100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Introduction to the Philosophy of the Management Sciences $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Introduction to the Philosophy of the Management Sciences

4 reviews
 971 views  33 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek Introduction to the Philosophy of the Management Sciences van Hatch, Mary Jo / Cunliffe, Ann L. - ISBN: 9789086662654

Preview 3 out of 11  pages

  • Yes
  • December 1, 2014
  • 11
  • 2014/2015
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: thijspannekoek02 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Johanna141 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: irisreuterink • 4 year ago

Translated by Google

Clearly and well explained!

review-writer-avatar

By: svensven • 4 year ago

avatar-seller
Samenvatting “Introduction to the Philosophy of he Management
Sciences” – T. van Willigenburg

Chapter 1 – Why philosophy of science?
Als een verkregen resultaat gepresenteerd wordt als „wetenschappelijk‟ gaan we er automatisch vanuit
dat dit de waarheid is.

Management studies zijn een onderdeel van sociale wetenschap: onderzoeken sociale fenomenen
zoals de manier waarop organisaties werken of op welke manier markten functioneren. Empirische
managementstudies verzamelen gegevens over gedrag van mensen, prestaties van bedrijven en de
kenmerken van de omgeving waarin bedrijven zich bevinden. Verschil alledaagse kennis en
wetenschappelijke kennis: wetenschap zoekt kennis op basis van patronen, structuren,
regelmatigheden en wetten. Wetenschappelijke theorieën zeggen niets over een specifiek bedrijf.
Management studies zijn gebaseerd op bepaalde soorten bedrijven of bepaalde types van
management; deze beweringen moeten generaliseerbaar zijn.

Generaliseerbaarheid is belangrijk omdat wetenschap een duidelijk doel heeft: verklaren en begrijpen
van fenomenen. Dat kan je niet verkrijgen door één case te analyseren, we willen begrijpen waarom
een bedrijf dat op een bepaalde manier wordt bestuurd in bepaalde omstandigheden succes heeft 
de mechanisme achter het succes achterhalen.

Wetenschappelijk onderzoek heeft het karakter dat het controleerbaar is (scrutiny = controle).
Onderzoek kan alleen maar controleerbaar zijn als het herhaalbaar is.

5 kenmerken van wetenschappelijke kennis
1) Generaliseerbaarheid (verklaren en begrijpen van bepaalde fenomenen)
2) Controleerbaarheid (onderzoek moet transparant en herhaalbaar zijn)
3) Objectiviteit (geen invloed van externe factoren – onafhankelijkheid bij onderzoeken)
4) Erkende onderzoeksmethode (voor bepaalde onderzoeken moeten juiste methoden worden
gebruikt)
5) Spaarzaamheid (een zo simpel mogelijk model gebruiken om zoveel mogelijk observaties te
verklaren)

Misvattingen over managementwetenschap
1) Alleen empirisch onderzoek is wetenschappelijk
Empirisch sociaal wetenschappelijk onderzoek is het onderzoeken van fenomenen met behulp van:
enquêtes, interviews, veldonderzoek, etc.
Zonder volledige conceptuele analyse is er geen volledig wetenschappelijk onderzoek. Je hebt basis
kennis nodig over het concept „organisatie‟, voordat je een fenomeen kan begrijpen dat steunt op dit
concept. Zij worden ook wel theoretische concepten genoemd. Elke observatie wordt gevormd door
conceptuele veronderstellingen en achtergrondkennis.

Redenering is even belangrijk als observatie. Waarnemingen zonder conceptueel kader (redenaties)
zijn waardeloos. Voorbeeld: onderzoeker theorie ontwikkeld over de snelheid van vallende objecten 
geen experiment maar door redenatie gezegd: bal met lood valt sneller dan bal gevuld met veren.
Later bleek: snelheid heeft te maken met zwaartekracht en (bijna) niet met het gewicht van de bal. En
zwaartekracht kan je niet zien.

De filosofie van wetenschap laat zien dat empirie altijd belangrijk, maar ook gebrekkig, is geweest in
wetenschap. Positivisten zien het empirisme als de enige correcte manier van wetenschap, maar
tegenwoordig zijn de meeste wetenschapsfilosofen het erover eens dat het positivisme niet houdbaar
is.

1

, 2) Wetenschappelijk onderzoek is alleen beschrijvend
Wetenschap zou moeten gaan over hoe dingen zijn (beschrijvend), niet over hoe ze zouden moeten
zijn (voorschrijvend). En managementwetenschap zou zich moeten beperken tot het geven van feiten,
in plaats van proberen te zeggen wat goed of fout is.

Studies willen uiteindelijk laten zien wat voor soort organisaties, bestuur of management in bepaalde
omstandigheden het best werken en het meest „succesvol‟ zijn. Probleem: succes kan niet objectief
worden bepaald, want wanneer iets een succes is is voor iedereen anders (voorkeuren).

Op basis van onderzoek kunnen we bijvoorbeeld wetenschappelijke conclusies trekken over wat voor
activiteiten, structuren of processen de werking van de markt verbeteren/verslechteren. Dit zorgt voor
het voorschrijven van bijvoorbeeld normen als „fair play‟ voor een goede werking van de vrije markt.
Onderzoek/theorieën kunnen dus wel voorschrijvend en normerend zijn.

„Good reason model of truth‟
Dit model stelt dat iets waar is als het ondersteund door een balans van redenen (voor en tegen) en er
zijn meer redenen voor dan tegen.

Argumentum ad ignorantiam = argument uit onwetendheid. Men beweert dat iets waar is, omdat er
geen bewijs is dat het niet waar is.
Veel argumenten bevatten verborgen cirkelvormigheid of peitio principii = is een argument waarbij in
een van de argumenten voor een stelling de stelling al als waar aangenomen wordt.
False dilemma fallacy = alleen argumenten voor worden meegenomen en argumenten tegen niet.

„What is reasonable‟
1) Als een methodologische vraag: als een vraag over de juiste methoden van onderzoek
en argumentatie
Deze vraag is erg belangrijk. Er is al lang een strijd gaande tussen aanhangers van een meer
kwantitatieve methode van onderzoek en aanhangers van een meer kwalitatieve aanpak van
onderzoek. De kwantitatieve methode maakt vooral gebruik van statistische analyses en data over het
gedrag en meningen van mensen.
Representativity heuristic = hoe meer iemand op een type lijkt, hoe eerder hij als dit type wordt
aangenomen terwijl er geen rekening wordt gehouden met de kansverdeling. Als je je afvraagt geeft
deze professor wetenschapsleer of wiskunde? Kan misleidend zijn misschien geeft hij wel statistiek.
Heuristiek = wetenschappelijke strategie om problemen systematisch op te lossen en dingen
methodisch te ontdekken

2) Als een epistemologische vraag: als een vraag over de status van de verworven
wetenschappelijke kennis
Epistemologische vragen gaan altijd over ons en kennis. Wat we weten en hoe we dit weten.
Wetenschappers hopen dat verklaring van een fenomeen (de aard en herkomst begrijpen) zal
voorzien in mogelijkheden om betrouwbare voorspellingen te kunnen doen  kan vaak niet (bijv.
recessie: er zijn theorieën die patronen beschrijven maar voorspellen lukt nauwelijks). Een
epistemologische vraag is belangrijk, omdat deze vraag gaat over de redelijkheid van iemands
theoretische aannames.

Theoretici in economie & management zijn niet altijd geïnteresseerd in het onderzoeken en testen van
de belangrijkste aannames van hun aanpak. Veel economische theorieën zijn gebaseerd op het feit
dat mensen rationele egoïsten zijn en gaan voor het maximaal voldaan aan hun eigen voorkeuren (=
homo economicus).

Een manier om de assumptie van homo economicus te verdedigen is dat men stelt dat theorieën die
hierop gebaseerd zijn beter werkelijk gedrag weerspiegelen dat minder negatieve theorieën.



2

, Probleem: theorieën die onrealistische, maar krachtige assumpties gebruiken worden „self-fulfilling‟ 
ze domineren niet alleen de theorieën maar ook de kijk van mensen op de wereld.

Door sociale statistische relaties tussen verschillende fenomenen zijn er ook theorieën die redelijk
nauwkeurig voorspellen wat er gaat gebeuren in de toekomst, zonder dat men duidelijk kan maken
waarom dat gebeurt. Het boek geeft bijvoorbeeld als voorbeeld dat roken leidt tot kanker.

3) Als een ontologische vraag: een vraag naar de aard van de (sociale werkelijkheid), naar
„dat wat is‟
Ontologische vragen gaan altijd over de wereld, datgene wat we zien en wat we niet zien, onze
aannames. Ontologische aannames  aannames over de aard van de werkelijkheid. Op welke
manier bestaan rechtspersonen en fenomenen in de werkelijkheid, en zijn de veronderstellingen over
hun aard juist? Men zou kunnen zeggen dat de sociale werkelijkheid een andere werkelijkheid is dan
zoals die wordt bestudeerd in de natuurwetenschappen. De vraag is of er echt zo‟n wezenlijk verschil
bestaat.

Idealism vs realism
Idealisme = zie collegeaantekeningen (uit het boek niet leren). Realisme = wat we zien is echt, maar
alleen „echt‟ voor ons. Een vorm die erkent dat de werkelijkheid altijd door ons wordt waargenomen op
een voorgevormde manier.

We need more than one perspective and approach in studying natural and social phenomena
De concepten waarmee grip op werkelijkheid wordt verkregen zijn imperfect, zijn verschillend en
hangen af van het doel van het onderzoek. Er is niet „één‟ goede manier waarop de werkelijkheid
bestudeerd zou moeten worden. Er moeten verschillende manieren zijn om werkelijkheid te
conceptualiseren = ecumenical (betekent iets als werelds).

Chapter 2 – Observation, theoretical knowledge and paradigms

Introductie
In de twintigste eeuw introduceerde de socioloog Augustus Comte (1798-1857) de term positivisme.
Dit refereert aan de wetenschap die was gebaseerd op positieve feiten en dat kennis afkomstig is van
observaties en fenomenen. Positivisme suggereert dat wetenschappelijke aanspraken alleen
gebaseerd mogen zijn op empirische observaties en dat normatieve ideeën niet wetenschappelijk
ondersteund kunnen zijn. Maar normatieve ideeën net zo belangrijk  over wat goed, acceptabel,
wenselijk is.

Enlightenment (verlichting) as the source of rationalism and empiricism
Rationalisme en empirisme (moderne wetenschap) is ontstaan in De Verlichting. Luther en Calvin
vonden dat men de Bijbel zelf moesten lezen en dus kennis opdoen uit eigen ervaring. Bacon claimde
dat kennis tot stand kwam door rationeel denken en observeren/ervaring. Kant (uitspraak: “dare to
think!”) stelde dat kennis verkregen kan worden door kritisch kijken naar het kunnen van het denken
zelf, dit heet kritisch rationalisme.

Het rationalisme = stelt dat er a priori (van tevoren) kennis is van de wereld. Deze kennis beïnvloed de
manier waarop wij dingen waarnemen. Door na te denken over observatie kan de oorzakelijkheid
verkregen worden, dus niet observaties maar „het denken‟ is belangrijk.

Analytische a priori kennis: twijfel wat voegt het toe? Deze kennis is er al in principe. Synthetische a
priori kennis: gebaseerd op puur redeneren, bv. zwaartekracht, het fenomeen zelf zie je niet, alleen
het effect.

Synthetisch observeren = het bekijken van het fenomeen (een cirkel heeft een diameter van 10m)
Analytisch observeren = het redeneren van het fenomeen (een cirkel is rond, want het is een cirkel).


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Denice2937. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  33x  sold
  • (4)
Add to cart
Added