100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
hoorcollege aantekeningen + tentamenvragen $8.39   Add to cart

Exam (elaborations)

hoorcollege aantekeningen + tentamenvragen

 43 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle aantekeningen van hoorcollege 1 tot en met hoorcollege 7 met daarbij behorende tentamenvragen

Preview 4 out of 42  pages

  • July 6, 2021
  • 42
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Answers
avatar-seller
ONDERWIJSBELEID


Onderwijsbeleid – hoorcolleges

Hoorcollege 1 – woensdag 31 maart – onderwijsstelsel (structuren en
curriculum)
Literatuur:
• 1.1. Werfhorst, H. van de, Elfers, L., & Karsten, S. (red) (2015). Onderwijsstelsels
vergeleken: leren, werken en burgerschap.
• 1.2. Curriculumcommissie (2020). Kaders voor de toekomst. Tussenadvies 1.
Amersfoort: Curriculumcommissie (pp.11-21)

Onderwijsstelsel en structuren;




De meerderheid van onze leerlingen zitten in het VMBO. Daarom zijn er daar veel
onderverdelingen in te vinden.
Het valt op dat de pijlen alleen naar boven gaan en niet naar beneden.
Het onderwijsstelsel
- Verschilt sterk van land tot land
- Historisch gegroeid
- Moeilijk veranderbaar door politieke tegenstellingen (leerlingen samen leren of
specifiek opleiden), implementatieproblemen en weerstand (omdat het historisch
gegroeid is willen mensen het niet veranderen) en resultaten: moeilijk voorspelbaar
(stelselwijziging is moeilijk veranderbaar)
- Toch blijvende discussie
o Ultieme verantwoordelijkheid van onderwijsbeleid
Redenen voor aanhoudend debat:
- Toenemende beschikbaarheid van internationaal vergelijkbare data. Zo is er literatuur
ontstaan over de invloed van vroege selectie op onderwijsuitkomsten in in het
bijzonder op de (on)gelijkheid in onderwijsuitkomsten tussen leerlingen met
verschillende sociaaleconomische en etnische achtergronden.
- Dus door nieuwe empirische inzichten blijft het een aanhoudend debat maar ook door
de continue veranderende samenleving.

Om een idee te geven welke dimensies van stelsels van elkaar verschillen. Zijn er een
aantal dimensies ontwikkeld waarin landen van elkaar verschillen.
1. Selectie
2. Mobiliteit

,ONDERWIJSBELEID

3. Beroepsgerichtheid
4. Standaardisatie

1. Selectie (tracking)
Selectie is het moment, vorm en mate van selectie
Hierbij heb je een hoge en een lage selectie als continuum:
Hoog:
- Veel (hierarchische) tracks of schooltypen (VWO/HAVO/VMBO) (met hierarchie
wordt bedoeld dat het hierarchische is per niveau)
- Zijn strikt gescheiden curricula/instellingen. (aparte scholen met niveaus)
- Vroege selectie (10-12jaar)
Laag:
- Weinig ‘tracks’ (routes)
- Bestaande hiërarchieën binnen zelfde klassen en scholen (hooguit aantal streams;
speciale wiskunde vakken voor de slimmere)
- Late selectie (14-16 jaar)




C zech R epublic
G ermany
A ustria
2.5
N etherlands

H ungary
Luxembourg
Liechtenstein



Slovakia
2
B elgium
Turkey
Slovenia
Mexico


1.5
1
C hile
K orea
Italy




0.5
0
Sw itzerland
Poland
Portugal
B ulgaria
Israel
Ireland
H ong K ong
Taiw an
R ussia




-0.5
France
G reece
Japan
Latvia
N ew Zeeland




-1
Spain
Iceland
D enmark
Finland
SwUeden
A ustralia
NK




-1.5
C anada
U nited States
orw
nited
ingdom




-2
ay




-2.5


Recente ontwikkelingen in NL
- Geen expliciete stelselwijziging
- Wel impliciet meer en vroeger selectie
- Dat komt door de brugklas
o Er is minder aanbod brede brugklas (met verschillende onderwijsniveaus)
o Vaker vwo-havo en minder met vmbo
o Korter brugperiodes (brugklas is combinatieklas waarbij je nog geen keuze
hebt gemaakt voor een niveau. Zoals bijvoorbeeld brugklas vmbo/havo_

2. Mobiliteit
- Mogelijkheid door te stromen naar hoger of lager niveau (vooral in NL veel mobiliteit
naar een hoger niveau, dus wel goed naar boven kan doorstromen)
- Stapelen:
o Vmbo-t  havo
o Havo  Vwo

,ONDERWIJSBELEID

o MBO  HBO
- Dit is een compensatie voor vroege selectie en onder advisering
- Belangrijk voor gelijke kansen!
- In tekst sprake van daling stapelen. Recente inzichten: fluctueert (daling/stapelen
fluctueert)
In België heb je geen centraal examen en daardoor kiezen veel kinderen voor ASO(= VWO).
En daardoor heb je een ‘watervalsysteem’




3. Beroepsgerichtheid
- Is waarbij je beroepsspecifieke vaardigheden leert
- Nederland op drie niveaus: vmbo, mbo & hbo
- Omvang:
o Aandeel leerlingen in beroepsgerichte richtingen
o Grootste sector: (V)MBO > 50 procent
- Inrichting:
o Sterkte van duaal stelsel in Nederland (combinatie werk-opleiding) is best
sterk in vergelijking met Zweden bijvoorbeeld. Vaak in andere landen gaat het
niet echt verder over werk bij de opleiding (Duaal onderwijs is een
onderwijskundige term om aan te duiden dat een student leren en werken
combineert) In Nederland dus een redelijk sterk duaal stelsel.
- Imagoprobleem > beroepsonderwijs kent in NL en andere landen een imagoprobleem.
Gaat om onderwaardering van beroeps en arbeid. We hebben een nood aan beroepen
in de samenleving maar het wordt minder gewaardeerd dan theoretisch onderwijs.

Nederland bij andere landen m.b.t. beroepsonderwijs:

, ONDERWIJSBELEID




Omvang duaal stelsel laat zien hoeveel
leerlingen nu zo’n duale opleiding
volgen. In Belgie wordt daar weinig
aandacht aan besteed en in duitsland
heel veel. En omvang beroepsonderwijs is de grootte van het beroepsonderwijs. Dus hoeveel
leerlingen nu op het MBO een beroepsonderwijs volgen zoals ik, hotelmangement is
beroepsgericht.
Duaal stelsel = aantal opleidingen wat echt duaal is. Dus 4 dagen werken, 1 dag school.
Omvang beroepsonderwijs = hoeveel LL een beroepsopleiding volgen.d


4. Standaardisatie (input &output) (standaardisatie van input en standaardisatie
van output)

Standaardisatie van input
- Curriculum (input)
o Wat onderwijzen?
o Hoe onderwijzen?
o Meer standaardisatie input  betekent gelijk worden en scholen en leraren
minder autonomie
- Vrijheid van onderwijs:
o Vrijheid van oprichting van onderwijs (recht om school op te richten en
financiering te krijgen)
o Vrijheid van richting (religieus onderwijs of..) (levensbeschouwing en
richting)
o Vrijheid van inrichting  autonomie (welk soort handboeken, aannemen van
docenten)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chichee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.39
  • (0)
  Add to cart