Statistiek Samenvatting RSM 20/21 BA1
Inhoud:
• Inleiding Statistiek en Grafische Beschrijvende Technieken
• Numerieke Beschrijvende Maatregelen
• Kans rekenen
• Discrete kansverdelingen
• Continue kansverdelingen
• Steekproeven en steekproevenverdelingen
• Schatting
• Hypothesetesten (I)
• Hypothesetesten (II) en inferentie omtrent een populatie (I)
• Inferentie omtrent een populatie (II)
• 2 Oefenopgaven
Inleiding Statistiek en Grafische Beschrijvende Technieken
Statistiek
• Manier om informatie te verkrijgen vanuit data door bepaalde berekeningen te doen met de
data
• Collecteren, analyseren en interpreteren van data
- inzicht krijgen in fenomenen
- behulpzaam in besluitmaking processen
Doel = over fenomenen uit de werkelijke wereld uitspraken te doen.
Key concepts:
Populatie = set van totale items waar interesse in getoond wordt in een statistisch probleem
Parameter = beschrijvende maatstaf van de populatie
Steekproef / Sample = set van data verzameld binnen de populatie
Statistic = beschrijvende maatstaf van de sample / steekproef
Vb: opiniepeiling in de verkiezingen
• Populatie : alle volwassenen uit NL
• Parameter: proportie van stemmers voor specifieke kandidaten
Descriptive vs. Inferential statistics
Beschrijvende statistiek =
• Toepassen van statistische technieken om informatie te krijgen uit de data die beschikbaar is.
• Presenteren en samenvatten van gegevens op een effectieve manier.
• Plaatjes en tabellen en samenvattende maatstaven.
Inferentie statistiek =
• Gegevens van een deel van de populatie tot onze beschikking. Aan de hand van deze data kun
je een uitspraak doen over de gehele populatie.
• Conclusies trekken over de populatie (parameters) gebaseerd op sample (statistics)
• Er is ook sprake van onzekerheid, waarschijnlijkheidstheorie wordt gebruik om de
betrouwbaarheid van de statements te meten. (Hypothesetoets)
Measurement level of variables
Keuze van gepaste statische techniek hangt af van het meetniveau/type van de geanalyseerde
variabelen.
Variabele = eigenschap van een populatie of van een steekproef.
,Kwalitatief en Kwantitatief
• Kwalitatief = kenmerken die gemeten worden, zodat de uitkomst in een categorie ingedeeld
kan worden.
- nominaal: elkaar uitsluitende categorieën, labeling (vb: land van herkomst). Data kan niet op
volgorde gezet worden, elke waarde is een waarde op zich.
- ordinaal: natuurlijke rangordening. (vb: voorkeur voor cola (zeer lekker, lekker, etc.)
• Kwantitatief = uitkomsten zijn numeriek. Resultaat van: telproces/meetproces
- interval: wordt gewerkt met hoeveelheden. Er is ook een arbitrair nulpunt. (vb. maatstaf
temperatuur, of maatstaf schoenmaat.)
- ratio: absoluut nulpunt(= 0 is ook echt 0). (vb. leeftijd, afstand, lengte).
Meetniveau Aspecten
Nominaal • Waarden zijn nummers die een categorie representeren
• Alleen berekeningen op basis van frequentie of percentages zijn
mogelijk
Ordinaal • Waarden moeten de gerangschikte volgorde voorstellen
• Data kan behandeld worden als nominaal, maar niet als interval
Interval • Waarden zijn echte getallen
• Data kan worden behandeld als nominaal of ordinaal
Ratio • Waarden zijn echte getallen
• Alle berekeningen zijn mogelijk
• Data kan worden behandeld als nominaal, ordinaal of interval
Frequency tables and histograms (beschrijvende technieken voor kwantitatieve data -
interval/ratio)
Example 3.1: a telephone company has examined the telephone bills of new subscribers in first
month after signing on
• Data verzamelen
• Bereid een frequentieverdeling/tabel voor
• Maak een histogram
,Frequentieverdeling = een tabel waarbij de
waarnemingen in niet overlappende
intervallen/klassen, worden ingedeeld en van
elke klasse het aantal observaties (frequenties)
wordt vermeldt.
Klassengrenzen = bovengrens hoort bij de klasse,
ondergrens hoort bij de vorige klassen. Klasse
30.00-45.00 bevat niet de waarde 30.00, maar
wel de waarde 45.00. Alleen 0.00 wordt wel
meegenomen bij de 1e klasse.
Aantal klassen = 1 + 3,3log(n)
𝐵𝑒𝑟𝑒𝑖𝑘 (𝐺𝑟𝑜𝑜𝑡𝑠𝑡𝑒 𝑜𝑏𝑠𝑒𝑟𝑣𝑎𝑡𝑖𝑒−𝑘𝑙𝑒𝑖𝑛𝑠𝑡𝑒 𝑜𝑏𝑠𝑒𝑟𝑣𝑎𝑡𝑖𝑒)
Klassenbreedte = 𝐴𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑘𝑙𝑎𝑠𝑠𝑒𝑛 = 𝐴𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑘𝑙𝑎𝑠𝑠𝑒𝑛
Vormen van een histogram
Symmetrisch = observaties zijn gebalanceerd
Positive nasleep (skewness): piek aan het begin, schuine afloop naar rechts. Rechtsscheef.
Negatieve nasleep (skewness): piek aan het eind, schuine afloop naar links. Linksscheef.
Piek = modale klasse
• Een modale klasse = de klasse met het hoogte aantal van observaties.
Unimodaal histogram = histogram met één piek.
, Bimodaal histogram = histogram met twee pieken, twee modale klassen.
Bell shaped histogram
• Veel statistische technieken vereisen dat de populatie klokvormig is (normale verdeling)
• Histogram tekenen, zorgt voor verificatie van de vorm van de gevraagde populatie.
Cumulatieve relatieve frequentieverdeling (ogive)
Ogive = grafische weergave van een cumulatieve relatieve frequentieverdeling
• Example 3.1
•
Stem-and-leaf display = steelbladdiagram
• Grafische technieken die vaak gebruikt worden in voorlopige analyses
• Alternatief voor histogram
• Laat de waarde zien van originele observaties, waar histogrammen deze verliezen.
Steel en blad bepalen:
• Getallen links van de ',' is de steel.
• Getallen recht van de ',' is het blad.
• 19,1 -> 19 = steel , 1 = blad
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nielshasselaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.28. You're not tied to anything after your purchase.