1. Omschrijven wat ouderschap is
2. Verschillende perspectieven op het concept ‘gezin’ met elkaar vergelijken bekijken (vanuit
‘relatedness’, vanuit ‘nurturing’ en vanuit ‘controle’).
3. Toelichten wat deze verschillende perspectieven op het gezin betekenen voor de invulling
van ouderschap.
4. Uitleggen wat ‘family communication’ is.
5. Illustreren wat de betekenis is van ‘family communication’ voor gezinsfunctioneren en
ouderschap.
Reader artikel 1 en 3.
Van der Pas proloog
De dagelijkse praktijk van ouders wordt teruggebracht tot 5 basisvaardigheden/oudervaardigheden:
het kind veiligheid bieden, het verzorgen, zicht houden op het kid, verwachtingen overbrengen op
het kind en grenzen stellen.
Voorbeeld van deze vaardigheden:
Vader geeft baby de fles verzorging
Steunt het hoofdje dat zijn dochter zich safe voelt, makkelijk de speen kan vinden, en dat hij het
gezichtje kan zien veiligheid, verzorging, zicht houden op het kind
Hij hoort of de baby nog zin heeft om verder te drinken, of even rust wil zicht houden op het kind
Vader reageert op de blik en geluidjes van het kind door het na te bootsen verwachting dat zij die
straks leert
Vader pakt tijdig hand van de baby als die een greep doet naar zijn bril grenzen stellen
Elke vaardigheid is ook op zich een complex geheel van handelingen, afwegingen en emoties, en elk
facet daarvan is belangrijk.
Veiligheid heeft te maken met daden (zorgen voor een hek boven aan de trap) en met er zijn (een
briefje of telefoontje als het kind na school enkele uren alleen thuis is. Veiligheid heeft niets te
maken met concrete daden, maar ook met zoiets vaags als het begrip ‘thuis’.
Muscle memory = vanzelfsprekendheid
Ouders zien veiligheid en verzorging als hun allereerste plicht: je praat er niet over, je doet het,
instictief.
Gärling & Gärling benadrukken het belang van vooruit denken/zien.
Verzorgen speelt zich vooral af in het hier en nu. Het is een zaak van doe, en het lief onmiddellijk,
ofwel op vaste tijden en honderden malen herhaald, altijd verspreid over vele jaren.
De ouder houdt zich op het kind door zijn waarnemingen van het moment te koppelen aan, wat
Ferholt noemt, zijn ‘mental portrait’ van het kind. Het is een soort compositiefoto: het kind zoals het
was, zoals het is, zoals het zou moeten zijn en zoals je hoopt dat het wordt. Aan de hand van dit
portret bepaalt de ouder zijn onmiddellijke verwachtingen van het kind en diens gedrag. Het kind
verandert voortdurend en blijft tegelijk zijn eigen draaiboek volgen.
,Shapiro’s ‘interpersonal curiosity’ doelt op een vermogen van ouders om geïnteresseerd te zijn in het
anders-zijn van het kind, om verrast te wìllen worden. De ouder neemt afstand, kijkt en schat.
Langeveld: het kind wordt waargenomen als ‘een ander’ of als “de opvoedeling om zichzelf wil “, en
tot op zekere hoogte een onbekende. De ouder kan gissen waarom die ander doet wat hij doet, wat
hij voelt, denkt, wil en hoe híj de ouder ervaart.
Shapiro’s interpersoonlijike nieuwsgierigheid is niet hetzelfde als ‘aandacht geven’ in de zin van met
ze praten, luisteren, spelen. Het is ook iets anders dan het kind willen ‘begrijpen’.
De Amerikaanse kinderarts Trad veronderstelt dat elke ouder een van generatie op9 generatie
overgeleverde ‘blauwdruk’ heeft voor het geheel van alle ontwikkelingsstappen van zijn kind. De
blauwdruk ligt als een soort draaiboek in zijn onbewuste opgeslagen. Op grond daarvan anticipeert
de ouder, aldus Trad, in zijn omgang met het kind op de eervolgende stap. Trad noemt het
‘previewing’: met woordjes, met mimiek, met specifieke op die stap gerichte gebaren, met zijn totale
motoriek en met zijn stemgeluid brengt de ouder de boodschap van zijn verwachtingen over aan het
kind.
Ongehoorzaam zijn kan positieve functies vervullen voor de sociale ontwikkeling doordat het voor
het kind een context creëert waarin het a autonoom kan functioneren binnen de ouder- kindrelatie,
en b sociale vaardigheden en strategieën kan ontwikkelen waarmee het zijn autonomie op een
sociaal acceptabele manier tot uitdrukking kan brengen. (Kuczynski en Kochanska)
Zij merken verder op dat “er weinig bekend is over de rol die ouders vervullen bij het aankweken bij
hun kind van goede manieren om weerstand tot uiting te brengen”.
De grenzen die ouders stellen hebben te maken met de verschillende soorten regels die door het
kind worden overtreden:
1. Een regel van de ouder zelf wordt overtreden;
De ouder verweert zich door het kind een grens te stellen: “Schei uit met dat gejengel!”
Het kind heeft per definitie geen boodschap aan deze regels. Ze wachten met het handhaven
van dit soort regel tot frustratie de overhand krijgt op plichtsgevoel.
2. Het kind overtreedt eigen regels of regredieert; en de ouders trekt voor hem de grens die
controleverlies bij het kind voorkomt: “Ga jij maar even naar de gang. Als je rustig bent kun je
weer terugkomen”.
3. Het kind overtreedt een ‘huishoudelijke’ regel of afspraak; en de ouder vraagt het kind om
die te respecteren: “Ik wil best verder praten, maar niet aan tafel. Straks. Ok?”.
4. Het kind overtreedt een sociale regel: die van respect voor andermans spullen, gevoelens,
territorium en mening. De ouder maakt het kind meestal daarop opmerkzaam door een
beroep te doen op zijn empathie.
5. Het kind overtreedt de regel die hem scheidt van de ouder als degene die de regels stelt; het
kind zet daarmee het hele ouder- kind systeem op losse schroeven en plaatst een vraagteken
achter de zojuist geformuleerde relatiedefinitie.
‘Timing’ betekent: niet te vroeg en niet te laat met het oog op hoe ver het kind is in zijn ontwikkeling.
Winnicot schreef: Het is hoe dan ook moeilijk voor een moeder om haar separatie van het kind in
hetzelfde tempo te laten verlopen als dat waarin de behoefte van haar kind aan separatie groeit.
‘Doseren’ betekent: niet te veel en niet te weinig op dit moment.
, Doseren betekent ook dat de ouder over een hiërarchie van interventies beschikt. Er zijn nauwelijks
merkbare manieren van optreden: eventjes kijken, een knipoog, een frons. De interventies lopen op
in sterkte, tot dat er echt wordt opgetreden: een kind dat iets gevaarlijks doet, wordt in zijn nekvel
gegrepen.
Schema van Erna Furman voor de manier waarop de ouder het jonge kind helpt greep te krijgen op
lichamelijke functies:
1 de ‘doing for’ – fase, waarin de moeder zorgt voor het kind
2 de ‘doing with’ fase, waarin moeder en kind in wisselende gradaties samen dingen doen
3 de ‘standing by to admire’ – fase, waarin het kind een of ander aspect van de zorg voor zichzelf
zonder hulp doet, maar met moeder in de buurt en geheel gericht op zijn inspanning en bereid zijn
gevoelens van trots te delen.
4 de ‘doing for oneself’- fase. In de laatste heeft het kind de moederlijke zorg zozeer geïnternaliseerd
en beleeft hij zoveel voldoening aan wat hij kan, dat haar feitelijke en emotionele aanwezigheid niet
meer nodig zijn.
Sameroff wijst erop dat er een diepere betekenis is: in fase 2 is het kind nog steeds een “object dat
gemanipuleerd kan worden en wiens gedrag een consequentie is van het eigen gedrag” van de
ouder, terwijl het kind in fase 3 een subject is geworden: een eigenstandig functionerend menselijk
wezen.
Niet allen voor het kind is dat een hele stap, ook voor de ouder. De vreugde van Furmans ‘standing
by to admire’ is de ouder niet altijd meteen gegeven.
Het schema van Furman geldt voor alle leeftijden en laat zich toepassen op elke functie, taak,
vaardigheid, rol, die het kind zich eigen moet maken. Elke stap vooruit in zijn ontwikkeling verloopt
via deze vier fases, onverschillig of het gaat om zaken die het kind snel leert of om leerprocessen die
decennia bestrijken.
Hoewel Trad het concept ‘previewing’ ontleent aan ervaring met moeders van baby’s, kan ook dit
concept worden toegepast op timen & doseren bij grotere kinderen. Het principe blijft gelijk. Het is
en blijft een vraag-en-antwoordspel; een kwestie van timen & doseren van verwachtingen en eisen;
van wat extra zorg als de verwachtingen erg hoog lijken.
Bij imitatie vertoont het gedrag van de ouder gelijkenis met at van het kind: in geluid, gebaar of
mimiek. Imitatie is voor het kind een ‘ja’ op zijn gedrag, maar wordt al gauw saai. Als het imiteren
Bij imitatie vertoont het gedrag van de ouder gelijkenis met dat van het kind: in geluid, gebaar of
mimiek. Imitatie is voor het kind een ‘ja’ o9p zijn gedrag, maar wordt al gauw saai. Als het imiteren
eenmaal klikt, over en weer, voegt de ouder er dan ook spoedig iets aan toe. Dit is in wezen
‘previewing’ van bijv. praten. (Stern)
Bij affectief invoegen imiteert de ouder juist niet. Tijdens observaties van moeders met al wat oudere
baby’s viel het Stern op at de moeder een geluid van de baby vaak ‘beantwoorde’ met een gebaar,
een gebaar met mimiek, mimiek met een geluid of met woorden.
De combinatie van intensiteit en ritme en soms ‘vorm’ noemt Stern de ‘temperamentskwaliteit’ van
het gedrag. Harmonie tussen de temperamentskwaliteit van het gedrag van ouder en kind leidt niet
per se tot, en is evenmin bedoeld als, communicatie maar is ‘communion’. Ze bevinden zich op
elkaars affectieve golflengte. De ouder deelt het affect van het kind: pret, trots, teleurstelling, en dat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manon_mossel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.