Leerdoelen
1. Wat is de eerste en tweede kamer (Staten-Generaal) en hoe worden
ze gekozen?
2. Wat is het kabinet en wat is de regering?
3. Wat zijn politieke partijen en fracties?
4. Wat is een democratische rechtsstaat?
5. Hoe kan de Tweede Kamer de staatssecretaris en minister
controleren?
6. Hoe verhouden de machten van de triaspolitica zich?
1. Wat is een democratische rechtsstaat?
Staat: organisatie die met voorrang boven andere organisaties effectief
gezag uitoefent over een gemeenschap van mensen op een bepaald
grondgebied. Een staat bezit de volgende kenmerken:
- Gemeenschap van mensen
- Grondgebied
- Gezag: handhaven van regels door dwang, maar ook het belangen
afwegen en beslissingen maken
Rechtsstaat: een staat waarbij de organisatie van de staat erop is gericht
dat de burgers zijn beschermd tegen machtsmisbruik door de staat zelf.
Staatsorganen zijn gebonden aan het recht en moeten de volgende
beginselen respecteren:
- Legaliteitsbeginsel
- Trias politica -> uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht
- Klassieke grondrechten
- Onafhankelijke rechter
Grondregels van een democratische staatsorganisatie:
Geen bevoegdheid zonder grondslag in de wet of Grondwet
(legaliteitsbeginsel)
Leger en politie -> organen van bestuur en rechterlijke macht ->
afschrikkende bevoegdheid
Wetgevende macht (regering + Staten-Generaal) bepaalt in de wet of
Grondwet waarbinnen bevoegdheden mogen worden uitgeoefend. Alleen
bevoegdheden uit de (Grond)wet mogen worden gebruikt.
Er bestaat geen oorspronkelijke bevoegdheid van het bestuur of de
rechterlijke macht -> bevoegdheden rusten op wettelijke grondslag. Ook
moet het optreden van bestuursorganen in overeenstemming zijn met de
wet.
Regels die aan burgers aanspraken verlenen of, zonder dat van concrete
uitspraken sprake is, overheidsprestaties jegens burgers betreffen hoeven
geen basis in de wet te hebben.
Is veranderd sinds de Awb -> art. 4:23
Legaliteitsbeginsel wordt vaak in formele zin nageleefd -> regering en SG
maken regels die bevoegdheid overdragen aan lagere instanties
,Niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig
te zijn of zonder dat op die uitoefening controle bestaat
Die verantwoordingsplicht of controle kan voor ieder die bevoegdheden
uitoefent een andere vorm hebben: zij behoort voor niemand afwezig te
zijn. Niet alleen voor het toepassen van een bevoegdheid is controle, ook
voor de uitvoering ervan. Het orgaan moet verantwoording kunnen
afleggen over waarom en hoe de bevoegdheid is toegepast.
Vormen van en controle op overheidsorganen (systeem van checks and
balances)
- Politieke verantwoordingsplicht van bestuurlijke organen
tegenover vertegenwoordigende organen = horizontale
verantwoordingsplicht
o Ministers moeten verantwoorden tegenover het parlement,
leden van de gedupeerde staten tegen de provinciale staten,
b&w tegen over de gemeenteraad. Het houdt in dat het
bestuurlijke orgaan inlichtingen moet verstrekken, een debat
met de volksvertegenwoordiging niet mag ontwijken en bij
verlies van vertrouwen in beginsel moet opstappen.
- Ambtelijke ondergeschiktheid
o Ambtenaren die bepaalde bevoegdheden hebben, zijn
verantwoording schuldig aan hun chefs. Chefs zijn
verantwoordelijjk voor de instructies die zij al of niet aan de
ondergeschikte ambtenaren hebben gegeven. Slechte
vervulling van de taak door een ambtenaar aan wie de wet
een taak opdraagt, kan tot disciplinaire maatregelen,
waaronder ontslag, leiden.
o Bewindspersonen (ministers en staatssecretarissen) zijn geen
gewone ambtenaren en zijn daardoor niet onderworpen aan
disciplinaire maatregelen
- Bestuurlijk toezicht
o Zonder ambtelijke ondergeschiktheid kan ook een lager
orgaan door een hoger orgaan worden gecontroleerd.
o Preventief toezicht: een lager orgaan moet aan een hoger
orgaan goedkeuring vragen voor een bepaalde handeling
o Repressief toezicht: een hoger bestuursorgaan kan een
beslissing van een lager bestuursorgaan achteraf nog
ongedaan maken
o Zulke bevoegdheden heeft de regering ook ten aanzien van
zelfstandige bestuursorganen (ACM). Minister zelf is niet
verantwoordelijk voor het doen en laten van een
gemeentebestuur, wel kan het parlement kritiek hebben op
het feit dat de minister geen gebruik heeft gemaakt van de
controlebevoegdheden die de wet hem toekent
- Strafrechtelijke verantwoordelijkheid
o Gezagdrager kan strafrechtelijk verantwoordelijk zijn voor zijn
daden. Alleen mogelijk als een strafbepaling de gedraging
strafbaar stelt. Dit is als ministers, wanneer zij hun
medeondertekening verlenen aan koninklijke besluiten,
, wetende dat daardoor de GW, andere wetten of algemene
maatregelen van bestuur worden geschonden -> art. 355
WvSr: ambtsmisdrijf
- Beroep
o Meeste besluiten van bestuursorganen zijn vatbaar voor
beroep. Belanghebbende kunnen aan de beroepsinstantie
vragen deze besluiten te vernietigen of te vervangen. Kan
ingesteld bij onafhankelijke rechter (meestal eerst bezwaar bij
betrokken bestuursorgaan)
- Burgerlijke rechter
o Als er geen speciale beroepsmogelijkheid aanwezig is, is de
burgerlijke rechter bereid ambtshandelingen te toetsen aan
art. 6:162 BW. Het Rijk, de provincie/gemeente, waarvan een
orgaan die handeling verricht heeft, kan tot schadevergoeding
worden verplicht. De voorzieningenrechter kan in kort geding
door hem onrechtmatig geoordeelde overheidsdaden
verbieden onder oplegging van een dwangsom.
- Rechterlijke toetsing van wetgeving
o Er is ook controle van de rechter op zekere wetgevende
organen. Rechter mag niet beoordelen of een formele wet in
strijd is met de GW (art. 120 GW). Wetgever in formele zin is
aan niemand meer verantwoording schuldig, wanneer hij een
wet aanneemt die in strijd met de GW is, hoezeer dat ook
ongeoorloofd is. Als een dergelijk standpunt door kamerleden
wordt ingenomen, pleegt het door andere kamerleden en
bewindslieden te worden tegengesproken -> meningsverschil
over interpretatie GW
o Rechter mag niet een wet in formele zin aan de GW toetsen,
wel lagere regelingen aan hogere (incl. GW). Wanneer de
rechter een deel van zijn bevoegdheid heeft gedelegeerd, mag
hij beoordelen of deze organen binnen de grenzen van
competentie zijn gebleven.
Waarborgen van een democratische rechtsstaat:
- Staatsvrije sfeer
- Legaliteitsbeginsel
- Machtenscheiding
- Onafhankelijke/onpartijdige rechter
Democratische staat -> open voor wissel van de regering
Democratische rechtsstaat is een rechtsstaat waarin:
- Het volk oppergezag heeft en bepaalt welke personen gezag hebben
-> recht op vrije en geheime verkiezingen
- Volksvertegenwoordiging invloed heeft op besluitvorming
- Besluiten en besluitvorming openbaar zijn
- Rechten en belangen van minderheden worden beschermd via
grondrechten
2. Hoe verhouden de machten van de triaspolitica zich?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evyk2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.