100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jurisprudentie Staatsrecht $3.75
Add to cart

Summary

Samenvatting Jurisprudentie Staatsrecht

 13 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de jurisprudentie van het vak Staatsrecht

Preview 3 out of 19  pages

  • July 5, 2021
  • 19
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Jurisprudentie Staatsrecht
Onderwerp + rechtsregel

Regering en parlement
Mink K.
 Art. 68 Gw: weigeren inlichtingen o.g.v. belang van de staat

1. Wat betekent “belang van de staat” in de zin van art. 68 Gw? (r.o. 3.6.2)
Het begrip “belang van de staat” moet niet te eng worden uitgelegd. Er kan geen nauwkeurige
afbakening van het begrip worden gegeven. --> Belang van de staat moet je ruim opvatten.

2. Kan de rechter een rol spelen bij toepassing art. 68 Gw? (r.o. 3.6.6-3.6.8)
Een algeheel en ongeclausuleerd verbod kan door de rechter niet worden gegeven. Met een dergelijk
algemeen en absoluut zou een inbreuk worden gemaakt op een fundamentele regel van
parlementaire controle en zou de rechter de aan de minister en het parlement voorbehouden
mogelijkheid van afweging op voorhand volledig ontnemen. --> 68 Gw is een politiek artikel, vereist
politieke afwegingen en die kan de rechter niet maken. Dan zou de rechter teveel op de stoel van de
minister gaan zitten.

De rechter kan dus geen bevel geven tot het niet-verschaffen van inlichtingen. De rechter moet zich
terughoudend opstellen omdat het in eerste plaats een politieke kwestie betreft.

Uitzondering: (r.o. 3.6.8)
Onder bijzondere omstandigheden kan de rechter een tijdelijk verbod geven. Er is een rechtsplicht
van de staat om de veiligheid van eiser te waarborgen. Als de info verstrekt zal worden kan de
rechter wel een voorlopig verbod geven, totdat de veiligheid van eiser is gegarandeerd.

Dus de rechter kan een rol spelen, maar alleen met grote terughoudendheid omdat het een politieke
kwestie betreft.

Bevoegdheid Minister
 Bevoegdheden ministers onderling

Als ministers besluiten bevoegdheden onderling te verschuiven, dan kan dat op basis van art. 44 Gw.
Dit hoeft niet te worden bevestigd in een WIFZ. Dit is gevestigde staatsrechtelijke praktijk.

Minister/Staatssecretaris
 Taakverdeling tussen minister en staatssecretaris

De enkele omstandigheid dat een wet de minister als bevoegd orgaan heeft aangewezen, maakt niet
dat op grond van een taakverdeling tussen minister & staatssecretaris de staatssecretaris niet als
minister en dus als bevoegd orgaan zou kunnen optreden. --> Op basis van 46 Gw kun je een
taakverdeling maken tussen wat de minister doet & wat de staatssecretaris doet. Die taakverdeling
hoeft niet te worden bevestigd in een WIFZ.

,Wetgeving
Verwijderingsbevel
 Legaliteitsbeginsel

Illustratie legaliteitsbeginsel: er is een grondslag in een WIFZ nodig, anders kan het bevel niet
bevoegd worden gegeven. --> Het bevel is onbevoegd gegeven omdat er geen grondslag was voor
het overheidsoptreden; en overheidsoptreden moet altijd berusten op een algemene regel.

Dit verwijderingsbevel had geen grondslag in een avv, en geen grondslag in een WIFZ en daardoor
was het verwijderingsbevel onverbindend.

 Overheidsoptreden moet berusten op algemene regel
 Overheidsoptreden moet grondslag hebben in Gw/WIFZ

Meerenberg
 Legaliteitsbeginsel, Zelfstandige AMvB’s, art. 89 lid 1 en 2 Gw

Voor 1879 was er discussie over het legaliteitsbeginsel: mocht de koning zelfstandige AMvB’s
vaststellen die niet berusten op een WIFZ? tot 1879 waren zelfstandige AMvB’s toegestaan. In het
Meerenberg-arrest ging de HR om.

De vraag hoe ver de bevoegdheid van de koning op het punt van zelfstandige AMvB’s strekt, moet
worden beantwoord uit het stelsel van de Gw t.a.v. de koninklijke macht. Dit stelsel onderscheidt
nauwkeurig tussen bevoegdheden die aan de koning toekomen en bevoegdheden die aan de
wetgever toekomen. Een bevoegdheid tot regelgeving moet dus, naar het stelsel van de Gw, door
een wet aan de koning zijn toegekend of berusten op enig bestanddeel van konings in de Gw
omschreven macht.

--> Alle AMvB’s moeten een grondslag hebben in de wet of Grondwet.

*Het Meerenberg-arrest is achterhaald door de grondwetherziening van 1887 waarbij art. 89 lid 1 en
2 Gw werd ingevoerd. Art. 89 lid 2 Gw houdt in dat een AMvB met daarin bepalingen door straf te
handhaven, altijd op een wet in formele zin moet berusten.
- Voor een dergelijke AMvB kan de Gw zelf geen basis meer vormen.
- Omgekeerd volgt uit 89 lid 2 Gw dat voor AMvB’s zonder bepalingen door straf te
handhaven, geen specifieke grondslag in een wet of Gw nodig is.

*Verschil Meerenberg-arrest met het huidige stelsel
Het stelsel van att. 89 lid 1 en 2 Gw geldt naar letter Gw nog steeds, maar als je kijkt naar praktijk zie
je dat het huidige stelsel van de Gw is dat alle AMvB moeten berusten op WIFZ. Het huidige stelsel is
dus strenger dan Gw.
Overeenkomst met Meerenberg: zelfstandige AMvB’s zijn niet mogelijk
Verschil met Meerenberg: Bij Meerenberg is een grondslag in de Gw voldoende. In het huidige stelsel
is dit niet voldoende en moet elke AMvB een grondslag hebben in een specifieke WIFZ.

Jamin
 Verboden subdelegatie

“Bij AMvB” --> er mag alleen worden gedelegeerd aan de regering. Maar in dit geval had de regering
gesubdelegeerd aan het districtshoofd --> het districtshoofd moest een regeling gaan maken. De
regeling van het districtshoofd is onverbindend, want er is sprake van verboden subdelegatie.

, In Jamin is sprake van subdelegatie van regelgevende bevoegdheid omdat het districtshoofd naar
eigen inzicht regels kon vaststellen. De AMvB specificeerde niet aan welke eisen voldaan moest
worden, maar liet dit over aan het districtshoofd. Omdat de WIFZ sprake over “bij AMvB” kon het
stellen van eisen niet aan het districtshoofd worden overgelaten.

Bromfietshelm
 Toegestane uitvoering

Uit Bromfietshelm wordt duidelijk dat onder uitvoering ook voorschriften kunnen vallen die moeilijk
van avv’s onderscheiden kunnen worden. De in de Wegenverkeerswet en het Reglement
Verkeersregels en Verkeerstekens neergelegde normen werden gecompleteerd door een keurmerk
dat door de minister mocht worden vastgesteld. Beslissend is deze casus is of t.o.v. de burgers tot
wie de verplichting was gericht om een bromfietshelm te dragen, nog een zelfstandige element aan
de normering werd toegevoegd. Dat was volgens de HR kennelijk niet het geval. De zelfstandige
norm vind je namelijk in zijn geheel in lid 1.

--> Er is geen sprake van verboden subdelegatie, maar van toegestane uitvoering van de regel. De
minister stelt niet zelfstandig een regel vast, maar werkt een al bestaande regel in concreto uit.

In Bromfietshelm is sprake van uitvoering omdat er door de minister geen zelfstandig element aan de
normstelling werd toegevoegd. Er werd volgens de HR in 94a RVV aan de minister slechts uitvoering
opgedragen, nodig om aan het door de besluitgever gegeven verbod de vereiste werking te
verzekeren. Aan de minister wordt niet het geven van nadere regels als bedoeld in 2 WVW
gedelegeerd. Dat de WIFZ spreekt over “bij AMvB” is in casu daarom niet relevant.

Wat is het verschil tussen verboden subdelegatie en toegestane uitvoering?
 Delegatie = zelfstandige norm gecreëerd
 Uitvoering = geen zelfstandige normstelling geven, alleen uitvoering van de norm
Er is geen heldere grens.

Uit het legaliteitsbeginsel volgt o.a. dat het bestuur uitsluitend bevoegdheden heeft voor zover die
steunen op de (Grond)wet. Binnen de kaders die de Gw stelt, bepaalt de wetgever als hoogst
democratisch gelegitimeerd orgaan de omvang van de overheidsbevoegdheden. Een consequentie
van deze idee is dat een bestuursorgaan uitsluitend bevoegd is een aan haar toegekende
regelgevende bevoegdheid verder te delegeren als daarvoor een grondslag is te vinden in de wet.
Een bestuursorgaan dat niet bevoegd is een aan hem toegekende regelgevende bevoegdheid te
(sub)delegeren is wel bevoegd de uitvoering van de door hem opgestelde regeling aan een ander
bestuursorgaan toe te kennen. De HR hanteert in Bromfietshelm een ruime definitie van uitvoering.

Fluoridering
 Delegatie: ingrijpendheidscriterium

Als een maatregel zo ingrijpend van aard is, is de maatregel alleen mogelijk als de WIFZ expliciet
bepaalt dat de maatregel toegestaan is.

Jodium
 Delegatie: doelstelling

Doelstelling AMvB (Broodbesluit) = voorkomen struma
Doelstelling WIFZ (Warenwet) = belang volkgsgezondheid

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller verona10. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added