisme:
Grondlegger economisch liberalisme: Adam Smith was er tegen.
- Hij wilde een zo groot mogelijke economische vrijheid.
- Overheid moet zorgen dat eco kan functioneren ‘onzichtbare hand’.
- Doel: Door vrije concurrentie worden mensen gedwongen betere producten te
maken tegen steeds lagere prijzen.
Dit gaat niet ten koste van andere landen, en bij het mercantilisme wel. 1835 Britse gilden
afgeschaft. Mede door economisch liberalisme is er in de 19e eeuw in de samenleving meer
vrijheid voor ondernemers, maar weinig bescherming voor arbeiders. Welvaart nam toe voor
rijk en arm. Leef/werkomstandigheden waren zo slecht dat overheid in 1850 al ingreep
(moderne kapitalisme heeft nadelen).
§9.2 Nationalisme
Nationalisme: mensen behoren tot verschillende volken. Elk volk heeft een
gemeenschappelijke geschiedenis, taal en cultuur. Een volk in een staat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yaelvanhoogeveen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.