100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting seneca maatschappijwetenschappen hoofdstuk 4 t/m 11 $5.89
Add to cart

Summary

Samenvatting seneca maatschappijwetenschappen hoofdstuk 4 t/m 11

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

dit is een samenvatting over het boek Seneca hoofdstuk 4 t/m 11 voor VWO 4 en 5.

Preview 3 out of 27  pages

  • July 4, 2021
  • 27
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
MAW samenvatting hoofdstuk 4,5,6,7,8,9,10,11
Hoofdstuk 4
4.1 criminaliteit
Criminaliteit= gedrag wat door de overheid strafbaar is gesteld. Dit is
niet altijd en overal hetzelfde, dit is relatief. Criminaliteit is plaats en
tijds gebonden.
Criminaliteit onderzoek is voor wetenschappers en politici erg interessant.
Dit komt omdat het een maatschappelijk probleem is, omdat de burgers
het onderling niet kunnen oplossen.

4.2 Eisen
Voor een wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat er sprake is van
echte, ware kennis en niet van een toevallige dagelijkse waarneming. Ook
moeten de wetenschappers afstand doen van hun eigen voorkeuren en
mensbeelden, het onderzoek moet onbevooroordeeld zijn. Daarom zijn er
voor wetenschappelijke onderzoeken bepaalde eisen:
 Betrouwbaarheid= een onderzoek is betrouwbaar als een
herhaling van het onderzoek dezelfde resultaten oplevert.
 Validiteit= als het crimineel gedrag van jongeren wordt onderzocht
moet duidelijk zijn wat er onder criminaliteit verstaan wordt.
 Representativiteit= bij onderzoeken wordt gebruik gemaakt van
steekproeven. Hierbij moet elk kenmerk van een groep mensen
evenveel kans maken om in de steekproef te komen. Het moet dus
een dwarsdoorsnede zijn van de groep die onderzocht wordt.
 Generaliseerbaarheid= de steekproef moet ook gegevens
opleveren over de groep die niet onderzocht wordt. Het gaat dus om
de vraag in hoeverre de eigenschappen die in de steekproef
gevonden zijn gelden voor de hele populatie.
 Transparantie= wetenschappers moeten helder zijn over hun
manier van onderzoek doen, hun verzamelde gegevens en analyse.
Wat is ware kennis? Dit is een vraag die wetenschappers en filosofen zich
afvragen. Er zijn hiervoor 2 hoofdinrichtingen.
1. Het empirisme= alle ware kennis komt voort uit waarnemingen, uit
de ‘buitenwereld’.
2. Het rationalisme= ware kennis komt voort uit rede, de ratio, het
verstand; de buitenwereld is chaotisch, daarom zijn intelligentie en
verstand nodig om orde te creëren.
Falsifiëren= aantonen dat een uitspraak of theorie onjuist is.
Paradigma= het referentiekader van de onderzoeker, een soort
wetenschappelijk onderzoek.

,4.3 vraagstukken maatschappijwetenschappen
Om overzicht te houden worden onderzoeken bij MAW ondergebracht bij 5
verschillende vraagstukken.
Vormingsvraagstuk: hierbij gaat het over de manier waarop mensen
hun identiteit ontwikkelen. Het proces van vorming begint bij het baby zijn
en gaat je hele leven door. verschillende kernconcepten helpen ons om
verschijnselen of problemen bij het vormingsvraagstuk te analyseren:
 Identiteit
 Cultuur
 Socialisatie
 Acculturatie
Vorming= het proces van verwerving van een bepaalde identiteit.
Bindingsvraagstuk: hoe mensen verbonden zijn met elkaar in een
samenleving en hoe de afhankelijkheden spelen tussen mensen.
Verbindingen die hier bij kunnen helpen zijn:
 Affectief
 Cognitief
 Economisch
 Politiek
Belangrijke kernconcepten hierbij zijn sociale cohesie en groepsvorming.
Binding= de relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in
gezin of familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het
niveau van de staat.
Verhoudingsvraagstuk: de manier waarop mensen zich van elkaar
onderscheiden en de wijze waarop de samenleving daarmee omgaat. Het
gaat dus over de objectieve verschillen tussen mensen en aan de andere
kant om de maatschappelijke waardering hiervan. Kernconcepten hiervan
zijn:
 Sociale ongelijkheid
 Macht
 Gezag
 Conflict
 Samenwerking
Gelijkheid en ongelijkheid zijn ook belangrijke begrippen voor het
verbindingsvraagstuk.
Verhouding= de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden tot
elkaar verhouden en de manier waarop samenlevingen in sociale zin vorm
geven aan deze verschillen. Het verwijst ook naar onderlinge betrekkingen
tussen staten.

, Veranderingsvraagstuk: hoe verandert de samenleving en waardoor
wordt dit bepaald. Soms komen deze veranderingen door natuurlijke
processen, een andere keer kan dit pas gebeuren doormiddel van een
revolutie. De kernconcepten die hier bij horen zijn:
 Individualisering
 Rationalisering
 Institutionalisering
 Globalisering
 Democratisering
 Staatsvorming
Welvaartsvraagstuk: gaat over hoe een samenleving haar welvaart in
stand houdt en hoe die verdeeld word. Vooral economen houden zich
hiermee bezig. Het is een combinatie van het verhouding- en
veranderingsvraagstuk.

4.4 theorieën en paradigma’s
Criminologische theorieën:
Rationele keuze theorie= volgens deze theorie ontstaat criminaliteit
doordat er mensen zijn die de bewuste keuze maken om regels te
overtreden.
Etiketteringstheorie= mensen hebben allerlei vooroordelen over elkaar.
Mensen gaan zich dan gediscrimineerd voelen en zich gaan gedragen naar
het etiket ‘crimineel’ dat hen opgeplakt wordt.
Bindingstheorie= hierin wordt beweert dat bindingen die mensen
hebben in de maatschappij ertoe kunnen leiden dat crimineel gedrag
voorkomen wordt. Hoe meer mensen zich dus verbonden voelen met de
samenleving, des te meer zij de waarden en normen van de samenleving
zullen naleven.
Structurele deviantie theorie= deze theorie veronderstelt dat de
structuren in de samenleving zo zijn dat de machtigen en de rijken in het
voordeel zijn. De frauderende bankiers worden slap aangepakt, maar het
afwijkende gedrag van een zwerver wordt wel stevig aangepakt.
De vier paradigma’s:
Rationele actor paradigma= actoren kiezen ervoor om hun
eigenbelang zoveel mogelijk na te streven. Actoren willen zoveel mogelijk
voordelen behalen en maken daarom rationeel beredeneerde keuzes.
Sociaalconstructivisme paradigma= volgens dit paradigma wordt
gedrag van mensen vooral bepaald door hoe mensen de werkelijkheid
zien, mensen gedragen zich naar wat zij denken dat de waarheid is.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller eekmalies. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89
  • (0)
Add to cart
Added