100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
uitgebreide samenvatting formeel strafrecht $4.82   Add to cart

Summary

uitgebreide samenvatting formeel strafrecht

4 reviews
 128 views  17 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting voorgeschreven lesstof, aanvullende youlearn teksten, jurisprudentie en oefenvragen in de samenvatting verwerkt

Preview 4 out of 120  pages

  • No
  • Voorgeschreven lesstof
  • July 7, 2021
  • 120
  • 2020/2021
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: jvdstaall • 2 year ago

review-writer-avatar

By: larahr • 2 year ago

review-writer-avatar

By: marceloskam • 2 year ago

review-writer-avatar

By: doortjegriekspoor • 2 year ago

avatar-seller
, Samenvatting formeel strafrecht
Week 1 – Grondslagen van het formeel strafrecht
Inleidende tekst Youlearn:
De komende weken gaat u het Nederlandse strafprocesrecht intensief bestuderen. U gaat uitgebreid
kennis maken met de verschillende actoren in het strafproces, te weten de verdachte, justitie en politie,
de rechter en het slachtoffer. Bovendien zal u gaan ontdekken dat het strafproces opgedeeld kan worden
in een vooronderzoek en een eindonderzoek, waarbij verschillende dwangmiddelen tegen de verdachte
kunnen worden uitgeoefend. U gaat bestuderen aan welke criteria voldaan moet zijn, wil de toepassing
van deze dwangmiddelen rechtmatig zijn. In de komende weken zal voortdurend gewezen worden op de
delicate balans tussen criminaliteitsbestrijding en rechtsbescherming. De beginselen van behoorlijke
procesorde (het vertrouwensbeginsel en gelijkheidsbeginsel) passeren de revue en meermaals zal erop
gewezen worden dat het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) van grote invloed is op
de werking van ons strafprocesrecht.

Deze week maakt u kennis met deze grondslagen en beginselen van ons strafprocesrecht.

Voorgeschreven lesstof (incl. extra lesstof Youlearn):
L1 - Hoofdstuk 1 – Inleiding 1.1. Aard en doel van het strafproces
1.1.1 Een tweeledig hoofddoel
Strafprocesrecht is het geheel van regels m.b.t. de toepassing van het strafrecht in een concreet geval
(=formeel strafrecht). Materieel strafrecht richt zich op wat strafbaar is en welke straf daarvoor gelden.
Strafprocesrecht gaat over het toekennen van bevoegdheden en de uitoefening van die bevoegdheden.
Cruciaal daarbij is de bevoegdheid om te (ver)oordelen door een onafhankelijke rechter. De kern van ons
strafprocesrecht is gericht op de totstandkoming van die rechtelijke beslissing.

Hoofddoel is het verzekeren van een juiste toepassing van het materiele strafrecht (=bestaansrecht van
het strafprocesrecht). Het hoofddoel van strafprocesrecht is tweeledig:
1) het bewerkstelligen van bestraffing van schuldigen;
2) en het voorkomen van de bestraffing van onschuldigen – weegt het zwaarste
(=waarborgkarakter van wettelijke bepalingen, bv recht op verdediging).

In het geval van twijfel over de (on)schuld van de verdachte, bestaat de vraag welk (sub)doel voorgaat
want het ene doel gaat ten koste van het andere doel. Gelet op het Pro reo-beginsel – krijgt de verdachte
bij twijfel de voordeel van de twijfel. De rechter mag het feit alleen bewezen verklaren als hij zelf de
overtuiging heeft dat het feit door de verdachte is begaan – 338 Sv. Daarmee is de spanning tussen de
(sub)doelen nog niet uit de wereld. De persoonlijke overtuiging van de rechter garandeert immers niet
dat de verdachte ook werkelijk schuldig is. Als uit nieuwe feiten blijkt dat de rechter heeft gedwaald, kan
de veroordeling ongedaan worden gemaakt (457 e.v. Sv – Instituut voor herziening). Dit is nog geen
waterdichte garantie. Streven moet zijn de kans op vergissing tot aanvaardbare proporties te houden.

1.1.2 Bijkomende doelen
Naast hoofddoel staan bijkomende doelen. Deze moeten worden nagestreefd zodra sprake is van een
strafproces. De bijkomende doelen zijn:

a. Eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte
De strafrechtelijke vervolging vormt voor de burger een zware belasting (inbreuk op zijn vrijheid). Het
doel van het strafprocesrecht moet daarom mede zijn de vervolging van onschuldige burgers zoveel
mogelijk te voorkomen. Er moet dus worden voorkomen dat de strafrechtelijke vervolging een
disproportionele inbreuk maakt op de vrijheid van de betrokken burger. Respect voor de vrije positie van
de burger komt tot uitdrukking in het zwijgrecht van de verdachte. Hij kan niet gedwongen worden bewijs
tegen zichzelf te leveren.

b. Eerbiediging van de rechten en vrijheden van andere betrokkenen
Vaak zijn andere burgers ongevraagd betrokken bij een proces. Daarom dienen ook hun rechten en
vrijheden in bepaalde mate gewaarborgd te blijven, bv woning doorzoeking). Voorkomen moet worden
dat de inbreuk disproportioneel is.



2

, Samenvatting formeel strafrecht
c. Procedurele rechtvaardigheid
De toekenning van verdedigingsrechten aan de verdachte vormt een waarborg tegen bestraffing van
onschuldigen. Het is daarbij van belang dat de verdachte de gelegenheid krijgt om zijn zegje te doen. Een
verdachte zal dan ook worden gehoord. Een eerlijk proces garandeert niet dat de beslissing juist is, maar
zij kan die beslissing wel aanvaardbaar maken voor de verdachte, anderen dan de verdachte en voor de
samenleving in haar geheel. De eerlijkheid van de beslissing legitimeert zo de beslissing (= procedurele
rechtvaardiging). De procedurele rechtvaardiging vormt ook een argument om het slachtoffer bij het
strafproces te betrekken (voorbeeld: erkenning van het spreekrecht van het slachtoffer).

d. Demonstratiefunctie
De terechtzitting dient openbaar te zijn. Openbaarheid maakt publieke controle op de berechting
mogelijk en vormt daarmee een waarborg tegen willekeurige bestraffing. Ook heeft het strafprocesrecht
een mate van preventieve werking en versterkt het vertrouwen van het publiek. Het openbare strafproces
kan demonstreren dat de overheid het goede voorbeeld geeft (bij vervolging is de overheid gebonden aan
de wet en moet de rechten van burgers respecteren – bv uitsluiting van onrechtmatig verkregen bewijs.

e. Het voorkomen van eigenrichting – extra youlearn
Eigenrichting wil zeggen: het volgen van een niet wettelijk geregelde handhavingsmethode waarbij dwang
of geweld wordt toegepast. Door de reactie van de overheid op delicten wordt voorkomen dat de burgers
het recht in eigen hand nemen. Handhaving van regels door eigenrichting heeft op het eerste gezicht
weliswaar iets aantrekkelijks, doordat de overheid niet tussen beide hoeft te komen, maar leidt vaak door
haar ongereglementeerdheid en onbeheersbaarheid tot hoogst ongewenste gevolgen. Bij de handhaving
van het recht heeft de overheid daarom in principe het monopolie op dwang en geweld.

1.1.3. Strafproces en waarheidsvinding
De opsporingsambtenaar die onderzoek doet naar een mogelijk gepleegd strafbaar feit, boogt de ware
toedracht te achterhalen (=waarheidsvinding). Soms leidt dit tot een vervolging en soms blijft die
achterwege. Het is niet altijd zo dat moet worden vrijgesproken als de waarheid niet volledig kan worden
achterhaald, denk er bv aan dat niet is vereist dat komt vast te staan wie de fatale klap heeft uitgedeeld
(=mededaderschap).

Waarheidsvinding is geen zelfstandig doel van strafvordering. Waarheidsvinding vormt een afgeleide van
het toepassen van de strafwet. Het hoofddoel van bestraffen van alleen de schuldigen brengt mee dat
een deugdelijk onderzoek naar de waarheid moet worden gedaan.

Het strafprocesrecht concentreert zich op het deel van de waarheid dat nodig is om op een verantwoorde
wijze over de schuld of de onschuld van de verdachte te kunnen beslissen. Het gaat in het strafproces zo
gezien uiteindelijk om de vraag of de beslissing verantwoord is, niet om de vraag of de waarheid is
gevonden. De procesopstelling van de verdachten is mede bepalend voor de grondigheid van het
onderzoek naar de waarheid. Feiten die door de verdachte worden ontkend, verdienen in het algemeen
grondiger onderzoek en een zorgvuldiger beoordeling dan feiten die door de verdachte worden erkend.

1.1.4 Strafproces en rechtsbescherming
De verhouding tussen o – b wordt beheerst door de rule of law - de overheid staat niet boven de wet
staat, maar zich daaraan moet houden. Machtsuitoefening door de overheid mag alleen plaatsvinden
o.b.v. door het recht toegekende bevoegdheid en binnen door het recht getrokken grenzen.

Burgers worden zo beschermd tegen willekeur van de autoriteiten. De rechtsbescherming van de burger
tegen de bestraffende overheid kan daarom ook als doel van het strafprocesrecht worden aangemerkt.
4 kanttekeningen voor het aannemen van rechtsbescherming van de burger als doel strafprocesrecht:
- Het doel (rechtsbescherming) is niet kenmerkend voor het strafprocesrecht. Voor alle publiekrecht
geldt dat machtsuitoefening door de overheid aan het recht gebonden wordt tegen willekeur. Er is
dus een gebrek aan een onderscheidend vermogen.
- Onverklaard blijft waarom aan de overheid de bevoegdheid wordt toegekend om te straffen en om
dwangmiddelen toe te passen teneinde de waarheid aan het licht te brengen. Als het enige doel is
om de burger tegen de uitoefening van die bevoegdheden te beschermen, kunnen die
bevoegdheden beter niet aan de overheid worden toegekend.

3

, Samenvatting formeel strafrecht
- Onderbelicht blijft dat de bedoelde bevoegdheden in de wet niet zonder reden aan de overheid zijn
toegekend. Met die toekenning worden niet de eigen belangen van de overheid gediend, maar het
publieke belang, en daarmee het belang van de burger.
- Rechtsbescherming dreigt te worden versmald tot bescherming van de verdachte tegen de
wetshandhavende overheid, waarbij die wetshandhaving al snel als iets verdachts wordt voorgesteld.
De rechtsbescherming biedt echter meer (slachtofferbescherming, getuigen).

Ondanks de kanttekeningen vormt het strafprocesrecht een uitwerking van de rule of law en dat
rechtsbescherming gezien kan worden als het doel van het strafprocesrecht. De vraag waarop het
aankomt, is welke rechtsbescherming het strafprocesrecht dient te bieden.

1.1.5 Noodzakelijke afwegingen
De verschillende doelen van het strafprocesrecht staan in een moeizame spanningsverhouding tot elkaar.
Respectering van de rechten van de verdachte kan bv ten koste gaan van de waarheidsvinding en van de
rechten van slachtoffers en derden. Meer bescherming voor de een betekent al snel minder bescherming
voor de ander. Deze keuze is het resultaat van rechtspolitieke afwegingen die soms moeizaam bevochten
zijn en waarover dan ook verschillend kan worden gedacht. Hoe de afweging dient uit te vallen, kan niet
worden gezegd. Algemene uitgangspunten bij de belangenafweging zijn:
1. Aan de strafrechtspleging zijn kosten verbonden en de financiële middelen daartoe zijn niet
onbeperkt. De vraag is dus niet hoe de rechtsbescherming verder kan worden gemaximaliseerd, maar
welke mate van rechtsbescherming voldoende en verantwoord is (bv. 3 rechters weten meer maar
berechting door één rechter hoeft niet onverantwoord te zijn);
2. Hoe meer voor de verdachte op het spel staat, hoe groter de waarborgen van de berechting moeten
zijn. Hoe zwaarder de straffen zijn, hoe grondiger het onderzoek naar de waarheid en hoe zorgvuldiger
het besluitvormingsproces dient te zijn. De ernst van het strafbare feit vormt een belangrijke
afwegingsfactor. Bv: kanton/politiekrechter is alleen mogelijk voor overtredingen en bij misdrijven met
max 1 jr. gevangenisstraf geëist en opgelegd. Bij zwaardere misdrijven geldt een meervoudige kamer.
3. Hoe ernstiger het vermoedelijk gepleegde strafbare feit is en hoe groter derhalve het belang is dat aan
opheldering van het misdrijf toekomt, hoe ingrijpender de onderzoeksbevoegdheden kunnen zijn die
aan de politie en justitie worden toegekend. De inbreuk op de vrijheid en privacy moet in redelijke
verhouding staan to het beoogde doel (= eis van proportionaliteit).
4. De verschillende doelen moeten wel alle worden gerealiseerd. De uitkomst van de afweging moet met
andere woorden bezien vanuit alle doelen van de strafvordering aanvaardbaar zijn. De speelruimte
voor de noodzakelijke afwegingen is daardoor kleiner dan men wellicht zou denken. Verdachte heeft
onder alle omstandigheden recht op een eerlijk proces. Zijn zwijgrecht mag daarom onder geen beding
opgeofferd worden aan het belang van de waarheidsvinding.

Daarbij geldt dat de uitkomst van de belangenafweging wel moet beantwoorden aan alle doelen die het
strafprocesrecht heeft. Deze belangenafweging komt in arrest Jailplant (2004) - HR 9 maart 2004,
E:AN9195, NJ 2004/263, m.nt. Schalken - duidelijk naar voren. "Het vorenoverwogene neemt niet weg dat
toepassing van art. 126j Sv t.a.v. een voorlopig gehechte verdachte licht het gevaar in zich bergt dat de
verdachte op zodanige wijze feitelijk komt te verkeren in een verhoorsituatie waarbij de waarborgen van
een formeel verhoor door een politiefunctionaris ontbreken, dat aldus verklaringen worden verkregen die in
strijd met de in art. 29, eerste lid, Sv tot uitdrukking gebrachte en in art. 6, eerste lid, EVRM besloten
liggende verklaringsvrijheid van de verdachte zijn afgelegd. Gelet daarop zal vooreerst bij de toetsing van
een zodanige toepassing van art. 126j Sv aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit
uitgangspunt moeten zijn dat die toepassing eerst in aanmerking komt als de bijzondere ernst van het
misdrijf zulks rechtvaardigt en andere wijzen van opsporing redelijkerwijs niet voorhanden zijn. Indien aan
voornoemd uitgangspunt is voldaan, kan de rechter voor de vraag komen te staan of informatie van de
verdachte niet in strijd met voormelde bepalingen is verkregen. De beantwoording van die vraag hangt af
van de concrete omstandigheden van het geval. Daarbij komt onder meer betekenis toe aan de
proceshouding die de verdachte met betrekking tot de strafbare feiten waarvan hij wordt verdacht heeft
ingenomen en hetgeen zich in het voorbereidend onderzoek voor en gedurende de periode waarin de
informant optreedt heeft afgespeeld, de aard en intensiteit van de door de informant ondernomen
activiteiten jegens de verdachte, de mate van druk die daarvan jegens de verdachte kan zijn uitgegaan en
de mate waarin de handelingen en gedragingen van de informant tot de desbetreffende verklaringen van
de verdachte hebben geleid “


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janicevanmaanen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  17x  sold
  • (4)
  Add to cart