100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting colleges Sportpsychologie Master Musculoskeletaal Specialist 2 - sportfysiotherapie $8.03
Add to cart

Summary

Samenvatting colleges Sportpsychologie Master Musculoskeletaal Specialist 2 - sportfysiotherapie

 14 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting colleges Sportpsychologie Master Musculoskeletaal Specialist 2 - sportfysiotherapie

Preview 2 out of 15  pages

  • July 5, 2021
  • 15
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Colleges sportpsychologie
Sportpsychologie 1 – psychologische factoren bij sportprestaties
Wat is sportpsychologie?
 Psychologie van sport en bewegen:
o Sport omvat topsport, wedstrijdsport en recreatiesport.
o Sport behoort ook tot kwaliteit van leven
o Sportpsychologie niet alleen mentale training voor topsporters
 Meer nuancering in determinanten  verschil tussen sporters,
sporttakken en sportsituaties
 Uitbreiding doelgroepen  sporter, coach, scheidsrechter,
toeschouwer, vrouw, lichamelijke- en geestelijk handicapt
 Betere meetinstrumenten

Belangrijke psychologische factoren bij sportprestaties:
 Motivatie = ik wil het
o Motief = beweeg-reden = een betrekkelijk stabiele
eigenschap die iemand aanzet tot handelen/doorzetten (kan onbewust zijn)
o Factoren:
 Dispositie (aanleg)
 Individuele verschillen
 (leer) ervaringen
 Doel/uitkomstverwachtingen
o Motivatie = iets wat we achter iemands gedrag vermoeden, maar dat we niet
kunnen waarnemen.
o Wisselwerking =
 Interne motivatie = persoonlijke behoefte, waarden (motieven/overtuigingen)
en interesse
 Externe motivatie = druk van buitenaf
o Self-determination theory = extrensieke motivatie  intrinsieke motivatie:
 Amotivatie = geen motivatie
 Externe sturing = van buitenaf gedwongen door beloning of straf
 Introjectieve sturing = van buiten uit gedwongen door schaamte of angst
 Identificatie = persoonlijk belang
 Integratieve sturing = behorend tot identiteit sporter
 Intrinsieke motivatie = waardering activiteit op zich en niet alleen de uitkomsten
o Waarom doet u aan sport?
 Voor opwinding die ik ervaar als ik opga in de sportactiviteit
 Het zorgt ervoor dat ik waardering krijg van de mensen die ik ken
 Omdat hard trainen mijn prestaties zal verbeteren
 Ik geniet er niet meer zo van aan als voorheen
 Ik moet sporten om me goed te voelen over mezelf
 Omdat het bij mij hoort
o Goal perspective theory:
 Vanuit welk perspectief gaat iemand een situatie in waarin prestaties moeten
worden geleverd?
 Hoe reageert en handelt iemand cognitief en affectief op leveren prestatie?
 Hoe beoordeelt iemand zijn/haar bekwaamheid en definieert hij/zij succes?

,  Zelfvertrouwen = ik kan het
o Algemeen persoonlijkheidskenmerk
o Eigen effectiviteit = het vertrouwen in jezelf dat je een specifieke
taak/opdracht tot een goed einde kunt brengen.
o Relatie tussen zelfvertrouwen en presteren 
o Zelfvertrouwen tijdens presteren opgebouwd uit vier pijlers:
 Geloof in eigen kunnen:
 Opgewassen zijn tegen de taak, die men zichzelf
opgelegd heeft
 Eigen vaardigheden
 Wil om te winnen + lef om te verliezen
 Het stellen van korte en haalbare termijn doelen:
 Doe je best doelen = impulsief, in algemene en vage woorden omschreven,
geen plan, verdwijnen weer
 Resultaat/uitkomstdoelen = mikken op eindresultaat, naarmate kan op
falen groter afname motivatie (alles of niets)
 Vaardigheidsdoelen = jezelf als graadmeter; ter verbetering van je huidige
prestaties en betrekking op factoren die jezelf onder controle hebt
 Positief en doelgericht denken:
 Praten in en tegen jezelf (innerlijke dialoog)
 GGGG-schema wedstrijdgebeuren 
 Uitdagingen aan gaan:
 Opdoen nieuwe ervaringen doet toenemen
inzicht over je werkelijke mogelijkheden
(zelfkennis)
 Zelfkennis = kennen grenzen eigen lichamelijke, technische en mentale
mogelijkheden en kunnen kiezen hoe ver je kunt gaan zonder jezelf te
overbelasten.
o Attributie = geven van verklaringen voor en toeschrijven van oorzaken aan
falen/succes van:
 Eigen gedrag (intern)
 Gedrag anderen (extern)
 Uitkomsten gedrag
 Uitgangspunt = mensen verwerken informatie actief en trekken op basis
daarvan conclusies over oorzaken (uitkomsten) van gedrag
o Klassieke attributieschema van Weiner = causale attributies in prestatie
georiënteerde situaties.
 4 dimensies:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimvdeijnde. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.03  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added