Geschiedenis
HC 4 Koude Oorlog (1945 – 1991)
4.1 Twee ideologische blokken (1945 – 1955)
Communisme en kapitalisme
- 1917 communisten grijpen macht in RU en stoten tsaren van de troon
- communistische partij van RU streeft naar klasseloze samenleving: arbeiders niet
langer uitgebuit door klasse die productiemiddelen bezat
- doel: wereldrevolutie en kapitalisme verslaan en iedereen gelijk
- door Stalin veranderd SU in totalitaire staat → communistische partij had
controle over dagelijks leven van bewoners van SU → persoonlijke vrijheid
als gevaar gezien
- in VS en andere westerse landen: individuele vrijheid basis van goede samenleving.
➢ Politiek: democratisch stelsel met bescherming van politieke rechten individu.
➢ Eco: vrijemarkteconomie/kapitalisme.
Een tijdelijk bondgenootschap
- begin WOII: SU en VS nog niet bij strijd betrokken.
➢ VS: hield zich het liefst ver van europees geweld.
➢ SU: niet-aanvalsverdrag met Hitler (Molotov-Ribbentroppact 1939)
- 1941: verandering, nazi-DU viel SU binnen → Hitler en Stalin vijanden.
- 1941: JA (bondgenoot Hitler) viel marinebasis VS aan en Hitler verklaarde VS oorlog.
- SU en VS strijden samen tegen asmogendheden (IT, DU, JA). SU en VS hadden
succes. eind WOII liepen spanningen op → andere meningen over hoe
europa bestuurd moest worden.
➢ VS: overal vrije verkiezingen.
➢ SU: hoopte in Oost-EUR op communistische regeringen.
- Conferentie van Potsdam: juli 1945: VS, GB en SU afspraken over DU.
- Vier militaire bezettingszones: Amerikaanse, Britse, Franse (westkant) en Sovjetzone
(oostkant). Berlijn ook in vieren verdeeld.
Het ontstaan van twee invloedssferen
- Twee invloedssferen ontstaan: communistische & democratische/kapitalistische.
- Oost-EUR: ontstaan volksdemocratieën onder druk van Stalin.
● Burgers alleen stemmen op kandidaten die waren goedgekeurd door
communistische partij.
● Deze volksdemocratieën kregen karakter van ‘vazalstaten’ van SU. (staat die
afhankelijk is van een andere staat)
- West-europa: landen werden weer liberale democratieën met kapitalistische
economie, naar Amerikaans model (vooroorlogse situatie).
- Sprak niet vanzelf: in veel West-EUR landen trokken communistische partijen veel
kiezers en velen zagen in communisme oplossing voor armoede.
- VS president Harry Truman bang dat West-EUR communistisch zou worden
→ 1947: Trumandoctrine, economische en militaire steun aan alle landen ter wereld
die communisme buiten deur wilden houden.
- Gedachte Truman: economisch sterk land minder snel communistisch.
- Hierdoor ook Marshallplan (1947): EUR landen kregen financiële steun, West-EUR
ontving in 4 jaar miljarden dollars. Ook Oostbloklanden mochten meedoen, maar
Stalin verbood dit.
, - Truman probeerde ook EUR samenwerking stimuleren, om communisme
voorkomen.
- Blokkade van Berlijn, 1948-1949 Stalin niet mee eens dat west-DU eigen munt
(Duitse mark) invoerde → alle toegangswegen tot West-Berlijn afsluiten.
➔ Truman beantwoordde dit met luchtbrug → vliegtuigen vlogen om
bevolking Berlijn te bevoorraden → na 11 maanden hief Stalin blokkade
op.
- Kort daarna: DU en Berlijn in tweeën gedeeld en nu 2 ideologische machtsblokken.
● Westelijk DU: Bondsrepubliek Duitsland (BRD).
● Oostelijk DU: Duitse Democratische Republiek (DDR).
Angst voor de atoombom
- Wantrouwen groeide verder door opkomst van kernwapens.
- Mei 1945 DU capituleerde, maar WOII niet klaar. VS president Truman kiest voor
atoombom. Hiroshima, Nagasaki 6/9 aug 1945 → JA keizer Hirohito geeft zich
over. VS voelde zich onoverwinnelijk
- Grote schok voor VS toen SU (vier jaar later) in staat bleken atoomwapens te maken.
- Landen probeerden elkaar te overtreffen → wapenwedloop
- 1949 VS, CA en West-EUR vormden militair bondgenoot uit angst voor SU: NAVO
● Lidstaten beloofden elkaar militaire steun als een van hen werd aangevallen.
- 1955 SU en landen in Oost-EUR bondgenootschap: Warschaupact.
➔ Machtsblokken steeds meer tegenover elkaar.
- 1950 in VS angst voor communisme. Republikeinse senator Joseph
McCarthy werd communistenjager → mccarthyisme. toespraak McCarthy. Hij liet
namenlijst zien mensen die lid zijn van comm partij, maar bleek onzin te zijn.
2 De Koude Oorlog in Azië en Afrika (1949 – 1975)
Dekolonisatie en communisme in Azië
- Ook in Azië, Afrika en Zuid-Amerika frictie tussen kapitalisme en communisme.
- Begon in Azië: JA had europese koloniën bezet, na JA nederlaag kwamen europese
machthebbers terug dekolonisatie, maar macht brokkelde af.
- Inheemse politici riepen onafhankelijkheid uit en maakten eind aan koloniale bestuur.
- Ze kregen steun van VS en SU, steun kwam deels voort uit ideologische motieven.
➢ Communisten tegenstander van kapitalistische uitbuiting van overzeese
gebiedsdelen.
➢ VS waren zelf ontstaan uit strijd tegen koloniale GB.
- Ook pure machtspolitiek speelde mee, Oost en West waren bang dat ander zijn
machtsgebied uit zou breiden.
- 1949: Mao Zedong, leider van Chinese Communistische Partij, riep
Volksrepubliek China uit → ontstaan 2e communistische blok in Azië
Containmentpolitiek
- Verdere verspreiding van communisme te voorkomen: containmentpolitiek, steun
aan landen die door communisme werden bedreigd.
- Angst achter containmentpolitiek: dominotheorie, comm machtsovername in één land
leidt ertoe dat omringende landen ook zullen ‘omvallen’.
, - Communistische landen zagen dit als vorm van westers imperialisme. manier om
een door het westen gedomineerd wereldrijk in stand te houden
Oorlogen in Korea en Vietnam
- Oorlog in Korea tussen communistische(noord) en kapitalistische(zuid). Verenigde
Naties grepen militair in en hielden Zuid-Korea kapitalistisch.
- 1945: FR kolonie Vietnam riepen communisten onafhankelijke Democratische
Republiek Vietnam uit, FR traden militair op. 1954: Slag bij Dien Bien phu, nederlaag
FR. ze moeten akkoord gaan met Vietnamese onafhankelijkheid. Volgens Akkoorden
van Genève (1954) werd land opgedeeld in communistisch(noord) en
kapitalistisch(zuid) → dit brengt geen vrede. Akkoorden kwamen tot stand
kort nadat FR Slag bij Dien Bien Phu had verloren en zich uit Vietnam had
teruggetrokken. Er werd ook afgesproken dat Vietnam in 1956 regering
zouden kiezen voor eenheidsstaat. Maar omdat Zuid-Vietnam en VS Akkoorden van
Genève niet hadden ondertekend, bleef verdeling tussen Noord- en Zuid-Vietnam
twintig jaar bestaan.
- 1964: Tonkinresolutie, voortaan mocht VS president in Zuidoost-Azië militair ingrijpen
zonder parlementaire goedkeuring vooraf. VS zet leger om de regio te bombarderen.
➔ ze slaagden er niet in comm opmars in VS te stoppen.
- Vietcong (communistische verzetsleger in Zuid-Vietnam) kreeg steun van
China en SU → bleek niet te verslaan.
- ‘Protestgeneratie’ vroeg zich af of voor verdediging van westerse vrijheid echt nodig
was om in Azië oorlog te voeren.
- driehoeksdiplomatie: VS buitenlandse politiek met als doel Zuid-Vietnam het minder
zwaar te maken door gelijktijdig de relatie met SU en Volksrepubliek China te
verbeteren. Zo hoopte Nixon Zuid-Vietnam onder druk te zetten: als dat land minder
zeker zou zijn van comm steun, zou het sneller instemmen met vredesakkoord.
- 1973: VS volledig uit Vietnam teruggetrokken en Vietnam werd verenigd onder
communistisch bestuur.
Afrika
- 1975 Portugal kondigde aan dat zijn Afrikaanse kolonie Angola onafhankelijk werd.
Daarop brak tussen verschillende onafhankelijkheidsbewegingen oorlog uit
ingewikkeld internationaal machtsspel. liep dekolonisatieproces uit op burgeroorlog
tussen MPLA en FNLA. MPLA: SU en FNLA: westen/China → beide richtten ze
zich op bevrijding van Angola
- Nadat Portugezen macht hadden overgedragen aan winnaar MPLA, werd
eenpartijstelsel ingevoerd, met MPLA als enige toegestane politieke partij. 2002
staakt-het-vuren. Strijd had verwoestend effect: economie stortte in en miljoenen
mensen sloegen op vlucht of gedood.
3 Kritieke momenten (1955 – 1963)
Van blokvorming naar vreedzame co-existentie
- door harde opstelling Stalin ontstaan 2 scherp begrensde machtsblokken →
angst bij westerse landen.
- Na enkele jaren ook BRD lid van NAVO. Voorwaarde: West-Duitse leger onder
toezicht van bondgenootschap.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yaelvanhoogeveen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.