Ook tijdens dit hoorcollege komen de drie hoofdvragen aan bod
1. Privaatrechtelijk of publiekrechtelijk overheidshandelen?
2. Is de privaatrechtelijke weg geoorloofd?
3. Wat is het toepasselijk recht?
Als we het hebben over privaatrechtelijke overheidsrechtspersonen dan gaan we uit van de
overheidsvennootschap en overheidsstichting.
De regels voor de overheidsvennootschap in boek 2 BW zijn veel uitvoeriger dan voor de
overheidsstichting.
Soorten overheidsrechtspersonen
• Publiekrechtelijke rechtspersonen
– Staat, provincie, gemeente, waterschap etc.
– Openbare lichamen met eigen rechtspersoonlijkheid o.g.v. bijzondere wet
• SER, NWO, Kadaster, CvdM, CBR, Politie etc.
• Privaatrechtelijke overheidsrechtspersonen
– Overheidsvennootschap
– Overheidsstichting
– Etc. (zie art. 2:3 BW)
Publiekrechtelijke rechtspersonen
Publiekrechtelijke rechtspersonen: ook de publiekrechtelijke overheid heeft
rechtspersoonlijkheid. Als de overheid geen rechtspersoonlijkheid had dan had het ook geen
grond kunnen verkopen, contracten kunnen sluiten etc. Dus ook de vorige weken gingen we
er steeds vanuit dat de overheid over rechtspersoonlijkheid bezit want anders kan het niet
privaatrechtelijk handelen.
De Staat, provincie, gemeente en waterschap hebben publiekrechtelijke
rechtspersoonlijkheid rechtstreeks op grond van art. 2:1 lid 1 BW.
Welke overheidsinstellingen hebben nog meer publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid? Zie
art. 2:1 lid 2 BW: ‘’Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen,
bezitten slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde
volgt’’. Voorbeelden van publiekrechtelijke rechtspersonen o.g.v. art. 2:1 lid 2 BW: SER,
NWO, Kadaster, CvdM, CBR en Politie.
Twee belangrijkste manieren om publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid toegekend te
krijgen: rechtstreeks o.g.v. art. 2:1 lid 1 BW of via een bijzondere wet (art. 2:1 lid 2 BW).
Art. 2:5 BW: publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen
vermogensrechtelijk handelen. Dus via de wettelijke constructie van 2:1 en 2:5 BW kunnen
overheidsrechtspersonen privaatrechtelijk handelen.
Het woordje ‘rechtspersoon’ in art. 1:1 lid 1 sub a Awb moet je lezen in verbinding met art.
2:1 BW.
Privaatrechtelijke overheidsrechtspersonen
Er zijn twee varianten van de privaatrechtelijke overheidsrechtspersonen:
overheidsvennootschap en overheidsstichting
Voorbeelden overheidsvennootschap: NS (100% van de aandelen heeft de Staat in handen),
netbeheerders (TenneT), ABN AMRO (privatiseren), ProRail, KLM (de Staat heeft slechts 14%
van de aandelen staatsdeelneming!).
Wat opvalt is dat de overheid behoorlijk stevig beleid voert t.a.v. de
overheidsvennootschappen (aantal in NL: ongeveer 30). Op dit moment zit de Nederlandse
Staat voor 345 miljard euro in staatsdeelnemingen (overheidsvennootschappen en
overheidsstichtingen). Dat doet de Staat niet om hier veel dividend aan over te houden maar
1
, dat doet de Staat om invloed uit te kunnen oefenen als aandeelhouder. Als aandeelhouder
heb je zeggenschapsrechten en daar gaat het primair om. Het is niet aan de Staat om te gaan
beleggen.
Voorbeelden overheidsstichtingen: NOS, AFM, musea, stichting Juridisch Loket, stichting
Nederlandse Filmfonds, NPO, openbaar onderwijs.
Bij de AFM is iets bijzonders aan de hand want die kan een heleboel. De AFM kan bijv. boetes
opleggen of aanwijzingen opleggen. De bevoegdheden van de AFM gaan erg ver. De AFM
heeft publiekrechtelijke bevoegdheden.
Verschil tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen: publiekrechtelijke
rechtspersonen hebben in tegenstelling tot privaatrechtelijke rechtspersonen geen statuten.
Overheidsrechtspersonen
a-organen
b-organen b-organen
Publiekrechtelijke Privaatrechtelijke Toegelaten of erkende
rechtspersonen overheidsrechtspersonen maatschappelijke instellingen
In de wereld van de overheidsstichtingen is de AFM bijzonder.
Nu gaan we twee dingen combineren. De meeste overheidsvennootschappen en
overheidsstichtingen zijn niet ook een bestuursorgaan maar dat kan wel.
Dat is een groot verschil met de publiekrechtelijke rechtspersonen. Daar zijn alle organen
bestuursorgaan (art. 1:1 lid 1 sub a Awb). De Staat is een publiekrechtelijke rechtspersoon en
de minister een bestuursorgaan. Bij de gemeente is dat het college van B&W, burgemeester
etc. Dat geldt ook voor SER. NWO etc. De organen ervan zijn a-bestuursorganen.
Wat er soms gebeurt is dat het orgaan van de overheidsvennootschap of overheidsstichting
de status heeft van b-bestuursorgaan. Dat is vaak niet het vak. Dit is uitzonderlijk. Een goed
voorbeeld hiervan is de AFM. De AFM is namelijk bekleed met allerlei publiekrechtelijke
bevoegdheden en dan is het bestuur van de AFM een b-bestuursorgaan. Dat geldt dus niet
voor de musea, openbaar onderwijs, NOS, NPO etc. Maar af en toe komt het voor dat een
overheidsvennootschap of overheidsstichting publiekrechtelijke bevoegdheden toebedeeld
hebben gekregen op grond van een publieke wet en dat zijn dan tegelijkertijd ook b-
bestuursorganen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madiha_e. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.26. You're not tied to anything after your purchase.