Summary chapter 6 species and populations - Nectar biology 4 vwo
All for this textbook (1)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Biologie
4
All documents for this subject (5581)
Seller
Follow
naniekcouperus
Reviews received
Content preview
H2 Soorten en populaties
2.1 Definitie van een soort
Een soort > individuen met min of meer gelijk uiterlijk en ook vruchtbare
nakomelingen kunnen krijgen (voortplantings criterium).
Vb. Foto van een afrikaanse olifant en een aziatische olifant. Ze lijken hetzelfde,
maar toch is het een andere soort. Het DNA is namelijk erg verschillend en ze
kunnen geen nakomelingen krijgen.
Als een paard en een ezel kinderen krijgen, kunnen de nakomelingen zich niet
voortplanten (hybriden). Deze dieren horen dus niet bij dezelfde soort, nakomeling
zijn niet gezond!
Binomiale naamgeving:
Deze naam bestaat uit twee delen:
- Geslachtsnaam (eerste)
- Soortaanduiding (tweede)
Taxonomie > de wetenschappelijke indeling van soorten, hierbij
wordt vooral gelet op gemeenschappelijke kenmerken.
Taxons > rijken, klassen, orden, families, geslachten, soorten,
organismen
2.2 Populaties
Populatie > een groep dieren van dezelfde soort die samenleven in een bepaald gebied
(ook samen voortplanten)
Deze dieren paren meer onderling dan dat ze dat doen met andere soortgenoten:
Nadeel: dieren vaak direct familie van elkaar, dit maakt ze erg kwetsbaar. Waardoor
de hele populatie in een keer kan verdwijnen.
Voordeel: zijn de omstandigheden gunstig kan een populatie ook erg snel groeien.
Beperkende factoren > de factor die de snelheid of de groei van het proces bepaalt doordat
er slechts een gelimiteerde hoeveelheid van beschikbaar is
Deze factor bepaald hoe groot de populatie is.
Vb. koolmezen bouwen hun nest in holle bomen, jong bos heeft dat weinig. Beperkende
factor nestgelegenheid in een jong bos.
Op een bepaalmonent is de hoeveelheid voedsel te krap → gevolgen:
- Jonge in de buurt → kunnen hun eigen territorium bemachtigen.
- De jonge gaan naar een nieuw gebied → ze vormen een nieuwe populatie, of ze
komen terecht in een bestaande populatie. (dragen bij aan de genetische diversiteit)
, Versnippering > het opdelen van het leefgebied in kleine stukken
Nadeel:
soortgenoten komen moeilijker met elkaar in contact → De noodzakelijke uitwisseling
van genetisch materiaal met andere familieleden komt steeds minder voor en
populaties verzwakken door inteelt.
Inteelt > een wetenschappelijk begrip van het kruisen binnen een soort, binnen een kleine
groep daarvan. Zodat aan elkaar verwante individuen samen kinderen krijgen. Je hebt dan
meer kans op recessieve erfelijke afwijkingen en minder genetische variatie binnen de
populatie. Het verzwakt de populatie!
Ontsnippering > gebieden weer met elkaar verbinden
(het aanleggen van tunnels, bruggen, ecoducten, grond, bomen, riet enz.)
Dieren kun je ook thuis laten voelen door middel van het inrichten van een gebied.
Territorium > het leefgebied van één dier.
Vrouwtjes kiezen het mannetje uit om mee te paren. Ze kiezen niet allemaal
hetzelfde mannetje, de keuze hangt af van verschillende factoren. Zo
ontstaat er een heel diverse populatie. De populatie verdwijnt zo niet snel
(door ziektes enz.)
2.3 Elke soort is anders
Habitat > Leefomgeving met de specifieke abiotische (levenloze dingen) en biotische
factoren (levende organismen) die voor een soort belangrijk zijn.
Het habitat van organismen kan veranderen. Soms zo erg dat het voor een organismen niet
meer levensvatbaar is.
Optimum > de milieufactor waarbij
het organismen het best
ontwikkeld.
Tolerantiegrenzen > De uiterste
waarde van een abiotische
milieufactor, waarbij individuen van
een soort nog net in leven blijven.
Onder de minimum of boven de maximumwaarde gaat het organismen dood.
Niche > (standplaats), de rol dat een
organisme heeft in een ecosysteem.
Het is een resultaat van aanpassing
en natuurlijke selectie en wordt
bepaald door milieuomstandigheden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naniekcouperus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.49. You're not tied to anything after your purchase.