Leerdoelen
1. Wat houdt het toetsingsverbod in?
2. Wat is het Europees recht en hoe werkt het door in het Nederlandse
recht?
3. Wat is het internationaalrecht en hoe werkt het door in het
Nederlandse recht?
Bronnen
- 8.8
1. Wat houdt het toetsingsverbod in?
Het toetsingsverbod verbiedt de rechter wetten te toetsen aan de
grondwet.
Toetsingsrecht door de rechter
Een rechter mag een wet in formele zin of een verdrag niet toetsen aan de
grondwet (art. 120 GW)
Wel mag hij wetten in formele zin toetsen aan een ieder verbindende
bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke
organisaties (art. 94 GW)
Wetten in materiele zin mogen wel getoetst worden aan de
grondwet.
Wij hebben gezien dat de rechter, volgens art. 120 van de Grondwet,
een wet niet onverbindend mag achten als zij naar zijn mening in strijd
met de Grondwet is: het recht van toetsing van de wet aan de Grondwet is
hem uitdrukkelijk ontnomen. Wel mag hij, zegt art. 94 van de
Grondwet, een wet buiten toepassing laten indien die toepassing niet
verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en
van besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
Art. 5 lid 2 van het Statuut: De grondwet neemt de bepalingen van het
Statuut in acht.
Het statuut is dus een hogere regeling dan de Grondwet.
1
,Mag de rechter een grondwetsbepaling, een bepaling van een rijkswet of
van een Nederlandse wet, buiten toepassing laten, omdat zij in strijd is
met het Statuut?
Art. 49 van het Statuut: maakt het mogelijk dat bij rijkswet regels
worden gesteld omtrent de verbindendheid van wetgevende maatregelen
die in strijd zijn met het statuut.
Deze rijkswet is er nooit gekomen en in het geschreven recht ontbreekt
dus de vraag of de rechter bepalingen van een Nederlandse formele wet,
van een rijkswet of van de Grondwet mag toetsen aan het statuut.
Het Harmonisatiewetarrest: studenten in kort geding vroegen een
beval aan de staat een Nederlandse wet niet op hen toe te passen. De wet
zou inbreuk maken op de rechtszekerheid, art. 43 van het Statuut. De
president van de rechtbank wees de eis toe en toonde zich dus bereid tot
toetsing van een Nederlandse formele wet aan het Statuut bereid.
De Hoge Raad wees toetsing van een formele wet aan het Statuut af. Hij
wees erop dat ten tijde van het totstandkomen van het Statuut het verbod
van toetsing van de wet aan de grondwet wezenlijk was voor de
traditionele plaats van de rechter in ons staatsbestel. Als het Statuut in
afwijking hiervan rechterlijke toetsing had willen invoeren, had dat uit de
tekst ervan of de geschiedenis van de totstandkoming ondubbelzinnig
moeten blijken, en dat is niet zo.
Ook de rechts- ontwikkeling sinds de afkondiging van het Statuut was
volgens de Hoge Raad van belang: er waren, afgezien van het genoemde
vonnis van de president van de rechtbank Den Haag, geen gevallen van
rechterlijke toetsing van wetten aan het Statuut bekend.
Dit arrest had alleen betrekking op een gewone Nederlandse formele wet.
Het is echter duidelijk dat de overwegingen ook toetsing van
grondwetsbepalingen of bepalingen van een rijkswet aan het
Statuut uitsluiten.
Niet toetsen:
- Geen toetsing van een wet in formele zin aan Statuut of
ongeschreven rechtsbeginselen (harmonisatiewetarrest)
Wel toetsen
- Toetsen aan een ieder verbindende verdragsbepaling (een rechter
mag een formele wet buiten toepassing laten als deze in strijd is met
een verdrag of besluit van volkenrechtelijke organisaties
- Toetsing van lagere regelingen aan hogere
- Toetsen van lagere regelgevingen aan ongeschreven recht
2. Wat is het Europees recht en hoe werkt het door in het Nederlandse
recht?
Europese Unie is een staten verband van 28 Europese landen.
2
, Nationale wetgeving, bestuur en rechtspraak worden ingrijpend beïnvloed
door het Europese recht. Dat geldt voor de twee Europa’s – de Raad van
Europa met zijn 47 lidstaten en de Europese Unie met 27 lidstaten – op
uiteenlopende wijze. De Raad van Europa doet zijn invloed gelden op het
terrein van de grond- rechten, en de Europese Unie voornamelijk op tal
van andere terreinen.
De belangrijkste instelling van de Europese Unie is de Europese Raad. Hij
is samengesteld uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten
en de voorzitter van de Commissie (art. 15 VEU), en de voorzitter van de
Europese Raad.
Doorwerking van het EU-recht
Het EU-recht kan verdeeld worden in het primaire recht (neergelegd in
verdragen) en het secundaire recht (wordt door instellingen op grond
van de verdragen gevormd)
Secundaire recht
Art. 288 van het EU-werkingsverdrag onderscheidt: verordeningen,
richtlijnen, besluiten, aanbevelingen en adviezen.
Verordening: heeft een algemene strekking, is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat
Richtlijn: verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor
elke lidstaat waarvoor zij bestemd is, maar de nationale instanties
wordt de bevoegdheid gelaten vorm en middelen zelf te kiezen
Rechtstreekse werking en voorrang boven nationaal recht kan
wanneer de lidstaat niet binnen de bepaalde termijn de richtlijn
omzet in de nationale wetgeving, of de omzetting niet naar behoren
verricht, en als de richtlijn duidelijk en onvoorwaardelijk is. Een
particulier kan zich er tegen de in gebreke zijnde lidstaat op
beroepen.
Als een richtlijn niet voor rechtstreekse werking in aanmerking komt,
mag deze toch niet door de rechter terzijde gelaten worden, want
als het is mogelijk nationale wetgeving in overeenstemming met de
richtlijn te interpreteren, moet dat gebeuren. Nalatigheid bij de
omzetting (door het ontbreken van omzetting of onjuiste omzetting)
kan leiden tot aansprakelijkheid van de staat, waardoor een
schadevergoedingsplicht ontstaat.
Niet alleen nationale regelgeving, of de afwezigheid daarvan, in
strijd met Europees recht kan tot staatsaansprakelijkheid leiden,
ditzelfde gevolg kan intreden als nationale rechtspraak het Europese
recht schendt
Besluit: is verbindend in al haar onderdelen voor degenen tot wie
het uitdrukkelijk is gericht. Als de adresstaten worden vermeld, is
het alleen voor hen verbindend.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evyk2000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.