100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Verplichte literatuur sociologie periode 4 leerjaar 2 $5.14   Add to cart

Summary

Samenvatting Verplichte literatuur sociologie periode 4 leerjaar 2

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting verplichte literatuur

Preview 4 out of 33  pages

  • July 6, 2021
  • 33
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Literatuur Sociologie – Periode 4
College 1
Geen enkele samenleving is statisch. Er is voortdurend beweging en
ontwikkeling.
Als je mensen vraagt wat ze onder individualisering verstaan, komen er
steevast verschillende antwoorden. Sommige benadrukken de
toenemende vrijheid en zelfstandigheid van mensen. Naderen verwijzen
naar de afname van gemeenschapszin en toenemend egoïsme. Meestal
zijn de antwoorden gekleurd door het eigen referentiekader. Maar je kunt
individualisering ook zien als een maatschappelijk proces zonder daar een
positieve of negatieve lading aan te geven. Individualisering is een proces
van toenemende verzelfstandiging van afzonderlijke mensen in de
samenleving. Individualisering manifesteert zich in de vorm van het
streven naar emancipatie, die niet alleen gelijkheid in recht inhoudt, maar
ook gelijkheid in kansen en mogelijkheden. Emancipatie betekent vrij
kunnen kiezen, zelfbeschikking en zelfontplooiing. Dat betekent ook meer
onzekerheid en meer eigen verantwoordelijkheid.

 Duyvendak en Hurenkamp: is er wel sprake van een grotere
verzelfstandiging van individuen? Vroeger bepaalden inderdaad ouders,
school, kerk en overheid meer het denken en doen van kinderen. Maar
mensen blijven kuddedieren ook al hebben ze tegenwoordig meer zelf te
kiezen. Ze miskennen hun eigen groepsgedrag en hun opmerkelijke
uniformiteit in opvattingen. Ze papegaaien elkaar na en roepen
tegelijkertijd hoe verschillend ze wel niet zijn. Dat lijkt op een soort
confectie-individualiteit. De sociale controle is niet afgenomen maar wel
veranderd, namelijk via de media.

Democratisering is een beweging waarbij hiërarchische
machtsverhoudingen worden vervangen door meer gelijkwaardige
verhoudingen. Macht kan op zich voldoening geven, macht maakt
onafhankelijker, macht helpt om eigen wensen beter te vervullen en eigen
belangen te realiseren of veilig te stellen, macht geeft sociaal aanzien, etc.
De invloed van mindermachtigen neemt toe. Machtsverschillen blijken
echter vaak onmisbaar voor het goed laten reilen en zeilen van
organisaties, instituties en de samenleving als geheel.

Door de eeuwen heen hebben mensen en staten inhoud gegeven aan
broederschap sommigen noemen dat solidariteit, anderen naastenliefde
en weer anderen de verzorgingsstaat. Er zijn veel motieven waarom
mensen solidair willen zijn met de armen, zieken, gehandicapten,
onderdrukten en uitgestotenen in onze samenleving. Sinds de Tweede
Wereldoorlog heeft zich in Nederland een vorm van solidariteit ontwikkeld
die we de verzorgingsstaat zijn gaan noemen. De staat ontwikkelt talloze
verzorgingsarrangementen en legt die vast in wetten en regels. De laatste
jaren staat de verzorgingsstaat meer en meer onder druk door de
economische recessie, stijging van de uitgaven, demografische gegevens,
oneigenlijke consumptie van overheidsgelden en onwenselijke
afhankelijkheid van elkaar. De steun van de overheid aan

,zorgbehoevenden wordt minder vanzelfsprekend. We moeten elkaar meer
helpen, een participatiesamenleving.

Technologische ontwikkelingen hebben de laatste decennia een grote
impact op de samenleving gehad. De auto is hét vervoersmiddel om
mensen bij elkaar te brengen, om te werken, te sporten, politiek te
bedrijven, lief en leed te delen, vakantie te vieren, etc. De televisie, de
computer, een smartphone, laptop, pinpas of creditcard. Technologische
ontwikkelingen bieden meer kansen om de kwaliteit van het leven te
verbeteren, maar ze hebben ook nadelen. We zijn voor veel communicatie
afhankelijk van hoogontwikkelde maar ook kwetsbare technologie. Als een
virus onze computer binnensluipt of onze provider internetten een dag
onmogelijk maakt zijn we onthand.

De wereld wordt steeds kleiner, er komen steeds meer internationaal
geldende wetten. De handel is een wereldhandel. Volkeren met
verschillende culturen komen veelvuldig met elkaar in contact en
vermengen zich. Al die ontwikkelingen samen noemen we globalisering.
Dit leidt tot wederzijdse beïnvloeding van samenlevingen en culturen.
Gevolg is dat de verschillen tussen die samenlevingen en culturen
afnemen of beter zichtbaar worden.
Talrijke inwoners van arme landen zoeken rijke westerse landen op om te
ontsnappen aan onderdrukking en economische ellende. De toenemende
globalisering wordt in Nederland verschillend gewaardeerd. Sommigen
zien haar als een proces vol kansen en mogelijkheden op verschillende
terreinen. Anderen zien haar als een bedreiging van onze nationale
identiteit en zelfstandigheid of ze wijzen op het gevaar van uitbuiting
omdat rijke landen grondstoffen en arbeidskrachten van arme landen
vooral voor eigen gewin gebruiken. Weer anderen maken zich zorgen om
het overbrengen van arbeid naar lagelonenlanden waardoor hier de
werkgelegenheid daalt.

Nederland is een multicultureel land. De huidige samenstelling van de
migrantenpopulatie is het gevolg van migratiestromen vanaf de jaren
veertig en vijftig van de vorige eeuw. Eerst komen de migranten uit
Indonesië als gevolg van de dekolonisatie na de Tweede Wereldoorlog.
Daarna is er een grootschalige arbeidsmigratie vanuit landen rondom de
Middellandse zee. Daarna is er sprake van migratie uit onze voormalige
koloniën in de West. De migratie van Surinamers komt goed op gang vlak
voor de onafhankelijkheid van Suriname in 1975. Midden jaren tachtig
komen veel Antilianen naar ons land. De jaren negentig staan in het teken
van asielmigratie. In de periode 1995-2001 zoeken in totaal een kwart
miljoen asielzoekers toegang tot Nederland. Tussen 1945-1975 heers ter
vooral een politiek van aanpassing of juist omgekeerd van segregatie. Eind
jaren zeventig, begin jaren tachtig bevinden we ons in een situatie waarin
stilstand van de economische groei, afbrokkeling van de werkgelegenheid
en een nog steeds groeiende stroom nieuwkomers samengaan. Veel
Nederlandse burgers die zich in hun eigen bestaanszekerheden bedreigd
voelen, reageren met rancune. In de jaren negentig komen steeds meer
allochtonen zonder werk te zitten. De overheid wil daar vooral via scholing

,verandering in brengen. Allochtonen moeten Nederlands leren om betere
kansen te krijgen. Dit roept aanvankelijk nog wat weerstand op omdat het
de schijn heeft van dwingen tot integratie, wat zou leiden tot een verlies
van de eigen identiteit.
Er dient zich dan nog een ander probleem aan waar men steeds openlijker
over spreekt: de etnische criminaliteit zoals de illegale drugshandel en de
kleine criminaliteit. Ook zet men in toenemende mate vraagtekens bij het
grote aantal asielzoekers dat Nederland binnenkomt.

Rond de eeuwwisseling komt steeds meer de nadruk te liggen op het
inburgeren van nieuwkomers. Ze moeten zich meer schikken naar de
Nederlandse samenleving en arbeidsmarkt.
 Scheffer: spreekt van een multicultureel drama, hij verwijt
multiculturalisten dat zij onvoldoende onder woorden brengen wat onze
samenleving bijeenhoudt. We zeggen te weinig over onze grenzen. We
moeten onze open samenleving verdedigen en dat stelt grenzen aan
culturele veelvoud.
 Fortuyn: de islam staat in feite vijandig tegenover onze cultuur. De
islam wil een staat die handelt vanuit het islamitisch recht. Consequentie
daarvan is dat andersdenkenden zich moeten onderwerpen aan dat recht.
Nederlanders moeten weten wat onze identiteit is. Zo weten we weer waar
we voor staan en zijn we alert op alles wat dit bedreigt.
 Ayaan Hirsi Ali: aanhangers van de islam die het voor het zeggen
hebben in de moskeeën hebben opvattingen die diametraal staan
tegenover de Nederlandse. De gemeenschap van gelovigen is voor hen
alles en niet het individu. De hoogste macht komt aan Allah toe en niet
aan de rechtsstaat.

Volgens de Commissie Onderzoek Integratiebeleid is een persoon of groep
geïntegreerd in de Nederlandse samenleving wanneer er sprake is van een
gelijke juridische positie, gelijkwaardige deelname op sociaaleconomisch
terrein, kennis van de Nederlandse taal en respect voor gangbare
waarden, normen en gedragspatronen. Integratie is een tweezijdig proces:
enerzijds wordt van nieuwkomers verwacht dat zij bereid zijn te
integreren, anderzijds moet de Nederlandse samenleving die integratie
mogelijk maken.
 Beck: de multiculturele samenleving is niet zozeer een doe als een
gegeven. De internationalisering van de economie, de Europese
eenwording en de bijna onbegrensde mobiliteit maken de monoculturele
samenleving tot uitzondering in de wereld. Nederland behoort duidelijk
niet tot uitzondering in de wereld. De multiculturele samenleving is dan
ook geen typisch Nederlands probleem maar een mondiaal gegeven.
Daarom is er ook een mondiale aanpak nodig.

De laatste dertig jaar maakt de samenleving een ontwikkeling door die
steeds meer nadruk legt op genieten en verwennen. Intensivering is
onderdeel van een cultuur met een duidelijk hedonistisch karakter. Er is
een hoge waardering voor seksualiteit, lichamelijkheid en consumptie van
modeartikelen. Er is bewondering voor de sportieve prestatie. Er is een
intense beleving van de overal en altijd aanwezige muziek met een hoog

, emotioneel gehalte. Alcoholconsumptie is populair en voor sommigen ook
drugsgebruik. Er is een sterke waardering voor het eigen gevoel. Er moet
veel gedaan en beleefd worden in een leven dat niet saai en eentonig mag
zijn.

Men is geneigd om veranderingen, die zich in de maatschappij of in hun
eigen leven voordoen, rechtlijnig te koppelen aan een oorzaak. Dat geeft
duidelijkheid en zekerheid. Vaak is de behoefte aan zekerheid en
duidelijkheid die leidt tot snelle en ‘zekere’ antwoorden. Zelf zijn we
zelden de oorzaak. Persoonlijke ervaringen, cultuur, mens- en
maatschappijvisie en belangen spelen een belangrijke rol bij deze
oordelen. Meestal zijn sociale veranderingen echter niet te herleiden tot
een enkele oorzaak. Dit wordt ook wel multicausaliteit genoemd.

Sociale veranderingen zien we op verschillende manieren gestalte krijgen.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau doet regelmatig onderzoek naar de
veranderingen. De resultaten zijn te vinden in hun rapporten:
- Kenmerken van ons volk: deze veranderen voortdurend. Vaak gaat
dat langzaam maar op den duur leidt dit tot wezenlijke verandering.
- Gedrag: mensen in Nederland zijn zich de afgelopen decennia ook
anders gaan gedragen. zo is de laatste dertig. Jaar het aantal
echtscheidingen verveelvoudigd. We produceren veel meer huisvuil
per persoon dan veertig jaar geleden, etc.
- Sociale structuur: de democratiseringsbeweging van de jaren zestig
heeft de gezagsverhoudingen in het gezin, op school en op het werk
diepgaand gewijzigd.
- Cultuur: religieuze waarden en normen hebben sterk een belang
ingeboet. Het welbegrepen eigenbelang wordt in toenemende mate
hoger gewaardeerd dan solidariteit. De in de jaren zestig en
zeventig gegroeide tolerantie ten aanzien van afwijkende
gedragingen is een halt toegeroepen. Niet alles moet meer kunnen.
Orde en gezag worden opgewaardeerd.

Sociale problemen die zich in een samenleving voordoen, zijn vaak
gangmakers voor veranderingen. Maar dat gaat niet vanzelf, want
mensen, groepering en landen denken verschillend over wat een sociaal
probleem is en welke oplossingen wenselijk zijn. De realiteit is dat
mensen, groeperingen en landen vaak verschillen van mening over de
ernst, de oorzaken en de oplossingen van sociale problemen. Daarbij
spelen geschiedenis, cultuur, maatschappijvisie en belangen een
doorslaggevende rol. Asielzoekers zullen heel anders aankijken tegen het
probleem van de multiculturele samenleving dan PVV-stemmers.

Om daadwerkelijke veranderingen te realiseren wordt van verschillende
middelen gebruik gemaakt:
- Vaak worden politieke besluitvormingskanalen ingeschakeld. De
politiek onderzoekt de problematiek, benoemd oorzaken en neemt
besluiten over oplossingen. Er worden maatregelen genomen, soms
ook wetten gemaakt, gelden ter beschikking gesteld en opdrachten
gegeven aan organisaties en personen die de besluiten moeten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller frederiquecrauwels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.14
  • (0)
  Add to cart