100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Methoden en Technieken (RC103) Erasmus Universiteit. $4.84   Add to cart

Summary

Samenvatting Methoden en Technieken (RC103) Erasmus Universiteit.

1 review
 56 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van de problemen en verdere stof (vanuit hoorcolleges e.d.) voor het vak Inleiding Methoden en Technieken uit het 1e jaar van de studie Criminologie op de Erasmus Universiteit. Zowel kwalitatief als kwantitatief!

Preview 2 out of 34  pages

  • No
  • Benodigde hoofdstukken voor de problemen + losse artikelen
  • July 4, 2021
  • 34
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: anniekguchte • 2 year ago

avatar-seller
ONDERWIJSGROEPEN
PROBLEEM 1:
 hoe doe je onderzoek, welke onderzoeksvragen zijn er en welke rol speelt theorie in
wetenschappelijk onderzoek?

Als je goed onderzoek doet leidt dit tot nieuwe en betere vragen. Hedendaagse criminologen
doen a-theoretische empirisme, bestaande cijfers gebruiken. In de diepte snappen we er dan
weinig van.
Kwalitatief onderzoek = “verstehen” = begrijpen.

Hoe doe je onderzoek?
1. Onderzoeksvraag. De vraag die je uiteindelijk gaat beantwoorden en die het
onderzoek stuurt.
2. Literatuurstudie. Hier zoek je je literatuur die je onderzoek kadert, deze stap komt
soms ook voor de onderzoeksvraag.
3. Voorbereiding. Hier kijkt je onder andere wie de stakeholders zijn en vraag je
bijvoorbeeld toestemming voor bepaalde gegevens.
4. Keuze van onderzoeksopzet. Hier kies je de meetinstrumenten en doe je de selectie
van de respondenten. Je maakt een design/plan/opzet.
5. Keuze van de analyse-eenheden. Hier kijk je naar manieren om aan de respondenten
te komen en kies je bijvoorbeeld dossiers steekproefsgewijs uit.
6. Keuze van de dataverzamelingsmethode. Kijken welk instrument je daadwerkelijk
gaat gebruiken en wat je gaat vragen via dat instrument.
7. Keuze van analysemethode. Bepalen waarmee je de gegevens gaat analyseren.
8. Voor-, hoofd- en na onderzoek. Je doet hier een pilotstudie en kijkt of alles begrijpelijk
is. Ook achteraf wanneer bijvoorbeeld data totaal niet overeenkomt de respondenten
opnieuw te laten overleggen (Delphi-methode).
9. Triangulatie, zowel kwalitatief onderzoek doen als kwantitatief.
10. Onderzoeksopzet. Hier som je alles op in een overzicht. Het probleem, het vraagstuk
en alle voorgaande stappen uitgelicht, ook een begroting en planning.

Er is vaak een strijd tussen kwalitatieve aanhangers en kwantitatieve aanhangers, echter
zouden deze methoden juist gecombineerd moeten worden.

Beschrijvende vragen = “wat-vraag” twee soorten:
- Beschrijvende trend  je kijkt naar 2 verschillende tijdstippen
- Beschrijvende comparatieve vraagstelling  je kijkt naar 2 verschillende locaties.
BV. Welke doelgroep wil Coca Cola bereiken?

Verklarende vragen = “hoe, hoezo, waarom, wat”, je wilt echt de oorzaak achterhalen.
- Longitudinaal onderzoek  metingen door de tijd heen:
 Prospectief, meelopen door de tijd heen (voorkeur)
 Retrospectief, achteraf vragen om informatie
- Cross-sectioneel onderzoek  meting op één moment in de tijd
BV. Waarom wil Coca Cola de doelgroep 18-25 jaar bereiken?

Voorspellende vragen = concrete voorspellingen en verwachtingen van de onderzoeker over
een gevolg in de toekomst.
BV. Hoeveel Coca Cola vestigingen zullen nog sluiten door de 3e corona golf?

, Soorten onderzoeken:
- Micro, meso en macro  personen/groepen/populatie
- Hoeveelheid en aard  kwantitatief/kwalitatief
- Verklarend en beschrijvend  hoe/wat
- Verandering en statistische kenmerken  longitudinaal/cross-sectioneel
- Kwalitatief en kwantitatief  tekst/cijfers
- Toetsend en exploratief  kwantitatief/kwalitatief

Ecologische fout = bevindingen op het verkeerde niveau verklaren (micro/meso/macro)

Eisen onderzoeksvraag/opstellen:
- De onderzoekbaarheid ervan, valt het antwoord te verkrijgen.
- Ethische haalbaarheid, valt het antwoord verantwoord te behalen.
- Haalbaarheid, tijd, geld en bereikbaarheid.
 moet helder, begrijpelijk en ondubbelzinnig zijn.
 moet onderwerpen niet te nauw nemen maar wel gefocust zijn.
 moet aansluiting vinden bij een theorie maar wel een bijdrage leveren
 moet richting geven en aansluiten aan je onderzoek.
 moet een wetenschappelijke vraag zijn en antwoord zoeken voor onderzoek

Primaire gegevens = je eigen verzamelde gegevens
Secundaire gegevens = andermans gegevens gebruiken

Onderzoeksdoel = je formuleert de relevantie van het onderzoek, ook wel het thema. Je
vraagt je af waarom je het doet en waarom het belangrijk is.

Probleemstelling = kennis op doen, maatschappelijke/wetenschappelijke verantwoording,
onderzoeksdoel/vraag, deelvragen opstellen, conceptuele vragen, situering van de
methoden en beperking onderzoek.

Redenen voor onderzoek:
1. Intellectuele redenen, dit zijn redenen vanuit de wetenschap zelf en vanuit
nieuwsgierigheid.
2. Praktische redenen, dit zijn redenen waarmee je vooral iets wilt bereiken bij
bijvoorbeeld actieonderzoek en evaluatieonderzoek.
3. Persoonlijke redenen, dit zijn redenen vanuit intrinsieke motivatie

Doelgroepen voor onderzoek:
1. Wetenschappelijke gemeenschap
2. Beleidsmakers
3. Praktische relevantie, de verbetering van een ongewenste situatie

Doelen criminologisch onderzoek:
1. Exploratief/verkennen, dingen waar nog niet veel over bekend is. (kwalitatief)
2. Verklaren, expliciet onderzoek, gaat ook wel om de causaliteit. (kwantitatief)
3. Beschrijven, aanleveren van beschrijving in detail. (kwalitatief)
4. Emanciperen, aanzetten tot verbetering via onderzoek, ook echt een sociaal
probleem aanpakken.

Actieonderzoek = een onderzoek waar de onderzochten erg betrokken zijn, een nauwe
samenwerking.

We doen onderzoek omdat we op zoek zijn naar de waarheid. Dit is echter geen hard begrip
aangezien dit door de tijd heen verandert. We spreken dan van de aanwezigheid van

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FFstuv. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.84  6x  sold
  • (1)
  Add to cart