Hoofdstuk 1
Socialisatieproces= verdieping in eigen ontwikkelingsgeschiedenis
Beroepssocialisatieproces= verdieping in de ontstaansgeschiedenis van het beroep
Maatschappelijk werker wil het bevorderen dat mensen in onze samenleving tot hun recht komen,
als mens en als burger. Hij streeft ernaar dat mensen zich in wisselwerking met hun sociale omgeving
zo goed mogelijk kunnen ontplooien, naar eigen aard, behoeften en opvattingen. En dat ze rekening
houden met anderen met wie zij samenleven.
De Griekse oudheid heeft allerlei vormen van menselijk hulpbetoon gekend. De achtergrond vormt
het idee van philanthropia (=mensenlievend). In de Romeinse wereld is dat het daaraan verwante
idee humanitas (=menselijkheid). Dit was vanwege etnische gevoelens, dus zonder direct
godsdienstige achtergrond. Er was uitsluitend staatszorg, dit valt nu onder sociale politiek.
Middeleeuwen
Toen de noden groter werden, ontstond er behoefte aan gespecialiseerde instellingen. Beroemd is
het hospitaal dat in 370 door Bisschop Basilius werd gesticht. Hier werden alle soort hulpbehoevend
verpleegd. Later werd deze taak over genomen door de kloosterorden. De philanthropia mist elk
religieuze fundering en heeft meer rationele inslag. Terwijl het christelijke meer op gevoel betrokken
is. Als gevolg van telkens terugkerend periode van verval van de kerk en kloosterwezen, krijgt de
overheid al zeer vroeg belangstelling voor weldadigheid. Karel de Grote hield zich hier intensief mee
bezig (bijvoorbeeld bij het bestrijden van armoede). Duidelijk werd dat liefdadigheid en aalmoes de
valide armen weerhielden van opstandigheid, misdaad etc. De invalide armen vormden een
bedreiging voor de boeren voor o.a. de overdracht van ziekten. Vanaf de 16e eeuw is er een nieuw
manier van denken en er ontstaat een vorm van overheidsbemoeienis. Er kwam bijvoorbeeld
“politie” en de vrijheid van de armen ging verloren. Sociale disciplinering lijkt vanaf de 16e eeuw te
ontstaan bijvoorbeeld in het Amsterdamse tuchthuis.
Wat veranderde er in de 16e eeuw?
- Niet langer de kerk maar de overheid is de centrale instantie
- Verschillende instellingen worden samengevoegd
- Bedelverbod in alle steden
- Voor de armen ligt het accent op opvoeding en disciplinering
Er waren vier groepen armen te onderscheiden:
1. Stille armen: deze mensen waren economisch in de moeilijkheden geraakt en behoorden niet
tot het volk
2. Normale armen: deze waren slachtoffers van ziekte en invaliditeit
3. Arbeiders: waren mensen die te weinig verdienden om hun gezin te onderhouden
4. Overige armen zoals inbrekers, rovers etc.
De verlichting
Het belang van wetenschap en onderzoek komt naar voren. Mensen ontdeden zich van religieus
bijgeloof. De 18e eeuw kenmerkt zich als de eeuw van de burgerlijke zelfopvoeding en de ontdekking
van het kind. Armoede werd gezien als een opvoedingsprobleem. De armen moesten worden
opgevoed tot burgerlijke deugden. De nadruk kwam te liggen op gezondheid en huiselijkheid.
Drie belangrijke elementen ter bestrijding van de werkloosheid:
1. Strenge criteria; wie kon werken, kon geen aanspraak maken op bedeling
2. Er moest werk verschaffing worden gedaan (er moest gewoon gewerkt worden)
, 3. Er werden aparte werk inrichtingen opgericht waar bedeelden als dan niet gedwongen
konden werken
Vanaf 1850
Volkshuisvesting=> er werden goede huizen gebouwd voor arbeiders, dit gebeurde onder koning
Willem 2. In 1902 kwam de woningwet. Wat bijvoorbeeld nieuw was aan deze woningen is dat
kinderen en ouders niet meer in een ruimte sliepen, maar apart. Woningopzichteressen waren
beschaafde vrouwen die bij gezinnen langs gingen en invloed uitoefenden op veranderingen op de
oude leefgewoonten. In 1899 kwam de eerste sociale opleiding opgericht door Muller Lulofs.
Dorp en buurthuizen was voor de lichamelijke en geestelijke gesteldheid en bedacht door Gezina
Baher-Boerma. Marie Kamphuis heeft een belangrijke rol gehad bij het ontwikkelen van het ‘Social
Casework’ in Nederland.
Na de jaren 30 ontstaan er ingewikkelde hulpverleningsstructuren in Nederland. Er wordt
bijvoorbeeld gekeken of cliënten met materiële problemen ook geholpen kunnen worden met
immateriële problemen. Marie Kamphuis: gevoel en verstand zijn twee verschillende gebieden
(=nieuwe gedachte). In 1943 ging de inmiddels gevormde commissie zich uitvoerig bezighouden met
de beroepsmoraal van een maatschappelijk werker (= beroepsethiek). Door WO2 stond dit even op
een laag pitje maar de draad werd vanaf 1955 opgepakt en werd er nagedacht over een
beroepscode. Eind jaren 60 en 70 er is vanaf nu een vakbond organisatie voor maatschappelijk
werkers.
, Hoofdstuk 2 AMW
Het AMW wordt gefinancierd met gemeentelijke gelden. Sinds januari 2007 is er een nieuwe wet:
WMO. De WMO maakt onderscheid tussen collectieve en individuele voorzieningen. Het AMW valt
onder de collectieve voorzieningen en wordt door de gemeente, via de WMO geheel of gedeeltelijk
gefinancierd. De AMW instelling binnen gemeenten en regio’s voeren een zelfstanding beleid. De
missie van het WMO sluit aan bij de missie van het AMW: gerichtheid en zelfredzaamheid en
participatie.
De praktijk laat zien dat er binnen de instellingen van het AMW specialisatie voorkomt. Je kunt bij het
AMW ook maatschappelijk werkers “kopen” . Dan is de maatschappelijk werker bijvoorbeeld een
paar uur in de week aan het werk op een school (=detachering=> Het verrichten van tijdelijke
werkzaamheden bij een onderneming, voor rekening van een andere onderneming, waardoor de
werknemer is uitgezonden). De maatschappelijk werker blijft wel tijdens die detachering altijd in
dienst van het AMW en ontvangt ook daar zijn loon. Elk AMW heeft op een vaste dag/tijdstip team
overleg. Ook komt daar casuïstiek vergadering voor. Hierin staat het inbrengen van een cliëntsituatie
centraal. Ook is er intervisie, hier bespreek je je persoonlijke ontwikkeling of een beroepskwestie.
Het leren van elkaar staat hierbij centraal. Werkbegeleiding richt zich op de praktijk, op de
werkuitvoering, dit kan ook door een coach worden gedaan. Supervisie gebeurt ook bij het AMW. Dit
is een manier van leren op basis van reflecties. De AMW werkt op beleidsniveau in 1e plaats met de
gemeente. De gemeente is de geldstrekker en daarmee voor een deel opdrachtgever. Er wordt
bijvoorbeeld ook samen gewerkt met het CWI, politie en justitie.
Op beleidsniveau maken instellingen en overheden afspraken met elkaar. Ze sluiten convenanten
af=> Daarin staan afspraken over samenwerking en doelstellingen. Gedurende het cliëntencontact
werkt de maatschappelijk werker nauw samen met andere instellingen, waarmee de cliënt ook te
maken heeft. Het aantal en de verscheidenheid van de samenwerkingscontacten is dus afhankelijk
van de cliënt. AMW is eerstelijns hulpverlening. De doelgroep van het AMW is zo breed als de
maatschappij zelf. Iedereen kan zonder verwijsbrief aankloppen bij het AMW. De eerste kerntaak
voor de maatschappelijk werker is psychosociale hulpverlening=> het welbevinden van een persoon
en met andere personen. Ook heeft het AMW als taak om de mogelijkheden van een persoon te
versterken (= psychosociale competenties). De meest bekende methodiek bij het AMW is de
taakgerichte hulpverlening=> dit is kortdurend, doelgericht en gericht op zowel materiële als
immateriële problemen. Een andere methode is groepswerk, bijvoorbeeld een assertiviteitscursus.
Een basistaak van een maatschappelijk werker is signaleren.
Mediator=> Juridische instanties bieden bemiddeling bij bijvoorbeeld een echtscheiding.
Soms blijkt dat verschillende mogelijkheden voor problemen allebei nadelen hebben (=
dilemmasituaties).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimmm95. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.