Aantekeningen van Commerciële Economie Leerjaar 2, voor het tentamen van Kwartiel 2. Beschikt over Wetteksten Hoger Onderwijs (editie , Noordhoff) en Van idee naar IE van Holzhauer/Gellaerts (laatste druk, Wolters Kluwer, ISBN 1504)
Elke ondernemer heeft te maken met concurrenten
Een onderneming onderscheidt zich van zijn concurrenten o.a. door zijn
naam en zijn (creatieve) prestaties.
Hoe beschermt een ondernemer:
- De naam van zijn bedrijf
- De naam van zijn producten
- De logo’s
- Zijn creatieve ideeën
- Het design, de technische details van zijn producten
Gewone woorden, die wij in ons dagelijks taal gebruiken kun je niet beschermen
(fietsen, stoel etc.)
Het mededingingsrecht reguleert deze concurrentiestrijd
Publiekrechtelijk
Hier treedt de overheid op.
Privaatrechtelijk
Hier moet de ondernemer zelf in actie komen bij oneerlijke
concurrentie:
Via art 6: 162 BW = onrechtmatige daad
Via één van de 9 intellectuele eigendomsrechten.
Achter in je wettekstenbundel -> wet 28, 29 en 30
De 9 intellectuele eigendomsrechten
,1. Auteursrecht: Auteurswet 1912
Geeft aan de maker van een werk van
letterkunde, wetenschap of kunst een
alleenrecht op exploitatie van dat werk. (Heb jij
muziek gemaakt, ben jij de enige die er geld
mee mag verdienen.)
Kunst
Mooi/lelijk is niet van belang
Originaliteit!
Ook gebruiksvoorwerpen kunnen vallen
onder ‘’kunst’’. (moet een pen er zo uitzien?)
2. Naburige rechten: Wet op de naburige rechten
Geeft een alleenrecht aan
- de uitvoerende kunstenaar (iemand die muziek, tekst, dans van een ander
uitvoert)
- de producenten van geluidsdragers
- omroeporganisaties
Deze wet zal vrijwel altijd naast de Auteurswet van
toepassing zijn; de meeste geluidsdragers en uitvoeringen
hebben nu eenmaal betrekking op auteursrechtelijk
beschermde composities.
Als je een liedje op de radio hoort: krijgt de componist geld
en de uitvoerende artiest.
3. Chipsrecht
Geeft aan de maker van de originele (computer) chip
gedurende een bepaalde tijd een alleenrecht op exploitatie hiervan.
4. Octrooirecht: Rijksoctrooiwet 1910
Geeft alleenrecht aan de uitvinder van een nieuw(e)
Voortbrengsel
Stof Op terrein van techniek
Werkwijze
Een nieuwe techniek die je op de markt zet, denk aan: Airmax, lamp, typmachine
Stof = tandpasta, medicijn etc.
Deze techniek mag 20 jaar worden gebruikt en daarna mogen anderen het
maken.
5. Handelsnaamrecht: Handelsnaamwet
Geeft het alleenrecht aan iemand die een onderneming drijft op het gebruik
van een bepaalde handelsnaam.
Namen van bedrijven zijn de handelsnamen. Bijv. Apple
6. Merkenrecht: BVIE (Benelux Verdrag voor de Intellectuele Eigendom)
Geeft een alleenrecht aan de houder van een bepaald merk om dit merk te
gebruiken voor producten of diensten.
Een handelsnaam individualiseert de onderneming
Een merk individualiseert het product
Voorbeelden:
, Handelsnaam / Merk / Beide
Stel je wilt een stoel op de markt zetten met de naam Galaxy S dan gaat
Samsung je aanklagen d.m.v. Merkrecht.
Galaxy S = Merkrecht
Philips = Beide
Ambi light = Merkrecht (Philips)
Sony = Beide
Unox = Merkrecht (Unilever)
Een handelsnaam is nooit een logo, altijd een woord.
7. Modellenrecht: BVIE (Benelux Verdrag voor de Intellectuele Eigendom)
Geeft een alleenrecht aan de ontwerper van een nieuw uiterlijk van een
product met een gebruiksfunctie ‘’Industrial design’’.
Gaat vaak samen met Auteursrecht!
8. Kwekersrecht: Zaaizaad en Plantgoedwet
Geeft een alleenrecht aan de ‘uitvinder’ van een nieuw plantenras.
Geen technisch product maar van een nieuwe plant of gras.
9. Databankrecht: Databankenwet
Geeft een alleenrecht aan de producent van een databank om deze te
exploiteren. Denk aan een telefoonboek of een ledenlijst van een voetbalclub.
Oefenvraag
Iemand heeft de Parker pen precies nagemaakt:
Intellectuele Eigendom Prestati Identificati
e e De bescherming van
1. Auteurswet + identificatiemiddelen is
2. Naburige rechten + onbeperkt. Bijv. de merknaam
3. Chipsrecht + Coca Cola gaan ze niet zeggen
4. Octrooirecht +
5. +
Handelsnaamrecht
6. Merkenrecht +
7. Modellenrecht +
8. Kwekersrecht +
9. Databankenrecht +
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Daanmeupelenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.