,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. ….Over kinderen…………………………………………………………………………………………………………….2
Hoofdstuk 2. ….Over ouders .................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 3. ….Over opvoeders ............................................................................................................ 10
Hoofdstuk 4. ….Over oorzaken en gevolgen ......................................................................................... 14
Hoofdstuk 5. Het nut van een schema met bufferprocessen…………………………………………………………..…17
Hoofdstuk 6. Bufferprocessen I: Een solidaire gemeenschap ............................................................... 21
Hoofdstuk 7. Bufferproces II: Een goede taakverdeling ........................................................................ 24
Hoofdstuk 8. Bufferproces III: Een metapositie .................................................................................... 27
Hoofdstuk 9. Bufferproces IV: “Goede ouder” –ervaringen ................................................................. 31
1
, Deel 1. Fabels en feiten
Hoofdstuk 1. ….Over kinderen
Van elke 16 kinderen sterft er 1 voor het 19e jaar aan een lichamelijke ziekte. Het gaat dood na korte, acute
aandoeningen, of na jaren ziek te zijn geweest. Hieronder zijn kinderen die sterven ten gevolge van
mishandeling, ongeluk(jes) in huis, verkeersongevallen of het sterven ten gevolge van een overdosis niet
mee gerekend.
Voldoende feiten concluderen dat kinderen kunnen worden gezien als risicofactor nummer 1 bij de
opvoeding, n dat fabels over een grote meerderheid van gewone gezonde, gelukkige kinderen een extra
risico vormen.
1.2 Cijfers
Er zijn weinig toch geen kloppende resultaten die duidelijk maken met wat voor kinderproblematiek
ouderbegeleiders te maken krijgen. Wel illustreren cijfers wat voor informatie ouders en hulpverleners
onder ogen krijgen , en –nog belangrijker- waarom zij blijven denken dat het ongewoon is als een kind iets
mankeert.
1.3 Cijfers over lichamelijke aandoeningen
Cijfers zijn lastig te interpreten omdat ze telkens in andere vormen worden gegoten. 6% lijkt niet heel veel
tot je dat omrekent, van 6 op de 100 kinderen, naar 1 op 16 kinderen en dat is heel veel.
Genoemde cijfers (over bijvoorbeeld kindermishandeling met de dood tot gevolg) tonen slechts een glimp
van de ziekte en geweldsdrama’s die zich dagelijks afspelen in honderdduizend gezinnen. Het is niet alleen
omdat we graag geloven dat een lekker gezond en gelukkig kind “gewoon” is, dat we dit niet weten, of
omdat niemand de bevolking en zeker niet aanstaande of jonge ouders de sluipen op het lijf willen jagen.
Het komt ook omdat cijfers niet de ernst kunnen meten van deze of gene problematiek, en omdat het
moeilijk is cijfers in het juiste perspectief te zien en erachter te komen hoeveel ouders te maken hebben met
hoeveel kinderproblemen op welke verschillende manieren. Om dit te verduidelijken richt het boek zich tot
kinderen en jeugdigen met lichamelijke aandoeningen of gebreken, deze wordt in drieën verdeeld:
A. De invloed die ook een niet-levensbedreigende ziekte heeft op het leven van kind en ouders
B. De psychosociale problemen ten gevolgen van een ziekte
C. De zorgen, belasting en opvoedpuzzels voor ouders
A. Het scala aan niet-levensbedreigende chronische en acute ziektes en afwijkingen is nauwelijks te overzien,
net zo min als hun impact op de levens van kinderen, ouders en andere gezinsleden.
B. Kinderen hebben weet van hun lijf en weten het vaak als er iets “mis” is, hierdoor kunne onderlinge
relaties worden ontwricht. Emotionele reacties op dit alles worden vaak weggestopt om andere te besparen
of om juist af te reageren. Over het algemeen lopen kinderen die op jonge leeftijd veel
gezondheidsproblemen hebben een grote kans later in- of externaliserende problemen te ontwikkelen.
C. Voor chronisch zieken en verstandelijk gehandicapte kinderen hangt de kwaliteit van hun leven
grotendeels af van hoe andere met hen omgaan. Dat beseffen ouders, maar ook zij kunnen niet verhelpen
dat het zieke kind zich rot voelt en dat het kind niet in alles meekan met andere kinderen. De ouders moeten
hiermee leren leven. De ouders voelen zich verantwoordelijk en onzeker als ouders en de kans is groot dat zij
niet weten hoe zij met het kind moeten omgaan. Hierdoor ontstaan zogeheten beschermende ouders. Een
kind waar iets mee is, lijfelijk op psychisch, verstoort hoe dan ook het opvoedevenwicht van de ouders. Het
vraagt nou eenmaal extra zorg en aandacht, maar er moeten toch eisen en grenzen door de ouders worden
gesteld.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jdemooij92. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.