Dit is een hele goede samenvatting voor het hoofdstuk Wateroverlast. Ik heb er zelf veel aan gehad en heb uiteindelijk door deze samenvatting een 8,0 gehaald.
Aardrijkskunde havo 4 hoofdstuk 4
Paragraaf 1
Waterscheiding: Grens tussen de stroomgebieden, die gevormd wordt door gebergten of
andere verhogingen in het landschap.
Stroomgebieden: het verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag en
grondwater via de zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt.
Stroomstelsel: geheel van de hoofdrivier met al zijn zijtakken. Stroomstelsel bestaat ui drie
delen, die samen het lengteprofiel vormen:
1. Bovenloop: In de bergen waar rivier begint en dus ontspringt. Het water stroomt hier
snel door grote hoogteverschil en erosieve kracht is groot.
2. Middenloop: Rivier gaat hier meestal door het dal, nog een beetje stijl.
3. Benedenloop: Vlak bij de monding van een rivier, sedimentatie, rivier stroomt traag.
Nederland is eigenlijk een benedenloop.
3 soorten herkomsten van water rivieren:
1. Regenrivier: Rivier die wordt gevoed door regenwater met een hoge waterafvoer,
zoals de Maas. Waterafvoer is het hoogst in natte maanden
2. Gletsjerrivier: Deze wordt gevoed door smeltwater van een gletsjer. Water komt
vooral in het voorjaar en in de zomer vrij, wanneer de gletsjers smelten.
3. Gemengde rivier: Rivier die zowel gevoed wordt door de gletsjer- als regenwater,
zoals de Rijn.
Regiem: Verschil in waterafvoer van een rivier gedurende het jaar. Het gebied waar in
bepaalde periodes zeer veel neerslag valt, is het regiem heel grillig.
Debiet: Totale hoeveelheid water die een rivier op een bepaald punt afvoert.
VB: De gemiddelde afvoer bij de monding van de Rijn is 2300 m3 per seconde. Debiet is
hoger in natte jaren dan in droge jaren.
Piekafvoer: Als het waterpeil een korte periode sterk stijgt.
Verval: Het hoogteverschil tussen twee punten/plaatsen langs een rivier.
Verhang: Het gemiddelde verval per kilometer. ‘Bereken je door hoogteverschil te delen
door de lengte.
Klimaatsveranderingen en gevolgen:
Temperatuur neemt toe, gletsjers in nemen af in omvang en zeespiegel stijgt.
Gevolgen hiervan voor Nederlandse rivieren:
Winters worden warmer en natter
Periodes waarin het ’s zomers extreem droog en warm wordt en watertekokrten
ontstaan
Neerslagregiem (=schommelingen in de neerslag gedurende het jaar) verandert op
twee manieren:
1. Er valt meer neerslag
2. De neerslag valt onregelmatiger
, Paragraaf 2
Winterdijken: hoge dijk, wat verder van de rivier af gelegen, parallel.
Binnendijks gebied: hier wonen de mensen, staan dus de huizen. Het is een gebied dat aan
de kust door primaire waterkeringen (=een dijk, dam of duinen die het water tegenhouden)
wordt beschermd en langs de rivieren door winterdijken.
Buitendijks gebied: gebied dat zeewaarts of rivierwaarts ligt en niet door primaire
waterkeringen of winterdijken wordt beschermd. Hier loopt ook het vee op.
Uiterwaarden: Gebied dat tussen de rivier en de winterdijk ligt en kan bij hoogwater
overstromen.
Om de uiterwaarden zo veel mogelijk te kunnen gebruiken, werden er lage dijken direct
langs de rivier aangelegd en de Zomerdijken: lade dijk, dicht bij de rivier
Zomerbed: hier stroomt de rivier in de zomer. Ook wel bedding waar rivier in de zomer
doorheen stroomt.
Dwarsprofiel/lengteprofiel: dit is de dwarsdoorsnede van de rivier. In Nederland bestaat
deze bij een bedijkte rivier uit: winterdijk, uiterwaard, zomerdijk, rivier, zomerdijk,
uiterwaard en winterdijk.
Gekanaliseerd: Meanders zijn rechtgetrokken en de rivier gaat sneller stromen. Dit is de
laatste honderd jaar deels gebeurd.
Kribben: Deze houden de rivier in zijn stroombed en verbeteren de bevaarbaarheid. Het zijn
dammen die loodrecht op de rivieroever staan die moeten voorkomen dat de oever afkalft
en die er ook voor zorgen dat het meeste water in het midden van de rivier blijft stromen.
Hierdoor blijft de stroomgeul in het midden, de buitenbochten zijn tegen erosie beschermd
en de stroomgeul blijft diep genoeg voor scheepvaart.
Stuwen: vaste of regelbare dammen in de rivier voor het handhaven van het waterpeil en
het regelen van de wateraanvoer. Ook hiermee houd je de rivier bevaarbaar voor schepen.
Verstening van oppervlak: Door toegenomen verstedelijking neemt het oppervlak van
straten en wegen toe, waardoor regenwater sneller afspoelt en vlakker is. Hierdoor wordt
dus de vertraging (= tijd die het water van een regenbui nodig heeft om uiteindelijk in de
rivier te komen. Hoe snel dit gebeurt, hangt af van de ondergrond en de vegetatie) steeds
korter.
De rivieren krijgen in korte tijd een groter debiet (=Totale hoeveelheid water die een rivier
op een bepaald punt afvoert), waardoor er soms sprake is van een piekafvoer (=Als het
waterpeil een korte periode sterk stijgt).
Ontbossing: het verdwijnen van bos door menselijke activiteiten. Hierdoor krijgt neerslag
niet de tijd om in de bodem te dringen en stroomt het direct de rivier in.
Bebost: hierbij duurt het veel langer.
Winterbed: het gebied tussen de beide winterdijken dat bestaat uit zomerbed (= de bedding
waar de rivier ’s zomers doorheen stroomt) en uiterwaard (= gebied tussen de rivier en de
winterdijk dat overstroomt, wanneer de rivier buiten zijn oevers treedt). In de uiterwaarden
wordt zand en klei gesedimenteert, gevolg hiervan is dat deze hoger komt te liggen en
daardoor het waterbergend vermogen van de rivier afneemt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tristantisseur02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.